This is the story of a lover’s triangle, I suppose you’d say – Arnie Cunningham, Leigh Cabot, and, of course, Christine. But I want you to understand that Christine was there first. She was Arnie’s first love, and while I wouldn’t presume to say for sure (not from whatever heights of wisdom I’ve attained in my twenty-two years, anyway), I think she was his only true love. So I called what happened a tragedy.

Arnie and I grew up on the same block together, went to Owen Andrews Grammar School and Darby Junior High together, then to Libertyville High together. I guess I was the main reason Arnie didn’t just get gobbled up in high school. I was a big guy there – yeah, I know that doesn’t mean donkeyshit; five years after you’ve graduated you can’t even cadge a free beer on having been captain of the football and baseball teams and an All-Conference swimmer – but because I was, Arnie at least never got killed. He took a lot of abuse, but he never got killed.

© The Viking Press, 1983.

Arnie Cunningham is een beetje een nerd: hij heeft heel veel puistjes, zijn ouders zijn moderne mensen (en ook nog eens docenten) die zich door hun zoon en door diens vriend met hun voornamen laten aanspreken. Arnie is een sullig figuur, een schaaktalent, hij heeft niets met sport en veel vrienden heeft hij niet.
Zijn enige vriend, Dennis Guilder, is hem echter altijd trouw. Hij leent hem zelfs geld wanneer Arnie een oud krot van een auto ziet: een Plymouth Fury uit 1958, een twintig jaar oude Amerikaan. De verkoper is een onbetrouwbare, sikkeneurige oud-militair.
Al snel na de aankoop wordt Arnie een andere jongen. Zijn puistjes verdwijnen, hij wordt zelfverzekerder (maar ook onverschilliger en brutaler), hij krijgt een vriendin en hij brengt al zijn vrije tijd bij zijn auto door – een auto die ‘Christine’ heet …
Dennis ziet dat alles met lede ogen aan. Hij merkt dat de ouders en de vriendin van Arnie hoe langer hoe meer vervreemd raken van hun zoon en vriend en ook de vriendschap tussen Arnie en Dennis is aan het veranderen. Arnie knapt zijn auto stukje bij beetje op – wel een prestatie voor iemand zonder monteursopleiding en met vrij weinig geld.
En dan, op een avond, wordt Christine grotendeels vernield: de buitenkant, maar ook de motor worden onder handen genomen door vier rotjochies.
En dat hadden ze beter niet kunnen doen …

ERK Niveau:

B2

Schrijver:

Stephen King

Jaar van uitgave:

1983

Aantal pagina's:

503

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1970-1980

Plaats van handeling:

USA, een denkbeeldig stadje in de staat Pennsylvania

Bijzonderheden:

Een roman in 3 delen en in 51 getitelde hoofdstukken.
In het Nederlands heet de roman eveneens ‘Christine’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De horrorroman ‘Christine’ is een belangrijke roman die Mr. King over een boosaardige auto schreef (er zouden later nog een paar verhalen en romans volgen). Er gebeuren veel onverwachte en vaak schokkende dingen. Het kan uiteraard allemaal niet, maar de bezetenheid van Arnie voor zijn vriendin Christine is vaak wel voorstelbaar – een jongen die zo vaak en zo veel gepest is geweest in zijn jonge leven.

WAT MOET JE WETEN?

Voor het waarderen van ‘Christine’ heb je weinig specifieke kennis nodig. Het verhaal speelt zich af in een klein, denkbeeldig arbeidersstadje in de staat Pennsylvania. De gemiddelde inwoner van de stad is niet echt rijk: er zijn veel werklozen en veel mensen die nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden. In die wereld is een gammele auto als Christine heel goed te plaatsen.

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘Christine’ zijn nergens erg moeilijk. Het is de taal van de jongeren uit 1983 die hier gebruikt wordt. Dat betekent veel toentertijd modieuze woorden, maar ook veel vloek- en scheldwoorden.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn over het algemeen kort. Er zijn veel dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘Christine’ is heel begrijpelijk. Wel moet je gewaarschuwd worden: Mr. King noemt man en paard en hij kuist zijn taal nergens.
Het verhaal is spannend en het wordt in een hoog tempo verteld. Het is allemaal fantasy en -met name – horror, dus je kunt heel veel onverwachte en schokkende gebeurtenissen verwachten.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Christine’ een boek met een literair niveau C 4c en een taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

‘Christine’ is vlot geschreven. Maar wel met veel vloek- en scheldwoorden en met veel geweldsscènes.

Actie:

De horrorroman ‘Christine’ is een verhaal met zeer veel actie, vaak schokkend en heel gewelddadig.

Tijd:

‘Christine’ speelt zich af in de jaren 1970-1980. Dat is vaak te merken aan de muziek (Bruce Spring-steen, Jonathan Richman and the Modern Lovers) – hoewel er heel veel verwijzingen zijn naar oudere muziek (uit de jaren vijftig – toen Christine nog jong was …).

Plaats:

De setting van ‘Christine’ is Libertyville, een denkbeeldig stadje in de Amerikaanse staat Pennsylvania.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Christine’: in hoeverre zal de auto ‘Christine’ de levens van Arnie en anderen bepalen?

