4/5 - (1 stemmen)

If Beale Street Could Talk

Niveau:
Genre: love
Thema: discrimination

Getagd op:
Verkrijgbaar bij bol.com
var bol_sitebar_v2={"id":"bol_1693248588003", "baseUrl":"partner.bol.com","productId":"30238080","familyId":"30238080","siteId":"30874","target":true,"rating":true,"price":true,"deliveryDescription":true,"button":true,"linkName":"If%20Beale%20Street%20Could%20Talk%2C%20James%20Baldwin","linkSubId":""};

SNEL NAAR...





Het begin!

I look at myself in the mirror. I know that I was christened Clementine, and so it would make sense if people call me Clem, or even, come to think of it, Clementine, since that’s my name: but they don’t. People call me Tish. I guess that makes sense, too. I’m tired, and I’m beginning to think that maybe everything that happens makes sense. Like, if it didn’t make sense, how could it happen? But that’s really a terrible thought. It can only come out of trouble – trouble that doesn’t make sense.
Today, I went to see Fonny. That’s not his name, either, he was christened Alonzo: and it might make sense if people call him Lonnie. But no, we’ve always called him Fonny. Alonzo Hunt, that’s his name. I’ve known him all my life, and I hope I’ll always know him. But I only call him Alonzo when I have to break down some real heavy shit to him.
Today, I said, ‘- Alonzo - ?’
And he looked at me, that quickening look he has when I call him by his name.
He’s in jail. So where we were, I was sitting on a bench in front of a board. And we were facing each other through a wall of glass between us. You can’t hear anything through this glass, and so you both have a little telephone. You have to talk through that. I don’t know why people always look down when they talk through a telephone, but they always do. You have to remember to look up at the person you’re talking to.
I always remember now, because he’s in jail and I love his eyes and every time I see him I’m afraid I’ll never see him again. So I pick up the phone as soon as I get there and I keep looking up at him.

© Michael Joseph Ltd, 1974

^ Terug naar boven

Algemeen

Fonny en Tish zijn twee verliefde jongeren. Hij is eenentwintig, zij is negentien. Fonny is beeldhouwer. En allebei zijn ze zwart. Ze wonen in Harlem, een deel van New York City dat in de tweede helft van de twintigste eeuw een slechte plek was om te wonen. Er woonden kanslozen, criminelen, werklozen, armen. Maar vooral woonden er minderheden: zwarte Amerikanen, Porto Ricanen, Cubanen, Zuid-Amerikanen. Kortom: mensen die weinig kansen in het leven kregen.
En zo is het ook met Fonny en Tish. Op het moment dat ze gelukkig lijken te worden, gaat het helemaal mis. Tish en Fonny willen hun hele leven bij elkaar blijven. Maar dan wordt Fonny gearresteerd. Als Tish aan Fonny vertelt dat ze zwanger is zit Fonny in de gevangenis. Er is in het stadsdeel Harlem een Porto Ricaanse vrouw verkracht en Fonny wordt van die misdaad verdacht. Uiteraard gelooft Tish in zijn onschuld. Maar de bewijzen stapelen zich op tegen hem. Een (blanke) agent is zeker van zijn schuld; de verkrachte vrouw heeft hem aangewezen als de dader. De vrouw is daarna hals over kop naar Porto Rico vertrokken.
Als Tish gelukkig wil worden zal ze Fonny vrij moeten zien te krijgen. Maar hoe kan dat? Wie gelooft in Fonny’s onschuld? En hoe krijgt Tish die Porto Ricaanse vrouw te spreken?


^ Terug naar boven

Boekinformatie

ERK Niveau:
B1

Schrijver:
James Baldwin

Jaar van uitgave:
1974

Aantal pagina's:
230

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
1960-1980

Plaats van handeling:
USA, New York City, Harlem

Bijzonderheden:
Een boek in twee delen zonder verdere hoofdstukken.
Deel I: ‘Troubled about My Soul’
Deel II: ‘Zion’

In het Nederlands heet het boek ‘Als Beale Street kon praten’.


