‘I’m going shopping in the village,’ George’s mother said to George on Saturday morning. ‘So be a good boy and don’t get up to mischief.’
This was a silly thing to say to a small boy at any time. It immediately made him wonder what sort of mischief he might get up to.
‘And don’t forget to give Grandma her medicine at eleven o’clock,’ the mother said. Then out she went, closing the back door behind her.
Grandma, who was dozing in her chair by the window, opened one wicked little eye and said, ‘Now you heard what your mother said, George. Don’t forget my medicine.’
‘No Grandma,’ George said.
‘And just try to behave yourself for once while she’s away.’
‘Yes Grandma,’ George said.
George was bored to tears. He didn’t have a brother or a sister. His father was a farmer and the farm they lived on was miles away from anywhere, so there were never any children to play with. He was tired of staring at pigs and hens and cows and sheep. He was especially tired of having to live in the same house as that grizzly old grunion of a Grandma. Looking after her all by himself was hardly the most exciting way to spend a Saturday morning.

© Penguin Random House Company / Puffin Books, 1982

George is een kind van een boer en een boerin, Mr en Mrs Kranky. Samen met hen woont hij met zijn Grandma op de boerderij. Die oma is een vreselijk mens: een dictator, een baasspeler, een lelijke oude heks, soms bijna letterlijk een heks. Als George op zekere dag alleen met haar is, koeioneert zij hem weer. George besluit om haar voor eens en voor altijd de mond te snoeren door haar dagelijkse medicijn te vervangen door iets wat haar zal oppeppen, in brand zal zetten, zal activeren, zal veranderen. Hij gaat aan de slag met shampoo, douchegel, haarversteviger, waspoeder, motorolie, kunstmestkorrels, krachtvoer voor varkens en potten verf (onder andere). Het drankje ('George’s Marvellous Medicine') wordt echter iets sterker dan George vermoed had ….

ERK Niveau:

A1

Schrijver:

Roald Dahl

Jaar van uitgave:

1981

Aantal pagina's:

104

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1970 – 1980

Plaats van handeling:

Het Engelse platteland

Bijzonderheden:

Een kinderboek met illustraties van Quentin Blake.
In het Nederlands heet het boek ‘Joris en de geheimzinnige toverdrank’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

Iedereen die houdt van een boek waarin boontje om zijn loontje komt zal dit verhaal met plezier lezen.
Als lezer moet je houden van fantasy. Want wat hier gebeurt kan uiteraard niet. Maar als je open staat voor fantastische vertellingen zul je dit verhaal zeker met plezier lezen.

WAT MOET JE WETEN?

Veel algemene kennis is er niet nodig voor het verhaal. Iedere lezer kent – in ieder geval uit de literatuur of uit de filmverhalen – wel een boze heks / stiefmoeder / buurvrouw / oma die eens een lesje geleerd moet worden.
Ook qua culturele en literaire kennis heb je hier aan weinig genoeg. Wie vertrouwd is met sprookjes rond dit onderwerp (de boze dame, de toverdrank) zal genieten van de manier waarop Dahl zijn verhaal heeft geschreven.

DE TAAL

Het vocabulaire is eenvoudig. Ingewikkelde woorden (vaak over toverdranken, zoals ‘fiery broth’ en ‘witch’s brew’) worden prima uitgelegd, vooral door de verhelderende tekeningen van Quentin Blake.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De zinnen in het verhaal zijn redelijk kort. Ook de dialogen zijn uitermate kort.

Schrijfstijl:

Het boek is een modern sprookje. Als je gelooft in ‘eind goed, al goed’ dan is dit een geweldig verhaal voor jou.

Actie:

‘George’s Marvellous Medicine’ is een verhaal vol actie en spanning. Op elke pagina gebeurt er wel iets: George wordt door zijn oma bedreigd, hij maakt een toverdrank met afschuwelijke ingrediënten. En elke keer denkt de lezer: ‘Gaat dit hem lukken?’

Tijd:

Het verhaal wordt chronologisch verteld.

Plaats:

Het verhaal speelt zich af op het Britse platteland.

Verhaallijn:

Er is één verhaallijn: die van het conflict tussen George en zijn oma.

Verteller:

Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller: de verteller weet wat er gaat gebeuren en hij leidt ons zeer overzichtelijk door het verhaal heen.
De tekst betekent niet meer dan er staat. Misschien is de les wel: Word nooit een oud zeurmens, want dan kon het wel eens slecht met je aflopen …

Hoofdkarakters:

De belangrijkste karakters in het boek zijn:
• George Kranky: een jongen die met zijn ouders en oma op een boerderij woont, ver weg van andere mensen;
• Mr Killy Kranky: de vader van George, een hardwerkende boer;
• Mrs Mary Kranky: de moeder van George, een aardige, zorgzame vrouw;
• Grandma: een boze oma, een dame die nog het meest doet denken aan een boze heks uit een sprookje.

Bijfiguren:

Het verhaal kent weinig karakters: George, zijn oma, zijn vader en zijn moeder. Meer figuren komen niet voor in het verhaal, een enkele kip, geit of pony (Jack Frost) daargelaten.
De verhoudingen in het verhaal zijn prima te volgen. Op een gegeven moment is de lezer benieuwd of de ouders van George diens drieste plan wel zullen goedkeuren, maar tot echte problemen in het gezin leidt het mishandelen van oma niet.

Website:

http://www.roalddahl.com/roald-dahl/stories/1980s/georges-marvellous-medicine

Film:

‘George’s Marvellous Medicine’ is niet verfilmd.

Overig:

Kijk / Luister eens naar de Britse acteur Rik Mayall, die voor de BBC (het programma ‘Jackanory’) het verhaal voorleest.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Roald Dahl.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The BFG van Roald Dahl
• Alice’s Adventures in Wonderland van Lewis Carroll
• Tatty Apple van Jenny Nimmo

Citaat:

Soon, her head and shoulders had completely disappeared through the ceiling and she was still going. (p.44)

Vragen over het boek:

1. Vergelijk ‘George’s Marvellous Medicine’ met een ander boek van Roald Dahl (bijvoorbeeld met The Witches). Wat zijn de overeenkomsten / verschillen? Welk boek vind je het beste, en waarom?
2. Luister / Kijk naar de Britse acteur Rik Mayall die het verhaal voorleest. Op welke momenten vind je het verhaal erg grappig worden? Komt dit overeen met de scenes die jij grappig vond toen je het boek las? Hoe komt dit volgens jou?
3. Hoe denkt Roald Dahl over kinderen? Hoe denkt hij over volwassenen? Baseer je antwoord op wat je hebt gelezen in dit boek.
4. ‘George’s Marvellous Medicine’ zou je een modern sprookje kunnen noemen. In welk opzicht lijkt het verhaal op een sprookje; in welk opzicht wijkt het ervan af?