<img class="icons" src="https://novellist.nl/vlbd/wp-content/uploads/2016/06/complicated.png"/
3/5 - (3 stemmen)

Beowulf

Niveau:
Genre: poetry
Thema: war Old Englsih

Getagd op:
Verkrijgbaar bij bol.com
var bol_sitebar_v2={"id":"bol_1693049750618", "baseUrl":"partner.bol.com","productId":"9200000026506425","familyId":"9200000026506425","siteId":"30874","target":true,"rating":true,"price":true,"deliveryDescription":true,"button":true,"linkName":"Beowulf%20A%20Translation%20and%20Commentary%2C%20Together...","linkSubId":""};

SNEL NAAR...





Het begin!

Hwæt! We Gardena in geardagum,
þeodcyninga, þrym gefrunon,
hu ða æþelingas ellen fremedon.
Oft Scyld Scefing sceaþena þreatum,
monegum mægþum, meodosetla ofteah,
egsode eorlas. Syððan ærest wearð
feasceaft funden, he þæs frofre gebad,
weox under wolcnum, weorðmyndum þah,
oðþæt him æghwylc þara ymbsittendra
ofer hronrade hyran scolde,
gomban gyldan. þæt wæs god cyning!
Ðæm eafera wæs æfter cenned,
geong in geardum, þone god sende
folce to frofre; fyrenðearfe ongeat
þe hie ær drugon aldorlease
lange hwile. Him þæs liffrea,
wuldres wealdend, woroldare forgeaf;
Beowulf wæs breme (blæd wide sprang),
Scyldes eafera Scedelandum in.

Lo, praise of the prowess of people-kings
of spear-armed Danes, in days long sped,
we have heard, and what honor the athelings won!
Oft Scyld the Scefing from squadroned foes,
from many a tribe, the mead-bench tore,
awing the earls. Since erst he lay
friendless, a foundling, fate repaid him:
for he waxed under welkin, in wealth he throve,
till before him the folk, both far and near,
who house by the whale-path, heard his mandate,
gave him gifts: a good king he!
To him an heir was afterward born,
a son in his halls, whom heaven sent
to favor the folk, feeling their woe
that erst they had lacked an earl for leader
so long a while; the Lord endowed him,
the wielder of wonder, with world's renown.
Famed was this Beowulf: far flew the boast of him,
son of Scyld, in the Scandian lands.

© George Allen & Unwin, 1911

^ Terug naar boven

Algemeen

De Noord-Germaanse Denen (the Danes) wonen op de (hedendaagse) Deense eilanden. Ten noorden van hen wonen de Geats (in zuidwest Zweden), ten westen wonen de Jutes (op het Deense Jutland) en in het zuiden wonen de Friezen (langs de gehele zuid-Deense, Duitse en Nederlandse kust). Deze Danes hebben een stam die zeer machtig is, de Scyldings. Deze Scyldings hebben voor hun ridders een groot gebouw neergezet, een soort ridderzaal, maar eigenlijk meer een kasteel (maar wel van hout). Als hun koning Hrothgar een paar jaar de leider van zijn volk is, merkt hij dat er ’s nachts een monster de ridderzaal binnenvalt. Een monster dat moordt en ridders meesleurt naar een meer in een moeras.
Die moordpartijen duren meer dan twaalf jaar. Hrothgar besluit een dappere strijder uit het noorden te vragen; zijn eigen ridders lukt het niet om het monster – dat Grendel heet – te doden. Hij roept de hulp in van de dappere Beowulf, een ridder van koninklijke bloede uit het land van de Geats. Beowulf vaart over zee naar het land van de Scyldings met zijn mannen.
De strijd is kort maar hevig. Er vallen opnieuw doden, maar Beowulf slaagt erin Grendel de arm af te hakken. Het monster sluipt dodelijk gewond naar haar hol in het meer. De ridders – Geats en Scyldings – vieren feest.
Helaas is Grendel niet alleen. In het meer woont ook de moeder van Grendel; een monster zo mogelijk nog groter en sterker dan Grendel. Deze moeder is verbitterd over de dood van haar kind en ze sluipt de zaal ’s nachts binnen en het moorden begint opnieuw.
En weer wordt de hulp van Beowulf ingeroepen. En weer verslaat Beowulf het monster. Ditmaal daalt hij ook af in het meer om het monster (en eventuele andere wezens) definitief af te maken. Beladen met schatten keert Beowulf als overwinnaar terug uit het water.
Later wordt Beowulf koning van de Geats in Zweden. En na veertig jaar zal hij opnieuw tegen een monster moeten vechten. Een draak ditmaal. En dat wordt hem funest …