^ Terug naar boven

Het boek - onderwerp

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De roman ‘If Beale Street Could Talk’ is een ontroerend liefdesverhaal, ook na zo veel jaren. Het verhaal speelt zich af in het New Yorkse stadsdeel Harlem, dat heel lang een verwaarloosd en arm gebied was, vooral bevolkt door kansloze Afro-Amerikanen en andere minderheden (zoals Porto Ricanen). Als je wilt lezen over een bijna onmogelijke liefde tussen twee zwarte jongeren dan is dit een mooi verhaal voor jou.


WAT MOET JE WETEN?

Het leven van zwarte mensen was in de tweede helft van de twintigste eeuw zo mogelijk nog moeilijker dan tegenwoordig in de USA. Veel mensen werden (onterecht) beschuldigd van misdaden; veel kans op werk was er niet en zwarte mensen stonden altijd onderaan de ladder van de maatschappij. Het stadsdeel Harlem was hier een voorbeeld van; de werkloosheid, het geweld en de armoede was hier zo mogelijk nog erger dan in andere Amerikaanse stadswijken. James Baldwin wist hier alles van: als kind had hij lang in Harlem gewoond.
Tegenwoordig is Harlem trouwens een hippe wijk; veel straten zijn opgeknapt, er is een bloeiend uitgaansleven en veel muziektenten en theaters zijn tegenwoordig the place to be. Ten tijde van ‘If Beale Street Could Talk’ was dat wel even anders.




^ Terug naar boven

Het boek - Moeilijkheid

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘If Beale Street Could Talk’ zijn eigenlijk nergens moeilijk te noemen. zinnen zijn kort, alinea’s ook. Hoewel er geen hoofdstukken zijn, zijn er zo nu en dan wel witregels. De hoofdpersonen – vooral de verteller Tish – gebruikt wel vaak slang. Maar de meeste van die woorden zul je wel kennen uit de films of van de muziek.
Er zijn veel dialogen.


DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal in ‘If Beale Street Could Talk’ is bijna nooit lastig, op de slang na. Tish spreekt/schrijft als een weinig ontwikkelde Amerikaanse, vol met een verkeerde volgorde van woorden in een zin en vaak met dubbele ontkenningen (‘I ain’t got no …’).
Het verhaal is romantisch en vaak heel ontroerend. Wel bekruipt je als lezer vaak een gevoel van machteloosheid: hoe komen deze jonge mensen ooit uit de problemen (die buiten hun schuld ontstaan zijn)?
Op basis van deze eigenschappen is ‘If Beale Street Could Talk’ een boek met een literair niveau C 4d en een taal-(ERK-)niveau B1.

 


Schrijfstijl:

James Baldwin is vaak een verontwaardigde schrijver (en terecht). Hij stelde de misstanden in zijn vaderland regelmatig aan de kaak. En in dit geval is dat discriminatie. Door racisme worden de jonge mensen van misdaden beticht en – vanwege hun huidskleur – al heel snel veroordeeld. ‘If Beale Street Could Talk’ is een roman die helaas aan actualiteit weinig heeft ingeboet.



^ Terug naar boven

Het boek - het verhaal

Actie:

De roman ‘If Beale Street Could Talk’ is een verhaal met redelijk veel actie. Veel van die actie heeft echter al plaatsgevonden voordat het verhaal wordt verteld. Door middel van flashbacks kom je het een en ander over Fonny en over Tish te weten. De actie wordt dus op een heel speciale manier weergegeven (off-stage als het ware).


Tijd:

‘If Beale Street Could Talk’ speelt zich af in een periode na de Tweede Wereldoorlog, waarschijnlijk ergens in de jaren ’60 of ’70. Het exacte jaar wordt niet gegeven. Wel is het duidelijk dat het een periode was, waarin de zwarte mensen in de USA erg werden gediscrimineerd. Omdat zoiets ook het geval was in de (moderne) stad New York, ligt het voor de hand dat het ergens in de periode 1960-1975 moet zijn geweest. Sindsdien is de positie van zwarten in vooruitstrevende steden als New York (en Harlem) duidelijk verbeterd.


