It is a curious thing that at my age – fifty-five last birthday – I should find myself taking up a pen to try to write a history. I wonder what sort of a history it will be when I have finished it, if ever I come to the end of the trip! I have done a good many things in my life, which seems a long one to me, owing to my having begun work so young, perhaps. At an age when other boys are at school I was earning my living as a trader in the old Colony. I have been trading, hunting, fighting, or mining ever since. And yet it is only eight months ago that I made my pile. It is a big pile now that I have got it – I don’t yet know how big – but I do not think I would go through the last fifteen or sixteen months again for it; no, not if I knew that I should come out safe at the end, pile and all. But then I am a timid man, and dislike violence; moreover, I am almost sick of adventure. I wonder why I am going to write this book: it is not in my line. I am not a literary man, though very devoted to the Old Testament and also to the ‘Ingoldsby Legends.’ Let me try to set down my reasons, just to see if I have any.
First reason: Because Sir Henry Curtis and Captain John Good asked me.

© Airmont Classics, 1967

Al in de zestiende eeuw was er een Portugese ontdekkingsreiziger, José da Silvestra, die beweerde de legendarische goud- en diamantmijnen van de joodse King Solomon (Koning Salomo) in Zuid-Afrika te hebben gevonden. De Portugees kwam om bij die poging, maar hij was nog wel in staat om een kaart te maken van het gebied, waarop de vindplaats van de mijnen ongeveer getekend stond. Bijna drie honderd jaar later komt de kaart via een nazaat van de Portugese ontdekkingsreiziger in handen van de jager en handelaar Alan Quatermain. Alan werkt al bijna zijn hele leven in Natal, Zuid-Afrika. Dus wanneer hij twee Britten ontmoet die op zoek gaan naar die mijn, besluit hij – tegen een flinke beloning – met hen mee te gaan. De Britten zijn een marineofficier, Captain John Good, en een rijke edelman, Sir Henry Curtis. De broer van Curtis verdween enkele jaren terug: hij vertrok naar Zuid-Afrika – op zoek naar die mysterieuze mijnen …
Om zich goed voor te bereiden op de reis nemen de blanke mannen een aantal inlanders mee. Eén van hen is Umbopa, een Afrikaan van hoge komaf die het gebied goed lijkt te kennen. De tocht voert het reisgezelschap door een hete woestijn en over woeste bergen. Ze ontmoeten olifanten en leeuwen. Maar het echte gevaar komt pas wanneer ze de bergen zijn overgegaan …

ERK Niveau:

B2

Schrijver:

Henry Rider Haggard

Jaar van uitgave:

1885

Aantal pagina's:

221

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1850-1900

Plaats van handeling:

Afrika: Zuid-Afrika, de provincie Natal

Bijzonderheden:

De roman bestaat uit 20 getitelde hoofdstukken
In het Nederlands heet het boek ‘Koning Solomon’s mijnen’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De avonturenroman ‘King Solomon’s Mines’ (1885) is een reuze spannend verhaal, ook na al die jaren. Het werd talloze malen verfilmd en bewerkt; er zijn toneelstukken, hoorspelen en spelletjes van gemaakt en het boek blijft nog altijd heel populair. Die populariteit is waarschijnlijk te danken aan het snelle verteltempo en aan de dramatische handelingen in het verhaal.

WAT MOET JE WETEN?

‘King Solomon’s Mines’ is een verhaal over een legende. De Bijbelse Koning Salomo (Solomon in het Engels) zou mijnen hebben geëxploiteerd in Afrika – waar hij veel van zijn rijkdom vandaan haalde: goud, zilver, diamanten. Die mijnen waren later onvindbaar. Sir Henry Rider Haggard situeert die mijnen in een woest gebied in Zuid-Afrika. Om het verhaal nog authentieker te maken, liggen er vóór het gebergte waar die mijnen te vinden zijn twee bergen die bekend staan onder de naam ’Sheba’s Breasts’. ‘Sheba’ verwijst naar de Bijbelse koningin uit een Afrikaans land met wie Koning Salomo volgens de Bijbel bevriend was. Het land van Sheba lag overigens ergens in de buurt van het huidige Ethiopië, in Oost-Afrika.
Wel is duidelijk dat dit een oud(erwets) boek is: er wordt vrij negatief over Afrikanen gesproken en het jagen op groot wild (olifanten) wordt met veel enthousiasme gedaan …

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘King Solomon’s Mines’ zijn niet moeilijk. Je moet wel even het eerste hoofdstuk goed lezen om erachter te komen wie met wie waar naartoe zal gaan. Maar als je dat eenmaal weet, leest het verhaal als een trein en val je van het ene avontuur in het andere.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn over het algemeen kort en er zijn veel dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

Wat taal betreft is ‘King Solomon’s Mines’ heel goed te lezen. Dat het een verhaal uit 1885 betreft, is nauwelijks merkbaar: Sir Henry Rider Haggard schreef voor zo veel mogelijk lezers.
En dat verhaal is heel spannend geworden. Het gaat over een mysterie: de Bijbelse Koning Solomon (Salomo) had volgens de overlevering heel veel rijkdommen. En die haalde hij voor een deel uit – later onvindbare – mijnen. Deze mijnen situeert Rider Haggard in Zuid-Afrika.
Op basis van deze eigenschappen is ‘King Solomon’s Mines’ een boek met een literair niveau C 4d en een taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

‘King Solomon’s Mines’ is heel spannend geschreven. Sir Henry Rider Haggard had weinig literaire ambities, maar hij wilde een spannend verhaal schrijven. In oorsprong voor jongens, maar daar is het verhaal uiteindelijk veel te heftig voor geworden: ‘King Solomon’s Mines’ is een spannende roman voor volwassenen.