^ Terug naar boven

Boekinformatie

ERK Niveau:
C2

Schrijver:
Anonymous

Jaar van uitgave:
700

Aantal pagina's:
185

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
400-700

Plaats van handeling:
De Deense eilanden

Bijzonderheden:
Een Oud Engels gedicht in 3182 allitererende regels


^ Terug naar boven

Het boek - onderwerp

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

‘Beowulf’ is een Oud Engels gedicht: een gedicht met alliteratie als rijmvorm. In een taal die misschien wel dichter bij het Nederlands staat dan bij het Engels – in ieder geval dichter bij het Oud Noors en bij het Oud Fries dan bij het Engels. Je zult de taal moeten leren om (de literaire waarde van) het gedicht op waarde te kunnen schatten.
Maar uiteraard kun je altijd een moderne versie van het gedicht lezen; die zijn er in tientallen vertalingen, zowel in poëzie als in proza. Het maakt iets duidelijk van de manier waarop de Oud Engelsen (Angelen, Saksen, Juten) schreven over hun helden; ook wanneer dat helden waren die lang geleden ver van de Britse eilanden woonden. ‘Beowulf’ is een epos over zo’n held.


WAT MOET JE WETEN?

Voor het kunnen lezen van ‘Beowulf’ zou je eigenlijk Oud Engels moeten kunnen lezen. En dat is een studie waarbij gebruik wordt gemaakt van Latijn en Gotisch: Oud Engels is een – zeker voor Engelsen – vrij onbegrijpelijke taal, met zeer veel vervoegingen, naamvallen en talloze onregelmatige werkwoorden.
Bijvoorbeeld: ‘beorn’ lijkt meer op het Friese woord voor ‘kind’ (wat het betekent) dan op ‘child’, ‘fugle’ lijkt meer op ‘vogel’ (wat het betekent) dan op ‘bird’.
Het gedicht staat vol alliteratie. Alliteratie is de normale rijmvorm in het Oud Engels. Maar wat misschien nog belangrijker is: de dichters gebruikten veel kennings. Een kenning is een ongebruikelijke, originele combinatie van woorden. Men maakte op die manier de taal – en dus ook het gedicht – mooier, vond men. Maar voor moderne lezers kan zo’n kenning verwarrend werken. De zee kon bijvoorbeeld een ‘walvis-weg’ worden genoemd, een strijder een ‘zwaard-drager’. De mooiste kennings bepaalde de literaire waarden van een gedicht.




^ Terug naar boven

Het boek - Moeilijkheid

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘Beowulf’ zijn zeer moeilijk, zo niet onbegrijpelijk voor de kenner van de Engelse taal. Je hebt een woordenboek, een compendium, een ‘glossary’ en/of een ‘Old English primer’ nodig om iets van het gedicht te begrijpen.
Het gedicht is waarschijnlijk min of meer volledig. Dat is heel bijzonder voor een Oud Engels literair werk; meestal verdwenen er in de loop der eeuwen grote delen van een tekst . Ook werden teksten gecorrumpeerd door slordige kopieer-(lees: overschrijf-)fouten. Dat laatste is zeker bij ‘Beowulf’ ook gebeurd.


DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘Beowulf’ is een volledig andere dan de moderne Engelse taal. De taal is een voorloper van het Engels; een taal die evenveel Oud Duitse, Oud Friese, Oud Deense, Oud Noorse, Oud Nederlandse als moderne Engelse woorden heeft. Maar het is een taal op zich; een taal even uniek als het Latijn of het Gotisch. En daarom erg lastig om te kunnen lezen; onmogelijk om te lezen zonder diepgaande studie.
Het verhaal daarentegen is toegankelijk en spannend. Als je de taal niet begrijpt – wat te verwachten is – is het aan te raden om een vertaling te lezen. Die zijn er heel veel; en er zijn heel goede vertalingen, zowel in proza als in poëzie. Het verhaal maakt veel duidelijk over heldendom, geloof, trouw en wreedheden. ‘Beowulf’ wordt vaak gezien als het eerste horrorverhaal uit de Engelstalige literatuur.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Beowulf’ een boek met een literair niveau C 6e en een taal-(ERK-)niveau C2.


Schrijfstijl:

Het gedicht ‘Beowulf’ is een gedicht van 3182 regels. Het is het verhaal van de Zuid-Zweedse krijger (en later koning) van de Geats, een volk uit zuidwest Zweden. Het verhaal is zeer poëtisch geschreven, volgens de normen die golden voor het Oud Engels, een (Angel-)Saksische taal. Het is een oorspronkelijk heidens epos over een Noord-Germaanse strijder
Om de taal te kunnen lezen heb je een Oud Engels woordenboek, een ‘glossary’ en een grammatica nodig.



