When I was four months old, my mother died suddenly and my father was left to look after me all by himself.
I had no brothers or sisters. So all through my boyhood, from the age of four months on, there were just us two, my father and me. We lived in an old gipsy caravan behind a filling station. My father owned the filling station and the caravan and a small meadow behind, but that was about all he owned in the world. It was a very small filling station on a small country road with fields and woody hills.
While I was still a baby, my father washed me and fed me and changed my nappies and did all the millions of other things a mother normally does for her child. That is not an easy task for a man, especially when he has to earn his living at the same time by repairing motor-car engines and serving customers with petrol.
But my father didn't seem to mind. I think that all the love he had felt for my mother when she was alive was now lavished upon me. During my early years, I never had a moment's unhappiness, and here I am on my fifth birthday.
I was now a scruffy little boy as you can see, with grease and oil all over me, but that was because I spent all day in the workshop helping my father with the cars.

© Penguin Random House Company / Puffin Books, 1977

Danny is negen jaar oud en hij woont alleen met zijn vader in een oude woonwagen. Zijn vader repareert auto’s en hij heeft een klein tankstation.
Toen Danny vier maanden oud was, overleed zijn moeder. Maar Danny heeft geen tijd om aan zijn moeder te denken, want zijn vader verzint altijd weer iets nieuws voor Danny. Hij leert hem tanken, auto’s repareren en te rijden in een auto (en Danny is dan pas negen).
In de buurt woont een vervelende rijke kerel, Mr Hazell. Die heeft een enorm landgoed met daarop een bos. En in dat bos houdt hij fazanten. Fazanten die eenmaal per jaar, als ze dik en lui geworden zijn, worden geschoten door Mr Victor Hazell en andere rijke patsers uit de omgeving.
De vader van Danny vindt dit niet zo’n prettig idee. Een fazant lijkt hem ook wel wat: ze zijn heel lekker, vooral wanneer ze goed gebraden zijn. Danny’s vader besluit een fazant te stropen. Helaas raakt hij gewond aan zijn enkel voordat hij een fazant heeft verschalkt.
Maar dan biedt Danny hulp: hij ontdekt een manier om alle fazanten in het bos in één keer uit te schakelen.

ERK Niveau:

A2

Schrijver:

Roald Dahl

Jaar van uitgave:

1975

Aantal pagina's:

215

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1970 – 1980

Plaats van handeling:

Het Engelse platteland

Bijzonderheden:

Een kinderboek met illustraties van Quentin Blake.
In het Nederlands heet het boek ‘Daantje de wereldkampioen’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

‘Danny the Champion of the World’ is een vrolijk en grappig boek voor jongeren. Veel spectaculairs gebeurt er niet, maar elke lezer zal dit boek glimlachend lezen. Roald Dahl heeft met het verhaal en de karakters van ‘Danny the Champion of the World’ een boek gemaakt dat door de jaren heen nog altijd heel spannend en grappig is.

WAT MOET JE WETEN?

Voor het kinderboek ‘Danny the Champion of the World’ heb je als lezer weinig spcifieke kennis nodig. Het verhaal speelt zich af in een periode die al lang geleden is (1970-1975), maar ook toen was het verhaal al gezellig ouderwets te noemen: de hoofdpersonen wonen in een oude woonwagen, ze hebben een antieke benzinepomp en ze wonen bij een klein rustig dorpje waar de dokter, de dominee en de veldwachter de belangrijkste personen zijn. Het ergste wat de vader doet is dat hij graag fazanten jaagt in het bos van de landeigenaar.

DE TAAL

‘Danny the Champion of the World’ heeft weinig moeilijke woorden. Veel woorden worden uitgelegd via tekeningen, vaak worden er synoniemen gegeven. De hoofdstukken en de alinea’s zijn nooit lang. Er zijn veel dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De woorden zijn meestal niet moeilijk in ‘Danny the Champion of the World’. Veel woorden worden herhaald of er worden synoniemen van gegeven, zodat het woord begrijpelijker wordt. Ook verhelderen de tekeningen van Quentin Blake veel. De hoofdstukken zijn niet lang en het verhaal is spannend geschreven. Verder zijn er veel dialogen die de vaart in het verhaal houden.
Tenslotte vraagt de lezer zich tot het eind toe af hoe het zal aflopen met Danny, zijn vader en met de fazanten.
Op grond van deze eigenschappen is ‘Danny the Champion of the World’ een roman met een literair niveau A 1c en een taal-(ERK-)niveau A2.