Verteller:

De roman ‘Christine’ heeft gedeeltelijk (in deel I en deel III) een ik-verteller (Dennis Guilder), wat soms zorgt voor een onbetrouwbaar perspectief. Het tweede deel van de roman heeft een auctoriale verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘Christine’ zijn:
• Arnie Cunningham: een 17-jarige jongen. Hij is nogal een loser, iemand die op school en daarbuiten veel gepest wordt. Dat komt voor een deel door zijn uiterlijk: Arnie heeft heel veel last van acne. Maar Arnie is ook humoristisch, aardig en vrij handig. Veel uiterlijke en innerlijke kenmerken van Arnie veranderen wanneer hij Christine koopt;
• Dennis Guilder: de 17-jarige ik-verteller, de beste – en eigenlijk enige – vriend van Arnie;
• Leigh Cabot: de vriendin van Arnie, een knappe en lieve meid die sinds kort in Pennsylvania woont;
• Christine: een Plymouth Fury uit 1958, een grote, maar zeer verwaarloosde auto die jaren ongebruikt in de garage heeft gestaan – totdat Arnie hem koopt.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Christine’ zijn:
• Mr. Kenny Guilder: de vader van Dennis, een belastingconsulent;
• Mrs. Guilder: de 43-jarige moeder van Dennis. Zij werkt als tand-hygiënist, maar ze heeft ook literaire aspiraties;
• Elaine Guilder: de 14-jarige zus van Dennis. Zij heeft een slechte band met haar oudere broer – behalve wanneer hij echt gewond raakt bij een sportwedstrijd – dan laat ze merken hoe veel ze om hem geeft;
• Roland (‘Rollie’) D. LeBay: een oud-militair, een beetje een onbetrouwbaar en onsympathiek figuur. LeBay is de eerste eigenaar van de Plymouth 1958, ‘Christine’, een twintig jaar oude auto;
• Mr. Michael Cunningham: de vader van Arnie, een docent; meestal een rustig type die de problemen van zijn zoon wel begrijpt (maar desalniettemin de kant van zijn echtgenote kiest bij een conflict);
• Mrs. Regina Cunningham: de moeder van Arnie, een docente, een nogal bazige dame;
• Mrs. Natalie Cabot: de moeder van Leigh;
• Will Darnell: de 61-jarige eigenaar van een garage, een louche figuur. Darnell verhuurt autoboxen en gereedschap aan wie daar behoefte aan heeft;
• Buddy Ripperton: de ultieme bad guy, iemand die het vaak voorzien heeft op losers (zoals Arnie);
• Roger Gilman, Don Vandenberg, Peter ’Moochie’ Welch, Richie Trelawney, Sandy Galton: de vriendjes van Buddy;
• George LeBay: de broer van Roland, een keurige oud-leraar;
• Jimmy Sykes: de assistent van Will Darnell, een niet al te snuggere werknemer;
• Docenten van de school van Arnie en Dennis: Coach Puffer (de football coach van de school), Mr. Thompson (directeur), Miss Raypach (studiebegeleider), Mr. Hodder (grammatica), Mr. Casey, Mrs. Lothrop (conciërge), Mr. Leheureux (Frans), Mr. Fenderson, Coach Jones (de basketball coach), Mr. Slawson (decaan), Mr. Vickers (studieadviseur);
• Medescholieren van Arnie en Dennis: Lenny Barrong;
• Detective Rudolph (‘Rudy’) Junkins: de inspecteur die de dood van een aantal jongeren onderzoekt;
• Barry Gottfried: een lifter die door Arnie en Leigh wordt meegenomen;
• Rick Mercer: een detective van de Pennsylvania State Police;
• William Upshaw: de accountant van Will Darnell en zijn garagebedrijf;
• Aunt Vicky en Uncle Steve: de oom en tante van Arnie;
• Tom Sprague en Jim Warberg: advocaten die voor de Cunninghams werken;
• Richard McCandless: een oud-militair die Rollie LeBay nog kent van de Tweede Wereldoorlog.

Website:

http://stephenking.wikia.com/wiki/Christine

Film:

De roman ‘Christine’ is in 1983 verfilmd, in hetzelfde jaar waarin de roman uitkwam.

Overig:

‘Christine’ is één van de verhalen en romans die Mr. King over auto’s – en hun eigenaardigheden – schreef. Er zijn meerdere verhalen met een auto in de hoofdrol; interessante romans van Mr. King over een auto zijn Blaze en From a Buick 8.
Het verhaal gaat niet over tijdreizen. Toch zijn er heel veel scenes die in een verleden spelen: dan reist Christine met haar passagiers als het ware terug naar de jaren vijftig van de vorige eeuw, begeleid door vijftiger jaren rock ‘n’ roll muziek (Chuck Berry, Little Richard, Richie Valens, Buddy Holly, en zo meer).

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Stephen King.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• From a Buick 8 van Stephen King
• Moby Dick van Herman Melville
• The Car van Gary Paulsen

Citaat:

And there, in the hall, is Christine – brand new and sparkling, sitting on four new whitewall tires, a chrome Winged Victory hood ornament tilting toward me. She is empty, but her engine guns and falls off … guns and falls off … guns and falls off. In some of the dreams the voice of Richie Valens, killed long ago in a plane crash with Buddy Holly and J.P. Richardson, The Big Bopper. Richie is screaming ‘La Bamba’ to a Latin beat, and as Christine suddenly lunges towards me, laying rubber on the hall floor and tearing open locker doors on either side with her door handles, I see that there is a vanity plate on the front – a grinning white skull on a dead black field. Imprinted over the skull are the words ROCK AND ROLL WILL NEVER DIE.
Then I wake up – sometimes screaming, always clutching my leg. (p.502)

Vragen over het boek:

1. Waarom is volgens jou Arnie de uitgelezen persoon om Christine op te knappen en te bezitten?
2. Hoe ontwikkelt de relatie zich tussen Arnie en zijn ouders?
3. Wat vind je van Will Darnell, de eigenaar van de garage waar Christine staat?
4. Analyseer de relatie tussen Arnie, Dennis en Leigh.