Almost everyone thought the man and the boy were father and son.
They crossed the country on a rambling southwest line in an old Citroën sedan, keeping mostly to secondary roads, traveling in fits and starts. They stopped in three places along the way before reaching their final destination: first in Rhode Island, where the tall man with the black hair worked in a textile mill; then in Youngstown, Ohio, where he worked for three months on a tractor assembly line; and finally in a small California town near the Mexican border, where he pumped gas and worked at repairing small foreign cars with an amount of success that was, to him, surprising and gratifying.
Wherever they stopped, he got a Maine newspaper called the Portland ‘Press-Herald’ and watched it for items concerning a small southern Maine town named Jerusalem’s Lot from time to time.

© Penguin Random House Company / Signet, 1975

De schrijver Ben Mears heeft als kind een paar jaar bij zijn tante in het stadje ‘salem’s Lot gewoond. Daar had hij een angstaanjagende ervaring in Marsten House, een oud, verlaten huis waar jaren geleden een moord had plaatsgevonden. Nu, het is het jaar 1975, besluit Ben een roman te schrijven over het volgens hem nog altijd leegstaande huis.
Maar dat huis blijkt kortgeleden verkocht te zijn. Een norse antiekhandelaar, R.T. Straker, heeft het huis gekocht voor hem en voor zijn afwezige partner, Kurt Barlow. Straker wil samen met die partner een antiekzaak in ‘salem’s Lot openen.
De bewoners van het kleine stadje in Maine kijken met nieuwsgierigheid – en soms met argwaan – naar de drie nieuwkomers: een schrijver die de hele dag zit te typen op een huurkamer, een nukkige handelaar die allerlei vreemde meubels en andere spullen in het lege huis binnen brengt.
Transporteurs vervoeren spulletjes, werkloze mannen verdrinken hun eenzaamheid, schoolkinderen pesten elkaar, doodgravers doen hun werk. En de mooie Susan wordt verliefd op de intrigerende schrijver Ben Mears.
Maar dan op een dag verdwijnt een jongetje. En zijn oudere broertje wordt verward in het ziekenhuis opgenomen, lijdend aan geheugenverlies – en aan bloedarmoede …

ERK Niveau:

B2

Schrijver:

Stephen King

Jaar van uitgave:

1975

Aantal pagina's:

427

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1970-1980

Plaats van handeling:

USA, een stadje in de staat Maine

Bijzonderheden:

Een roman in 3 delen en in veel genummerde hoofdstukken, voorafgegaan en afgesloten door een epiloog.
In het Nederlands heet de roman ‘Bezeten Stad’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De horrorroman ‘salem’s Lot’ is de tweede roman van Stephen King. Het is een vampierverhaal: een modern Dracula-verhaal. Stephen King verplaatste de handelingen van een klein Brits stadje naar een slaperig dorpje in de rustige staat Maine. Maar de inwoners zijn even naïef als die in het oude verhaal; en iets dergelijks geldt ook voor de vampiers: zij zijn zo mogelijk nog bloeddorstiger dan Dracula himself.

WAT MOET JE WETEN?

‘salem’s Lot’ heeft de roman Dracula als uitgangspunt. Toch is het een heel ander verhaal geworden. Stephen King heeft veel aandacht voor de ‘gewone’ man en vrouw in een stadje: de stoere jongen, de drankzuchtige echtgenoot, de overspelige vrouw, de praatjesmaker, de geldwolf en de dommekracht.

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘salem’s Lot’ zijn niet moeilijk. De alinea’s en de (sub)hoofdstukken zijn over het algemeen kort en er zijn heel veel dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘salem’s Lot’ is goed te begrijpen. Dat geldt ook voor het verhaal: het is een gruwelijk spannend verhaal dat ervoor zorgt dat je goed kijkt als je ’s avonds alleen door een park loopt en dat je ervoor zorgt dat ’s avonds al je ramen dicht zijn … Een mogelijk nadeel van de roman is, dat Mr. King heel veel vertellen wil in het begin: hij introduceert heel veel inwoners van ‘salem’s Lot en dat vertraagt het tempo in het begin. Wees gewaarschuwd: de roman is rauw en zo nu en dan zeer schokkend. Mensen aan de zelfkant van het leven – zoals veel inwoners van ‘salem’s Lot – nemen geen blad voor de mond en ze gedragen zich soms minder fatsoenlijk dan je zou hopen. Op basis van deze eigenschappen is ‘salem’s Lot’ een boek met een literair niveau C 5a en een taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

‘salem’s Lot’ is heel spannend en schokkend, zoals je van Stephen King kunt verwachten. Maar het is ook een vroege roman van de schrijver: het duurt een tijdje voordat duidelijk wordt wat de plot zal zijn van dit verhaal.

Actie:

De horrorroman ‘salem’s Lot’ is een verhaal met heel veel actie. Die actie begint traag (ergens rond pagina 50), maar dan gaat het verhaal ook helemaal los.

Tijd:

‘salem’s Lot’ speelt zich af in het jaar 1975. Het verhaal bestrijkt een periode van een aantal weken, voorafgegaan door een proloog en afgesloten door een epiloog die enkele jaren later spelen.

Plaats:

De setting van ‘salem’s Lot’ is het gelijknamige ‘salem’s Lot (eigenlijk: Jerusalem’s Lot), een dorp in de Amerikaanse staat Maine. Het denkbeeldige dorp ligt in de thuisstaat van Mr. King: een stadje omgeven door bossen en heuvels, een plaats waar de natuur duidelijk zichtbaar is, ook in het stadje (veel begroeiing, een riviertje).