Schrijfstijl:

Roald Dahl is een talentvolle schrijver die na zoveel jaren nog steeds heel boeiend is om te lezen. Dat komt door het verhaal en door de karakters. Het verhaal Danny the ‘Champion of the World’ kent veel spannende hoofdstukken waarin er telkens weer iets nieuws gebeurt. Maar ook de karakters zijn boeiend. Niet zozeer omdat ze een ontwikkeling doormaken (want dat is bij de verhalen van Dahl maar zelden het geval), maar omdat het karakters zijn waar je als lezer wel van houden moet (of een hekel aan zult hebben).

Actie:

‘Danny the Champion of the World’ kent redelijk veel actie. Het is niet een spectaculair verhaal, maar het is spannend omdat Danny en zijn vader allerlei dingen bedenken die hun leven interessanter maken: vliegers maken, auto’s repareren, manieren bedenken om fazanten te vangen. In elk hoofdstuk wordt er wel iets bedacht.

Tijd:

Het kinderboek ‘Danny the Champion of the World’ is een verhaal zonder computers of mobiele telefoon. Het zal zich ergens in de jaren 1970–1975 afspelen.

Plaats:

‘Danny the Champion of the World’ speelt zich af op het platteland van Engeland. Danny en zijn vader wonen in een woonwagen buiten het dorp. Het dorp zelf speelt maar een kleine rol in het verhaal; Danny en zijn vader komen er niet zo veel.

Verhaallijn:

Er is één verhaallijn in ‘Danny the Champion of the World’. Het is het verhaal van Danny en zijn vader en de manier waarop zij beiden het beste van hun leven maken. Dat doen ze door optimistisch en vrolijk te blijven. Ze laten zich nooit uit het veld slaan wanneer hen iets tegen zit.

Verteller:

‘Danny the Champion of the World’ heeft een alwetende verteller. Die verteller heeft zijn karakters duidelijk opgedeeld in goede en kwade. Door zijn beschrijvingen komt de lezer veel te weten over wat de verteller aardige en minder aardige mensen vindt.

Hoofdkarakters:

De belangrijkste karakters in ‘Danny the Champion of the World’ zijn:
• Danny: de held van het verhaal. hij is een jongen van negen jaar oud die samen met zijn vader in een woonwagen woont;
• De vader van Danny: we lezen alleen zijn voornaam: William (zijn vrienden noemen hem vaak ‘Willum’). Hij is een hardwerkende man die zielsveel van zijn zoon houdt. Hij is altijd vrolijk en heel optimistisch.

Bijfiguren:

‘Danny the Champion of the World’ kent een aantal bijfiguren, maar het zijn er niet veel. De belangrijkste daarvan zijn:
• Doc Spencer: de dokter van het dorp;
• Mr Rabbetts: een boswachter, in dienst van Mr Hazell;
• Mrs Grace Clipstone: de vrouw van de dominee;
• Mr Victor Hazell: de grootgrondbezitter en eigenaar van het bos;
• Charlie Kinch: de taxichauffeur, een vriend van Danny’s vader;
• Sergeant Enoch Samways: de politieagent uit het dorp.

Website:

http://www.roalddahl.com/roald-dahl/stories/1970s/danny-the-champion-of-the-world

Film:

‘Danny the Champion of the World’ is in 1989 verfilmd, met in de hoofdrol Jeremy Irons.

Overig:

In ‘Danny the Champion of the World’ staat een verhaal dat de vader van Danny vertelt over een Big Friendly Giant (The BFG). Dat verhaal zou hij later uitwerken tot een compleet kinderboek. Ook heeft hij op zijn beurt een deel van de roman ‘Danny the Champion of the World’ in een andere vorm verwerkt in een kort verhaal voor volwassenen.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Roald Dahl.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The Enormous Crocodile van Roald Dahl
• Bottle Boy van Stephen Elboz
• Truckers (Bromeliad Trilogy, Volume 1) van Terry Pratchett

Citaat:

My father was standing on the edge of the clearing with the moonlight streaming down all over him and a great bunch of pheasants in each hand. His face was bright, his eyes big and bright and wonderful, and he was staring around him like a child who has just discovered that the whole world is made of chocolate. (p.156-157)

Vragen over het boek:

1. Wat Danny’s vader wil – fazanten stropen – is illegaal. Toch zijn veel dorpelingen het met hem eens. Waarom is dat belangrijk voor het verhaal?
2. Geef vier voorbeelden uit het boek waaruit blijkt dat de vader van Danny een heel grote optimist is.
3. Beschrijf het gebied waar het verhaal zich afspeelt. Waarom is deze omgeving belangrijk voor het verhaal?
4. Aan het eind gaat het toch niet zo goed met de fazanten. Waarom zou Roald Dahl het verhaal op die manier beëindigd hebben?