^ Terug naar boven

Het boek - het verhaal

Actie:

‘Beowulf’ is een verhaal met veel actie. Het gedicht is een verhaal over de horror van de gevechten tegen monsters: een sprookjesachtig epos, zoals we dat ook kennen uit Griekse en Romeinse bronnen. Er vallen veel doden en Grendel en haar moeder zijn de eerste bloeddorstige monsters uit de Engelstalige literatuur.


Tijd:

Het Oud Engelse gedicht ‘Beowulf’ is ergens in de achtste eeuw geschreven. Zeker is dat niet; er is maar één manuscript bewaard gebleven en het is duidelijk dat het een kopie is van een tekst die al meerdere malen overgeschreven werd (met allerhande fouten die daaruit voortkwamen). Waarschijnlijk werd het manuscript in het noorden van Groot-Brittannië gevonden, en een rijk dat toentertijd Northumbria heette. Het gedicht beschrijft Germaanse en Noorse helden uit een Germaans of noordelijk rijk ergens in de zesde eeuw; rijken die zich uitstrekten van Zweden tot aan de Zeeuwse kust.
Waarschijnlijk was het een vóór-christelijk verhaal. Wat duidelijk is, is dat er in de loop der eeuwen een christelijke draai aan het verhaal is gegeven; logisch wanneer men bedenkt dat geestelijken de enigen waren die konden schrijven (en lezen …).
Er wordt een koning van de Geats beschreven (een volk in zuidwest Zweden): Hygelac. Deze koning regeerde zo rond het jaar 520 over een groot deel van Zuid-Zweden.


Plaats:

De held van ‘Beowulf’, een dappere strijder die Beowulf heette, was een strijder uit het land van de Geats, een Noord-Germaans volk dat in zuidwest Zweden woonde. Zijn hulp wordt ingeroepen wanneer er een monster het rijk van de Danes in Denemarken binnenvalt. De meeste acties vinden plaats in Denemarken, maar er zijn scenes die in Zuid-Zweden en in Friesland spelen.
De plaatsen waar de hevigste gevechten plaatsvinden zijn een grote zaal (‘hall’) waar de krijgers eten en slapen en een meer daar in de buurt.
De setting van ‘Beowulf’ is deze hall ergens op de Deense eilanden, een soort (houten) kasteel, een vesting van Deense strijders. Die Denen waren leden van de stam van de Scylding, een stam die ergens op de eilanden (zoals het Deense Sjælland, het eiland waar Kopenhagen nu op ligt) woonde. Deze Scyldings (die behoorden tot het grotere volk, The Danes – de latere Vikingen) waren een belangrijk volk. Evenals de Jutes (die het vasteland van Denemarken, Jutland, bewoonden), de Angles (zij woonden op het Duits schiereiland Angle), de Friezen (die de eilanden en kusten van zuid-Jutland, van Duitsland en van Nederland bewoonden). In het land dat nu Zweden heet, woonden Swedes (in het gebied rond Stockholm), Wulfings (ten zuiden van hen) en Geats (in het zuidwesten, ter hoogte van de stad Göteborg). Al de bovenstaande volkeren worden genoemd in het epos ‘Beowulf’, waarbij de grootste rol voor de Geats en voor de Scyldings is.


Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Beowulf’: zal Beowulf erin slagen de monsters die de Deense strijders bedreigen te doden? Die monsters – het was er eerst maar één, maar er komt later een minstens zo gewelddadige bij – lijken vrijwel onsterfelijk.


Verteller:

De roman ‘Beowulf’ heeft een auctoriale verteller. Deze (dichter) vertelt het verhaal vanuit het perspectief van meerdere personen, zowel van adellijke leiders als van gewone soldaten.




^ Terug naar boven

Het boek - de karakters

Hoofdkarakters:

Het hoofdkarakter in ‘Beowulf’ is:
• Beowulf: een Zweedse strijder uit het land van de Geats in zuidwest Zweden. Hij is de oomzegger van Hygelac, de koning van de Geats.


Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Beowulf’  zijn:
Deel I – Beowulf in Denemarken – I Het gevecht met Grendel (lines 1-1250):
• Scyld: de grondlegger van het rijk van Scylding, gelegen in Denemarken;
• Hrothgar: een nakomeling van Scylding, de koning van de Scyldings;
• Queen Wealhtheow: de koning van de Scyldings;
• Grendel: het monster. Het woont in een grot in een meer, dat vervolgens weer midden in een vrijwel ondoordringbaar moeras ligt;
• Unferth: een Deense strijder;
• Hondscioh: een Deense strijder.
Deel I – Beowulf in Denemarken – II Het gevecht met Grendels moeder (1251-1887):
• Ǣschere: een hoveling van Hrothgar;
• Grendels moeder: een monster. Zij woont bij Grendel in de onderaardse grot;
Deel I – III De thuiskomst van Beowulf (lines 1888-2199):
• Hygelac: de koning van de Geats;
• Hygd: de koningin van de Geats;
Deel II – Beowulfs gevecht met de draak en Beowulfs dood (lines 2200-3182):
• Heardred: zoon van Hygelac, koning van de Geats na diens dood;
• Wiglaf: een krijger en volgeling van (koning) Beowulf;
• De draak: een monster.