Actie:

De roman ‘King Solomon’s Mines’ is een verhaal met veel actie. Het weer is onbarmhartig: heet in de woestijn, ijskoud in de bergen. De reizigers ontmoeten leeuwen, olifanten en andere dieren. Het meeste gevaar komt echter van de mensen die ze ontmoeten.

Tijd:

‘King Solomon’s Mines’ speelt zich af in de jaren 1850-1900 (maar uiteraard is het een fantasietijd). Het verhaal neemt in totaal een aantal weken in beslag. Er zijn een paar flashbacks die duidelijk maken dat er al eerdere ontdekkingsreizen naar de mysterieuze mijnen waren.

Plaats:

De setting van ‘King Solomon’s Mines’ is een ongerepte gebied in Zuid-Afrika. De roman speelt zich vrijwel geheel af in het landsdeel Natal, in de woestijn en in de gevaarlijke en onbewoonde berggebieden.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘King Solomon’s Mines’: zal het Alan Quatermain en zijn metgezellen lukken om de verdwenen Engelsman (en de mijn van Koning Solomon) te vinden?

Verteller:

De roman ‘King Solomon’s Mines’ heeft een ik-verteller, wat soms zorgt voor een onbetrouwbaar perspectief.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘King Solomon’s Mines’ zijn:
• Alan Quatermain (in het Kukuana: Macumazahn): een 55-jarige jager uit Durban (Natal) in Zuid-Afrika. Alan werkt al heel lang als jager en als handelaar; tegenwoordig verdient hij vooral geld om de medicijnenstudie van zijn zoon Harry in Londen te betalen. Alan ziet zichzelf als een niet al te dappere man die echter wel zijn best doet om te overleven;
• Sir Henry Curtis (in het Kukuana: Incubu): een ongeveer 30-jarige rijke Engelsman. Sir Henry gaat in Zuid-Afrika op zoek naar zijn verdwenen broer. Hij is stoer, sterk (als een Viking, denkt Alan);
• Captain John Good (in het Kukuana: Bougwan): een voormalige Britse 31-jarige marineofficier. Hij ziet er altijd uit als een gentleman, compleet met lorgnet en kunstgebit;
• Umbopa (in het Kukuana: Ignosi): een Zulu die met de mannen op reis gaat. Hij gaat mee als bediende, maar uit alles blijkt dat hij een belangrijke zwarte man is.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘King Solomon’s Mines’ zijn:
Bedienden die met de avonturiers meegaan:
• de Zulu’s Goza, Tom en Khiva;
• de Hottentot Ventvögel.
Inwoners van Kukuana-land:
• Twala: de koning van de Kukuana, een vervaarlijke en bijzonder wrede leider;
• Scragga: zijn zoon, de troonopvolger, zo mogelijk nog wreder dan zijn vader;
• Infadoos: een hoge militair, verwant aan de koninklijke familie;
• Gagool: de priesteres van de Kukuana, een verschrompeld vrouwtje van honderden jaren oud. Zij is een kwaadaardig wezen dat nog het meest op een aapje lijkt;
• Foulata: een jonge, mooie vrouw die geofferd zal gaan worden.

Website:

https://www.britannica.com/topic/King-Solomons-Mines-novel-by-Haggard

Film:

De roman ‘King Solomon’s Mines’ is meermalen verfilmd (in ieder geval zes maal). De roman heeft ook veel invloed gehad op succesvolle avonturenfilms (zoals ‘Raiders of the Lost Ark’ en andere spektakelfilms).

Overig:

Na het succes van ‘King Solomon’s Mines’ schreef Sir Rider Haggard nog heel veel boeken – velen daarvan borduurden voor op het succes van deze roman: zo schreef hij meerdere romans met Alan Quatermain in de hoofdrol.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Henry Rider Haggard.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Treasure Island van Robert Louis Stevenson
• The Prisoner of Zenda van Anthony Hope
• Lost Horizon van James Hilton

Citaat:

When the ceremony was over we waited upon Ignosi, and informed him that we were now anxious to investigate the mines to which Solomon’s Road ran, asking him if he had discovered anything about them. (p.174)

Vragen over het boek:

1. Waarom besluit Alan Quatermain mee te gaan naar King Solomon’s mijnen?
2. Waaruit blijkt dat Umbopa niet zo maar een onontwikkelde bediende is?
3. Hoe kan de groep blanken de inwoners van Kukuana imponeren?
4. Waarom is Gagool levensgevaarlijk voor de drie blanke mannen?