5/5 - (1 stemmen)

A Christmas Carol

Niveau:
Genre: ghost story
Thema: christmas

Getagd op:
Verkrijgbaar bij bol.com
var bol_sitebar_v2={"id":"bol_1694379582341", "baseUrl":"partner.bol.com","productId":"33864358","familyId":"33864358","siteId":"30874","target":true,"rating":true,"price":true,"deliveryDescription":true,"button":true,"linkName":"A%20Christmas%20Carol%2C%20Charles%20Dickens","linkSubId":""};

SNEL NAAR...





Het begin!

Marley was dead: to begin with. There is no doubt whatever about that. The register of his burial was signed by the clergyman, the clerk, the undertaker, and the chief mourner. Scrooge signed it: and Scrooge's name was good upon 'Change, for anything he chose to put his hand to.
Old Marley was as dead as a door-nail.
Mind! I don't mean to say that I know, of my own knowledge, what there is particularly dead about a door-nail. I might have been inclined, myself, to regard a coffin-nail as the deadest piece of ironmongery in the trade. But the wisdom of our ancestors is in the simile; and my unhallowed hands shall not disturb it, or the Country's done for. You will therefore permit me to repeat, emphatically, that Marley was as dead as a door-nail.
Scrooge knew he was dead? Of course he did.
How could it be otherwise? Scrooge and he were partners for I don't know how many years. Scrooge was his sole executor, his sole administrator, his sole assign, his sole residuary legatee, his sole friend, and sole mourner. And even Scrooge was not so dreadfully cut up by the sad event, but that he was an excellent man of business on the very day of the funeral, and solemnised it with an undoubted bargain.

© Penguin Random House Company, 1978

^ Terug naar boven

Algemeen

Als Ebenezer Scrooge door zijn neef Fred een prettige kerst wordt gewenst, vindt hij dat onzin. Kerst betekent voor hem alleen maar een paar vervelende vrije dagen: allemaal onkosten en verlies van werktijd. Scrooge zet het werk voort dat hij samen met zijn partner Marley deed, met Jacob Marley die zeven jaar geleden overleed.
Maar dan staat diezelfde Marley plotseling voor hem. De geest van Marley dan … Die Marley was net zo’n hardvochtige gierigaard als Scrooge. Hij buitte zijn personeel ook uit, net zoals Scrooge nu doet. Scrooge gunt zijn arme werknemer Bob Cratchit nauwelijks een vrije kerstavond en hij heeft geen enkel medelijden met het gezin van Cratchit, laat staat met hun invalide zoontje Tiny Tim.
En Marley zal Scrooge nu wijzen op zijn liefdeloze leven, op zijn hardvochtige gedrag. Voor Scrooge is het behoorlijk schrikken om te zien hoe hij eigenlijk vroeger leefde. En hoe hij nu is. En hoe hij worden zal. Als hij ten minste zijn leven niet betert …


^ Terug naar boven

Boekinformatie

ERK Niveau:
B2

Schrijver:
Charles Dickens

Jaar van uitgave:
1843

Aantal pagina's:
69

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
19e eeuw

Plaats van handeling:
UK, Londen

Bijzonderheden:
Een verhaal in 5 delen: Stave I: Marley’s Ghost; Stave II: The First of Three Spirits; Stave III: The Second of the Spirits; Stave IV: The Last of the Spirits; Stave V: The End of It.
In het Nederlands heet het boek ‘Een Kerstvertelling’.


^ Terug naar boven

Het boek - onderwerp

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

‘A Christmas Carol’ is het allerbekendste kerstverhaal dat ooit geschreven is. Iedereen kent het verhaal van Scrooge, de stinkend rijke gierigaard, die alleen maar chagrijnig is. Totdat hij bezoek krijgt van zijn oude (en dode) collega, Marley.
Iedereen kent het verhaal. Maar weinig mensen lezen het: iedereen kijkt met Kerstmis naar een bewerking. En dat is jammer. Want ‘A Christmas Carol’ is een heel goed te lezen boek, misschien wel één van de gemakkelijkste boeken uit de 19e eeuw. Dickens kan heel mooi vertellen: heel ontroerend (soms sentimenteel), altijd heel spannend. En aan het eind komt alles altijd mooi op zijn pootjes terecht. (Ook Scrooge, dus.)