 





^ Terug naar boven

Het boek - verder


Film:

‘Beowulf’ is meerdere malen verfilmd. De meeste films doen geen goed aan het epos: het zijn vaak uiterst bloederige verhalen die uitsluitend de gevechten tussen Beowulf en de monsters uitbeelden.


Overig:

De beroemde schrijver J.R.R. Tolkien was niet alleen de schrijver van boeken als The Lord of the Rings; hij was ook professor aan de universiteit van Oxford. Daar doceerde hij Oud Engelse taal- en letterkunde. Hij schreef ook veel over de taal en over de geschiedenis van het oude Groot-Brittannië. Ook schreef hij over het gedicht ‘Beowulf’. Hij benadrukte dat het kenmerk van ‘Beowulf’ niet zo zeer de alliteratie in het gedicht was, maar met name de kennings: de originele woordcombinaties om nieuwe synoniemen te bedenken voor heel bekende begrippen: ‘zee’, ‘zwaard’, ‘vis’, ‘wind’, ‘strijder’, enzovoort.



^ Terug naar boven

Auteur en Werken

Link naar pagina over auteur
-->Informatie over Anonymous.

Auteur:

Werken:


^ Terug naar boven

Meer

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Moby Dick van Herman Melville
• The Lord of the Rings van J.R.R. Tolkien
• The Game of Thrones van George R.R. Martin


Citaat:
Ða gyt æghwylcum eorla drihten
þara þe mid Beowulfe brimlade teah
on þære medubence maþðum gesealde,
yrfelafe, ond þone ænne heht
golde forgyldan, þone ðe Grendel ær
mane acwealde, swa he hyra ma wolde,
nefne him witig god wyrd forstode
ond ðæs mannes mod. Metod eallum weold
gumena cynnes, swa he nu git deð.
Forþan bið andgit æghwær selest,
ferhðes foreþanc. Fela sceal gebidan
leofes ond laþes se þe longe her
on ðyssum windagum worolde bruceð.
þær wæs sang ond sweg samod ætgædere
fore Healfdenes hildewisan,
gomenwudu greted, gid oft wrecen,
ðonne healgamen Hroþgares scop
æfter medobence mænan scolde
be Finnes eaferum, ða hie se fær begeat,
hæleð Healfdena, Hnæf Scyldinga,
in Freswæle feallan scolde.
Ne huru Hildeburh herian þorfte
Eotena treowe; unsynnum wearð
beloren leofum æt þam lindplegan,
bearnum ond broðrum; hie on gebyrd hruron,
gare wunde. þæt wæs geomuru ides!
(Book XVI, lines 1050-1076)

And the lord of earls, to each that came
with Beowulf over the briny ways,
an heirloom there at the ale-bench gave,
precious gift; and the price bade pay
in gold for him whom Grendel erst
murdered, - and fain of them more had killed,
had not wisest God their Wyrd averted,
and the man's brave mood. The Maker then
ruled human kind, as here and now.
Therefore is insight always best,
and forethought of mind. How much awaits him
of lief and of loath, who long time here,
through days of warfare this world endures!
Then song and music mingled sounds
in the presence of Healfdene's head-of-armies
and harping was heard with the hero-lay
as Hrothgar's singer the hall-joy woke
along the mead-seats, making his song
of that sudden raid on the sons of Finn.
Healfdene's hero, Hnaef the Scylding,
was fated to fall in the Frisian slaughter.
Hildeburh needed not hold in value
her enemies' honor! Innocent both
were the loved ones she lost at the linden-play,
bairn and brother, they bowed to fate,
stricken by spears; 't was a sorrowful woman!

Vragen over het boek:

1. Wat is de link tussen de Geats en de Scyldings en tussen Beowulf en Hygelac?
2. Welke rol spelen de Friezen in dit verhaal?
3. Wat betekent het dat Beowulf aan het eind van zo veel heldendaden toch omkomt?
4. Hoe zou je dit verhaal willen karakteriseren: als een epos, een sprookje, een horrorverhaal, of als iets geheel anders?




^ Terug naar boven

Comments are closed.