By the time he graduated from college, John Smith had forgotten all about the bad fall he took on the ice that January day in 1953. In fact, he would have been hard put to remember it by the time he graduated from grammar school. And his mother and father never knew about it at all.
They were skating on a cleared patch of Runaround Pond in Durham. The bigger boys were playing hockey with old taped sticks and using a couple of potato baskets for goals. The little kids were just farting around the way little kids have done since time immemorial - their ankles bowing comically in and out, their breath puffing in the frosty twenty-degree air. At one corner of the cleared ice two rubber tires burned sootily, and a few parents sat nearby, watching their children. The age of the snowmobile was still distant and winter fun still consisted of exercising your body rather than a gasoline engine.
Johnny had walked down from his house, just over the Pownal line, with his skates hung over his shoulder. At six, he was a pretty fair skater. Not good enough to join in the big kids' hockey games yet, but able to skate rings around most of the other first graders, who were always pinwheeling their arms for balance or sprawling on their butts.

© Penguin Random House Company / Signet, 1979

De kleuter Johnny Smith krijgt een black-out wanneer hij wordt aangereden door een ijshockeyspeler. Zelf herinnert hij zich daar weinig van. Maar wanneer hij later als volwassene bij een auto-ongeluk in coma raakt, blijkt dat hij niet alleen veel vergeten is - hij heeft ook speciale gaven ‘gekregen’: hij kan aan een persoon (en soms aan diens kleren) voelen wat zo iemand heeft meegemaakt. Die kennis is vrij willekeurig, maar door sommigen wordt Johnny wel als een ziener – en door sommige als een oplichter – gezien.
Het ‘zien’ van iets wat hij niet kan weten zorgt ervoor dat Johnny zich kort in een soort ‘dead zone’ bevindt. Maar ook vervreemdt dit hem van de mensen om hem heen: van zijn moeder, van zijn vriendin, van willekeurige mensen die hij ontmoet.
Er zijn mensen die de hulp van Johnny willen inroepen (zoals een sheriff van politie bij het onderzoeken van moordzaken), maar er zijn ook personen die hem liever zien verdwijnen dan komen …

ERK Niveau:

B2

Schrijver:

Stephen King

Jaar van uitgave:

1979

Aantal pagina's:

402

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1970-1980

Plaats van handeling:

USA, Maine, een stad

Bijzonderheden:

Een roman in drie delen, met veel hoofdstukken en nog meer subhoofdstukken, voorafgegaan door een proloog.
In het Nederlands heet de roman ‘Dodelijk Dilemma’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De roman ‘The Dead Zone’ is de vijfde roman van Stephen King. Het is meer een misdaadverhaal dan een horrorroman: in dit verhaal gaat het veel meer om het onderscheid tussen goed en kwaad en om het maken van de juiste keuzes.

WAT MOET JE WETEN?

Voor het waarderen van ‘The Dead Zone’ is het goed om iets te weten van de Amerikaanse (politieke) geschiedenis in de periode 1970-1975: presidenten als Nixon, Ford, Carter en Reagan worden genoemd, evenals de Vietnamoorlog, de Watergate-affaire en studentenrellen.

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘The Dead Zone’ zijn heel goed te begrijpen. Stephen King spreekt altijd de taal van de straat (en vaak de taal van jongeren); dat zorgt ervoor dat zijn romans lezen als ‘gewone’ verhalen. Toch is die taal voor een aantal lezers soms ook een belemmering: Mr. King gebruikt regelmatig straattaal, compleet met schutting- en scheldwoorden.
De alinea’s en de (sub)hoofdstukken zijn vaak kort en er zijn veel dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘The Dead Zone’ is nergens moeilijk.
Het verhaal is spannend en de lezer valt direct in de plot van het verhaal: de jongen die door een ongeluk speciale gaven heeft gekregen. Toch zal niet elke lezer de roman kunnen waarderen: er wordt regelmatig gevloekt, er wordt veel geweld gebruikt en er is veel aandacht voor bovennatuurlijke zaken. Toch krijg je regelmatig medelijden met Johnny, een man die lijdt aan een talent waar hij niet om gevraagd heeft – dat maakt de roman tot een bij tijd en wijle ontroerend verhaal.
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Dead Zone’ een boek met een literair niveau C 4c en een taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

‘The Dead Zone’ is spannend, schokkend en soms ontroerend geschreven. Als lezer zul je al snel mee kunnen voelen met de talentvolle, maar ook zeer tragische Johnny Smith.
Opnieuw verwijst Stephen King vaak naar werken van andere schrijvers (e.e. cummings, Ray Bradbury, W.W. Jacobs, John Steinbeck, William Blake, J.D. Salinger), maar ook naar zijn eigen romans (Carrie).

Actie:

De horrorroman ‘The Dead Zone’ is een verhaal met veel actie. Die actie is soms (onverwacht) gewelddadig – niet geschikt voor iedere lezer.