WAT MOET JE WETEN?

Je moet enige kennis hebben van Londen in de 19e eeuw: een stinkende, dichtbevolkte stad met enkele rijken en veel, heel veel armen. Armen die dolblij waren als ze iets te eten kregen, die nog blijer waren als ze werk hadden. De stad werd geteisterd door armoede, door ziekte en dood. Mensen stierven jong. Als je invalide was – zoals Tiny Tim – dat had je al helemaal geen kans om oud te worden.
Het is over dit soort kansloze mensen dat Dickens zijn verhaal schrijft.




^ Terug naar boven

Het boek - Moeilijkheid

DE TAAL

De woorden zijn vaak moeilijk; het is per slot van rekening een boek uit 1843. Maar met veel raden en denken aan de beelden die je kent, kom je er wel uit. Het mooie van Dickens is, dat hij levendige beschrijvingen heeft. Bovendien gebruikt hij veel dialogen om zijn verhaal boeiend te houden.


DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal is soms moeilijk. Woorden zijn vaak verouderd en beschrijvingen zijn vaak lang. Maar de beschrijvingen zijn heel mooi gedaan. En er staan veel dialogen in het verhaal. Dickens is een ras verteller.
Het verhaal is natuurlijk boeiend, van hoofdstuk naar hoofdstuk. De lezer weet uiteraard wel hoe dit allemaal gaat aflopen, maar elke keer wordt er weer gegriezeld om Marley en die andere geesten en elke keer zal de lezer weer medelijden hebben met Bob Cratchit en zijn gehandicapte zoontje Tiny Tim.
Op grond van deze eigenschappen is ‘A Christmas Carol’ een roman met een literair niveau B 4d en een taal-(ERK-)niveau B2.


Schrijfstijl:

Het verhaal is verdeeld in ‘staves’. Dat doet denken aan een kerstlied, een ‘carol’, dat ook verdeeld wordt in coupletten die ‘staves’ heten.
Charles Dickens heeft een zeer persoonlijke manier van schrijven. Het lijkt alsof hij de hele tijd tot de lezer spreekt: ‘Mind! I don’t mean to say that I know … but …’ Dit maakt het verhaal heel persoonlijk, alsof we naar een verhaal van een spannende verteller zitten te luisteren. Dat persoonlijke is hoogstwaarschijnlijk ook één van de redenen dat ‘A Christmas Carol’ na zoveel jaren nog steeds tot de verbeelding spreekt. De tijd is volkomen veranderd, de taal is soms achterhaald, het idee is nogal sentimenteel uitgewerkt, maar omdat Dickens van zijn karakters echte personen weet te maken, blijft ‘A Christmas Carol’ een klassieker.



^ Terug naar boven

Het boek - het verhaal

Actie:

Het verhaal is maar 70 bladzijden lang. Dat verhaal is opgedeeld in vijf hoofdstukken. En in elk hoofdstuk gebeurt er wel iets spannends. Dickens moest de spanning erin houden – vooral aan het eind van een hoofdstuk – omdat hij schreef voor tijdschriften. Om die te blijven verkopen elke week, bouwde hij cliffhangers in. Je zou kunnen zeggen dat Dickens de bedenker van de cliffhanger is. Hij deed het in al zijn boeken: vrijwel alle hoofdstukken zijn even lang. En zij eindigen allemaal met zo’n cliffhanger. In ‘A Christmas Carol’ is dat ook zo.


Tijd:

A Christmas Carol’ is een sprookje uit de 19e eeuw. Het beschrijft het leven op een kantoor met klerken die handmatig alle formulieren schrijven. Het lijkt een rustig leven waarin de tijd stilstaat. Maar vergis je niet: onder die ogenschijnlijke rust heerst er veel armoede. En angst om je baan kwijt te raken.


Plaats:

Het verhaal speelt zich af in het centrum van Londen.


Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn: zal Scrooge ooit een goed mens kunnen worden? Via dit verhaal komt de lezer te weten over uitbuiting van sommige werknemers, de lange werkdagen van een klerk, de erbarmelijke omstandigheden waarin veel mensen leefden in het dichtbevolkte Londen van de 19e eeuw; een stad met allemaal dorpjes eromheen, met zeer veel kleinbehuisde inwoners op de vierkante kilometer.


Verteller:

Er is een alwetende verteller. Deze verteller spreekt de lezer toe, zodat het voelt alsof je als lezer continu bij de handelingen betrokken bent.
‘A Christmas Carol’ is een typisch Dickens-verhaal. Het is winter, het is koud, één van de hoofdpersonen is een gevoelloze gierigaard, een andere hoofdpersoon is een plichtsgetrouwe goeierd, een kind is arm, hongerig en invalide. De setting is hartje Londen: een wirwar van straatjes, waar de armoede uit de stegen opstijgt. En dan, in het diepst van de ellende, wanneer de honger geeuwt en de dood om de hoek staat te wachten, komt alles goed: de snoodaard krijgt berouw, hij deelt zijn bezittingen en geld, en iedereen is gelukkig. Compleet met kerstkalkoen.




^ Terug naar boven

Het boek - de karakters

Hoofdkarakters:

Er is een aantal hoofdpersonen:
• Ebenezer Scrooge: de baas van het kantoor waar het grootste deel van het verhaal zich afspeelt;
• Fred: de oomzegger van Scrooge;
• Bob Cratchit: de klerk van Scrooge;
• Jacob Marley’s Ghost: Marley is de overleden partner van het kantoor van Scrooge.


Bijfiguren:

Er is een gering aantal bijfiguren:
• Fan Scrooge: de zuster van Ebenezer;
• Mr Fezziwig: de eigenaar van het pakhuis waar Scrooge als jongen werkte;
• Joe: de eigenaar van het pandjeshuis;
• Tiny Tim Cratchit: de invalide zoon van Bob.





^ Terug naar boven

Het boek - verder


Film:

A Christmas Carol’ is meerdere malen verfilmd.


Overig:

Er zijn musicalversies, kinderverhalen, graphic novels en computerspellen van ‘A Christmas Carol’ gemaakt.
Vanwege het succes van het verhaal wordt een gierigaard in Engeland soms een ‘Scrooge’ genoemd. Het verhaal gaf de Engelse taal spreekwoordelijke uitdrukkingen: ‘Christmas? Humbug!’ of ‘Alas! Poor Tiny Tim!’
Het karakter van Mr Bean (Rowan Atkinson) lijkt mede gebaseerd op Scrooge: een egocentrische, nare, maar ook heel eenzame man. Overigens speelt Rowan Atkinson ook Scrooge in de Blackadder-versie van ‘A Christmas Carol’.



^ Terug naar boven

Auteur en Werken

Link naar pagina over auteur
-->Informatie over Charles Dickens.

Auteur:

Werken:


^ Terug naar boven

Meer

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
The Chimes van Charles Dickens
How the Grinch Stole Christmas van Dr. Seuss
Hogfather van Terry Pratchett


Citaat:
‘I wish to be left alone,’ said Scrooge. ‘Since you ask me what I wish, gentleman, that is my answer. I don’t make merry myself at Christmas, and I can’t afford to make idle people merry. I help to support the establishments I have mentioned [prisons and workhouses] – they cost enough; and those who are badly off must go there.’ (p.6)

Vragen over het boek:

1. Geef drie voorbeelden uit de tekst waaruit blijkt dat Bob Cratchit heel graag zijn baan bij Scrooge wil houden.
2. Hoe komt het dat Scrooge zo’n verbitterde, nare man geworden is? Geef een fragment uit het verhaal waar dit duidelijk wordt.
3. Wat is het verschil tussen de hoofdstukken (‘staves’) twee, drie en vier?
4. In hoeverre is er een happy end aan het eind van dit verhaal? In hoeverre is dat er niet?




^ Terug naar boven

Comments are closed.