When they told Mouse he was an orphan, he didn’t know what to do or say, so he stared down at his bandaged hands, wondering if he was expected to cry.
He tried to remember something – anything – but nothing came. The truth was, he could no more remember the terrible accident at the railway crossing, than he could the two people killed in it, who were his parents. His mind had been wiped clean. It was as if he had lived his entire life in that crisp hospital bed and now had to learn everything again from new. Simple things. Like the fact he had a big brother called Vinnie, who had been pulled from the blazing car too.
To help Mouse, it was arranged by the doctors that the two brothers should meet as soon as possible. The doctors hoped the meeting would restore at least some of Mouse’s memory. But Mouse merely saw a stranger, while Vinnie stared back at him in silent resentment. Later, in secret, Vinnie tattooed himself with a pin, painfully scratching two words upon his arm. MUM and DAD. At least he would never forget.

The accident happened nearly three years ago; now Vinnie had turned twenty-one. Mouse was twelve, although small for his age. Vinnie nicknamed him Mouse after the accident. There was a slant of viciousness in him doing so.

© Oxford University Press, 1994

Mouse is twaalf jaar oud; hij heeft zijn ouders verloren bij een ongeluk met een trein en hij herinnert zich niets meer van zijn jonge jaren bij hen. Nu woont hij bij de onsympathieke Mr Pinner, samen met zijn broer Vinnie (die 21 jaar oud is). Mr Pinner gebruikt Mouse om in te breken: hij is klein en behendig.
Maar op zekere dag ontsnapt Mouse; hij gaat op zoek naar een schat waar hij veel over heeft gehoord. Het is geen geldschat, maar het zijn oude flessen die veel geld waard zouden zijn. Hij komt bij het huis terecht waar die flessen begraven liggen, maar dan blijkt dat een groepje kinderen hem al voor is geweest. Mouse wordt in hun groep opgenomen en hij bevindt zich eindelijk weer bij een groep mensen (voornamelijk kinderen) die om hem geven. Maar hoe betrouwbaar zijn die Ralph en Mr Dabrowski eigenlijk? Daar komt nog bij dat Mr Pinner en Vinnie hem de hele tijd zoeken.
En ze vinden hem ook nog …

ERK Niveau:

A2

Schrijver:

Stephen Elboz

Jaar van uitgave:

1994

Aantal pagina's:

190

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

Ergens in de periode 1980–1990

Plaats van handeling:

Ergens op het Engelse platteland

Bijzonderheden:

Een jeugdboek in 17 hoofdstukken

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

Als je geïnteresseerd bent in een spannend verhaal over een jongen van 12 jaar dan zul je dit verhaal zeker boeiend vinden.
De jeugdroman ‘Bottle Boy’ is een spannend, onsentimenteel verhaal over een weesjongen die ondanks alle problemen weet te overleven in een harde omgeving.

WAT MOET JE WETEN?

Veel algemene kennis is er niet nodig voor het verhaal. ‘Bottle Boy’ speelt zich af in een plattelandsgebied waar een aantal kinderen zonder ouders moet zien te overleven.
‘Bottle Boy’ heeft als één van de karakters Joe Dabrowski, een ex-oorlogsvluchteling uit Polen, die rustig in Engeland woont maar die nog altijd gekweld wordt door zijn verleden in het bezette Polen (eerst door de Nazi’s uit Duitsland en later door de Russische communisten). Zijn levensverhaal wordt in een lange flashback verteld.

DE TAAL

Het vocabulaire van het boek is niet moeilijk. Maar omdat er soms in een Noordengels dialect wordt gesproken, kunnen de dialogen misschien problemen opleveren:
‘Is father were that ‘eartbroken ‘e orders the lake be drained and filled in. And when land-owning folk gave orders in them days it were like a law to be carried out.’ (p.11)

DE TAAL EN HET VERHAAL

De zinnen en de alinea’s zijn kort; het verhaal heeft veel dialogen.
‘Bottle Boy’ is over het algemeen niet een moeilijk boek. Het verhaal wordt in een rap tempo verteld en de lezer heeft weinig tijd om op adem te komen. Wat het verhaal soms lastig maakt is de taal: hier en daar wordt met een Noordengels accent gesproken.
Qua literair en taal-(ERK-)niveau is ‘Bottle Boy’ een boek op literair niveau B 2b en taalniveau A2.