Tijd:

‘The Dead Zone’ speelt zich af in de jaren 1970-1980. Er zijn verwijzingen naar bestaande (maatschappelijke, politieke) situaties en personen uit die tijd: de Vietnamoorlog, de afzetting van President Nixon, de presidentsverkiezingen daarna.

Plaats:

De setting van ‘The Dead Zone’ is voornamelijk een stadje in de Amerikaanse staat Maine. Soms is dat het (denkbeeldige) stadje Castle Rock. Voorts zijn er verwijzingen naar andere fictionele stadjes uit het oeuvre van Mr. King – naar ‘salem Lot, bijvoorbeeld. Een deel van het verhaal speelt zich af in de staat New Hampshire.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘The Dead Zone’: hoe zal het leven van John(ny) Smith verlopen nadat hij als kind keihard op zijn hoofd gevallen is? Een val die gepaard ging met bijzondere ervaringen.

Verteller:

De roman ‘The Dead Zone’ heeft een auctoriale verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Dead Zone’ zijn:
• Johnny Smith: een docent aan een middelbare school in de staat Maine, later huisman, privéleraar, manusje-van-alles en wegwerker. Als kind kwam hij op het ijs in botsing met een ijshockeyspeler waardoor hij even bewusteloos was. Die ervaring heeft hem een speciaal talent gegeven: soms kan hij gebeurtenissen of gedragingen voorspellen. Johnny is echter helemaal niet blij met de speciale gave die hij van de ene op de andere dag gekregen heeft;
• Herb Smith: de vader van Johnny. Een vriendelijke, begripvolle en hardwerkende timmerman;
• Vera Smith: de moeder van Johnny. Een zeer (bij)gelovige vrouw die zich aansluit bij allerlei vage kerkgenootschappen en vreemde sekten;
• Sarah Bracknell: de vriendin van Johnny. Zij zijn een tijdje collega’s aan dezelfde middelbare school. Sarah voelt zich goed thuis bij de rustige, lieve Johnny;
• Dr. Sam Weizak: een arts die Johnny in het ziekenhuis in Bangor begeleidt. Johnny en hij sluiten vriendschap en Johnny komt meer over het verleden van Sam te weten;
• Greg Stillson: een opvliegende man met een vaag verleden. In de staten Oklahoma en Nebraska werkte hij een tijd als verkoper (o.a. van van Bijbels). Als Johnny en hij elkaar ontmoeten, is Greg een politicus in de staat New Hampshire.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Dead Zone’ zijn:
• Dorpsgenoten van de jonge Johnny Smith in west Maine: Chuck Spier, Timmy Benedix;
• Walter Hazlett: een rechtenstudent, een vriend van Sarah;
• Personeel van het ziekenhuis in Bangor: Dr. James Brown, verpleegkundige Marie Michaud;
• Dave Pelsen: de onderdirecteur van de middelbare school waar Johnny Smith een tijdje werkt;
• Journalisten: Roger Dussault, Richard Dees;
• Charlie (‘Chuck’) Gendron: een bankdirecteur uit New Hampshire;
• Sonny Elliman: een biker, een handlanger van Greg Stillson;
• Sheriff George Bannerman: het hoofd van politie uit Castle Rock, New Hampshire;
• Frank Dodd: een jonge politieman die al zijn hele leven bij zijn moeder Henrietta thuis woont;
• Roger Chatworth: de eigenaar van een succesvolle kledingfabriek;
• Chuck Chadworth: de zoon van Roger, een jongen die moeite met lezen heeft;
• Shelley Chadworth: de echtgenote van Roger;
• Ngo Phat: de tuinman van de familie Chadworth;
• Charlene MacKenzie: een goede vriendin van Herb Smith;
• Hector Markstone: de vader van Charlene;
• Politiemensen: Edgar Lancte (FBI), Chief Bass (New Hampshire PD).

Website:

https://www.stephenking.com/library/novel/dead_zone_the.html

Film:

‘The Dead Zone’ is in 1983 verfilmd voor de bioscoop. Later werd er een TV-serie van gemaakt (2002).

Overig:

De roman ‘The Dead Zone’ is de vijfde roman van Stephen King. Het is meer een misdaadroman dan een horrorverhaal.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Stephen King.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Curtain van Agatha Christie
• Chocky van John Wyndham
• By the Light of the Moon van Dean Koontz

Citaat:

A part of John Smith’s brain has been damaged beyond repair – a very small part, but all parts of the brain may be vital. He calls this his ‘dead zone’, and there, apparently, a number of trace memories were stored. (p.154)

Vragen over het boek:

1. Waarom voelt Sarah zich goed bij Johnny? En waarom is zo nu en dan dat minder het geval?
2. In welk opzicht helpt Johnny Sheriff George Bannerman?
3. Waaruit blijkt de instabiliteit van Greg Stillson?
4. Leg uit waarom het ‘talent’ van Johnny een vloek maar soms ook een zegen is.