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘salem’s Lot’: zal het Ben en zijn vrienden lukken om de vampiers tegen te houden?

Verteller:

De roman ‘salem’s Lot’ heeft een auctoriale verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘salem’s Lot’ zijn:
• Ben Mears: een schrijver die na vijfentwintig jaar terugkeert naar het stadje waar hij een aantal jaren bij zijn tante woonde. Ben had veel succes met zijn eerste roman, de volgende twee verkochten iets minder goed. Nu wil hij een vierde roman schrijven, een verhaal over het ver-laten huis waar hij als kind een paar angstige uren doormaakte;
• Susan Norton: een jonge vrouw die bij haar ouders thuis woont. Zij wil fotografe worden en dan naar New York verhuizen. Haar plannen worden in de ijskast gezet wanneer ze Ben Mears ontmoet;
• Matthew (Matt) Burke: een oudere, aardige docent (die veel ordeproblemen heeft). Matt is een deskundige op het gebied van de horrorliteratuur;
• Jimmy (James) Cody: de huisarts van onder andere Matt. Hij is een oud-leerling van de docent;
• Mark Petrie: een nieuwe, twaalfjarige leerling die sinds kort in ‘salem’s Lot woont. Hij lijkt een beetje een watje – hij is stil en verlegen en hij draagt een brilletje. Maar hij is eveneens een taaie gast die door de vele verhuizingen van het gezin een dikke huid heeft gekregen;
• R.T. (Richard Throckett) Straker: de koper van Marsten House. Hij heeft het leegstaande, vervallen huis gekocht samen met een leegstaande winkel om daarin (duur) antiek te verkopen;
• Kurt Barlow: de partner van Straker. Lange tijd krijgt niemand hem te zien.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘salem’s Lot’ zijn:
In ‘salem’s Lot:
• Parkins Gillespie en Nolly Gardener: twee politieagenten;
• Ann en Bill Norton: de ouders van Susan;
• Hal en Jack Griffen: boerenzoons;
• Irwin (Win) Purinton: de 61-jarige melkboer;
• Eva Miller: de hospita waar Ben een kamer huurt;
• Sandy en Roy McDougal: een echtpaar dat met hun zoontje Randy in een mobile home woont;
• Mike Ryerson: de grafdelver en tuinman die de begraafplaatsen onderhoudt (‘grounds keeper’);
• Charlie Rhodes: de chauffeur die de schoolbus bestuurt;
• Ed (‘Weasel’) Craig: een aan lager wal geraakte man die bij Mrs Miller een kamer huurt;
• Richie Boddin: de 11-jarige ‘school bully’;
• Lawrence (Larry) Crockett: de plaatselijke makelaar. Hij heeft een eenvoudig kantoortje, maar hij heeft heel veel geld met de huizenhandel verdiend;
• Babs Griffen: een kapster, een boerendochter;
• Bonnie Sawyer: een jonge vrouw die een verhouding met de jonge Corey Bryant heeft;
• Reggie Sawyer: de echtgenoot van Bonnie;
• Floyd Tibbits: een boekhouder, vriend van Susan Norton;
• De familie Glick: Marjorie, Tony, Danny en Laurie;
• Mabel Werts: een bejaarde dame, die alles weet wat er in haar stadje gebeurt;
• Henry en June Petrie: de ouders van Mark;
• Grover Verrill: een kamerhuurder bij Mrs. Miller;
• Royal Snow en Hank Peters: twee vervoerders die soms klusjes doen voor Larry Crockett;
• Father Donald Callahan: de Rooms-Katholieke priester van het stadje;
• Rhoda Curless: de huishoudster van Father Callahan;
• June en Henry Petrie: de ouders van Mark;
• Dud Rogers: de gebochelde beheerder van de vuilnisbelt van ‘salem’s Lot;
• Del Markey: de eigenaar van de plaatselijke bar;
• Franklin Boddin en Virgil Rathbun: twee alcoholische vrienden;
• Maury Green: een begrafenisondernemer;
• County Sheriff Homer McCaslin: het hoofd van politie in het district;
• Miss Coogan: een werknemer in een tijdschriftenzaak;
• Sonny James: een garagehouder.
In Mexico:
• Jesús de la rey Muñoz en Father Gracon: twee geestelijken.

Website:

http://stephenking.wikia.com/wiki/Salem%27s_Lot 

Film:

De roman ‘salem’s Lot’ is een paar maal verfilmd, als bioscoopfilm en als TV-serie.

Overig:

Stephen King baseerde ‘salem’s Lot’ (uiteraard) op de horrorroman Dracula, maar toen hij het vervallen en spookachtige Marsten House bedacht, had hij (volgens eigen zeggen) een andere roman in gedachten: The Haunting of Hill House.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Stephen King.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The Shining van Stephen King
• Dracula van Bram Stoker
• Interview with the Vampire van Anne Rice

Citaat:

It was almost noon when they got to the ‘salem’s Lot turnoff, and Ben was reminded achingly of the day he had arrived here determined to exorcise all the demons that had haunted him, and confident of his success. That day had been warmer than this, the wind had not been so strong out of the west, and Indian summer had only been beginning. He remembered two boys with fishing poles. The sky today was a harder blue, colder. (p.424)

Vragen over het boek:

1. Waarom is Marsten House zo lang onbewoond geweest?
2. Wat heeft de eerste eigenaar van Marsten House met Barlow te maken?
3. Waarom is Father Callahan belangrijk voor het verhaal?
4. Wat heeft Ben Mears met Marsten House te maken gehad?