Schrijfstijl:

Stephen Elboz is een goede verteller. Een voorbeeld: de lezer volgt de spannende reis van Mouse van het huis van Pinner door de bossen naar het huis van de Pendreds en van Dabrowski.

Actie:

Het boek zit vol actie. Allereerst wordt Mouse ingezet bij inbraken om de volwassenen Mr Pinner, Jinks en zijn broer Vinnie te helpen. Als hij dan uiteindelijk uit hun klauwen kan ontsnappen, lijkt het vrije leven bij de kinderen van Pendred gemakkelijker te gaan. Maar ook daar moet gewerkt worden, en wel als flessenschoonmakers voor Joe Dabrowski. Als Mouse tenslotte ontdekt wordt door Vinnie en Mr Pinner, moet hij erachter zien te komen wie zijn echte vrienden zijn.

Tijd:

Het verhaal wordt chronologisch verteld. De lezer komt weinig te weten over het leven van Mouse en Vinnie vóór het ongeluk van zijn ouders. Wel zit er een lange flashback van Joe Dabrowski in het verhaal.

Plaats:

De roman speelt zich ergens op het platteland van Engeland af.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn: Mouse, een wees, moet zien te overleven zonder hulp van zijn ouders of zijn broer. Verder is er nog een verhaallijn, die van de overlever Joe Dabrowski.

Verteller:

Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller.
‘Bottle Boy’ gaat over overleven, over positief blijven, ook wanneer alles lijkt tegen te zitten.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘‘Bottle Boy’’ zijn:
• Mouse: een 12-jarige jongen. Zijn ouders zijn omgekomen bij een auto-ongeluk (daar herinnert hij zich niets meer van);
• Vinnie: de 21-jarige broer van Mouse. Sinds de dood van zijn ouders is hij heel hard geworden. Het maakt hem niet zo veel uit hoe hij aan zijn geld komt;
• Mr Herod Pinner: een heler en een onbetrouwbaar sujet. Mouse en Vinnie wonen bij hem in huis;
• Mr Joe Dabrowski: een bejaarde Poolse man.  Hij is een oud-vluchteling met een traumatisch (Tweede Wereld)oorlogsverleden, die na de oorlog ook nog geleden heeft onder de Russische communisten.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘‘Bottle Boy’’ zijn:
• Jinks: een maatje van Vinnie en Mr Pinner;
• Ralph Pendred: een zwerfkind dat bij Mr Dabrowski in huis woont;
• Clyde Pendred: de broer van Ralph;
• Annie Pendred: de zus van Ralph en Clyde.

Website:

http://www.fantasticfiction.co.uk/e/stephen-elboz/

Film:

De jeugdroman ‘Bottle Boy’ is niet verfilmd.

Overig:

‘Bottle Boy’ doet soms denken aan een verhaal van Charles Dickens: een wees die moet zien te overleven in een vijandige omgeving. Maar het boek is qua taal veel gemakkelijker dan de (heel oude) boeken van Dickens.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Stephen Elboz.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• David Copperfield van Charles Dickens
• The Kingdom by the Sea van Robert Westall
• Street Child van Berlie Doherty

 

Citaat:

And Mouse, who had no real past to dream about, dreamt of Joe’s past. And Mouse was always the shuffling prisoner, and Ralph always the smiling guard. And the mine was like a human mouth and what sparkled through the darkness was not gold but glass. Bottle glass. (p.133)

Vragen over het boek:

1. Neemt Mouse volgens jou de goede beslissingen in het boek? Geef een voorbeeld van zo’n besluit en leg uit wat je daarvan vindt.
2. Bespreek twee karakters uit het boek die wel en twee karakters die niet te vertrouwen zijn. Leg uit waaruit dat blijkt aan de hand van voorbeelden uit de tekst.
3. Welke rol spel Joe Dabrowski in het verhaal en in het leven van Mouse? Met welke bedoeling zou de schrijver zo’n karakter in het boek hebben laten meespelen?
4. Valt er een les te leren uit het boek ‘Bottle Boy’? Als dat zo is, welke les is dat dan? Als dat niet zo is, wat heb je dan het meest gewaardeerd aan het boek?