Plaats:

New York is de setting van de roman ‘If Beale Street Could Talk’. Het stadsdeel waar alles gebeurt is Harlem, een grote wijk ten noorden van Central Park op het eiland Manhattan. Tegenwoordig is het grotendeels een hippe wijk met veel uitgaansmogelijkheden; tot het begin van deze eeuw was het een stadsdeel getekend door geweld, armoede en werkloosheid.


Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘If Beale Street Could Talk’: zullen Tish en Fonny het geluk vinden waarop ze hopen?


Verteller:

De roman ‘If Beale Street Could Talk’ heeft een ik-verteller, wat vaak zorgt voor een onbetrouwbaar perspectief. Tish is een emotionele verteller, iemand die dicht op het verhaal zit. Maar ook iemand, die door haar subjectieve blik en door haar verliefdheid misschien de werkelijkheid wel eens uit het oog verliest.




^ Terug naar boven

Het boek - de karakters

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘If Beale Street Could Talk’ zijn:
• Clementine (‘Tish’) Rivers: een 19-jarig zwart meisje, verliefd op Fonny, zwanger van hun kindje;
• Alonzo (‘Fonny’) Hunt: een 21-/22-jarige zwarte jongen, een beeldhouwer. Hij is verliefd op Tish; als het verhaal begint zit hij gevangen, beschuldigd van een verkrachting van een Porto Ricaanse vrouw.


Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘If Beale Street Could Talk’ zijn:
• Mrs. Sharon Rivers: de moeder van Tish;
• Mr. Joseph Rivers: de vader van Tish;
• Ernestine: de zuster van Tish;
• Mr. Frank Hunt: de vader van Fonny;
• Mrs. Hunt: de moeder van Fonny;
• Adrienne en Sheila: zusters van Fonny;
• Mr. Hayward: de advocaat van Fonny;
• Mrs. Victoria Rogers: de Porto Ricaanse vrouw.





^ Terug naar boven

Het boek - verder


Film:

De roman ‘If Beale Street Could Talk’ is niet verfilmd.


Overig:

De titel van de roman, ‘If Beale Street Could Talk’, is geïnspireerd op een oude blues song (uit 1916), ‘Beale Street Blues’. Deze song werd onder andere door de zwarte blues- en jazzzangeres Ella Fitzgerald en door de jazztrompettist Louis Armstrong uitgevoerd. Overigens is Beale Street een straat in Memphis, Tennessee, en niet in New York.



^ Terug naar boven

Auteur en Werken

Link naar pagina over auteur
-->Informatie over James Baldwin.

Auteur:

Werken:


^ Terug naar boven

Meer

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Their Eyes Were Watching God van Zora Neale Hurston
The Bluest Eye van Toni Morrison
The Nickel Boys van Colson Whitehead


Citaat:
Though death took many forms, though people died early in many different ways, the death itself was very simple and the cause was simple, too: as simple as a plague: the kids had been told that they weren’t worth shit and everything they saw around them proved it. They struggled, they struggled, but they fell, like flies, and they congregated on the garbage heaps of their lives, like flies. And perhaps I clung to Fonny, perhaps Fonny saved me because he was just about the only boy I knew who wasn’t fooling around with the needles or drinking cheap wine or mugging people or holding up stores – and he never got his hair conked: it just stayed nappy. (pp. 39-40)

Vragen over het boek:

1. De roman gaat onder andere over racisme. Geef hier twee voorbeelden van uit het boek.
2. De roman gaat ook over relaties tussen ouders en kinderen. In welk opzicht zijn de relaties van Tish en haar ouders anders dan die van Fonny en zijn familie?
3. Welke persoon vind je het meest volhoudend, Fonny of Tish? Waarom vind je dat?
4. Welke kritiek heeft Baldwin op de Amerikaanse samenleving? Waaruit blijkt dat in deze roman?




^ Terug naar boven

Comments are closed.