John Donne

JOHN DONNE

De Engelse dichter John Donne (1572-1631) wordt beschouwd als de belangrijkste dichter van metaphysical poetry; hij is misschien wel als de belangrijkste dichter van de zestiende eeuw, na William Shakespeare. Hij schreef over het geloof, over de (lichamelijke en geestelijke) liefde en hij gebruikte tot dan toe weinig gebruikte stijlmiddelen als ironie en satire. Daarnaast combineerde hij veelal ongebruikelijke beelden in één gedicht, een kenmerk van metaphysical poetry (zoals: de geliefden als de poten van een passer, die soms bij elkaar komen, dan weer ver van elkaar verwijderd zijn).
John Donne werd in 1572 in Londen geboren, als kind van een Rooms-Katholiek gezin. Hij studeerde, maar had als Katholiek veel problemen om als student geaccepteerd te worden. Uiteindelijk werd hij Anglicaans en Dr Donne werd zelfs Dean van St Paul’s Cathedral in 1621.
Als jongeman was Donne een schuinsmarcheerder: hij verkwanselde veel geld, hij leende veel en hij ging continu achter de vrouwen aan. In die tijd schreef hij ook zijn expliciete, hartstochtelijke en soms erotische gedichten. Hij trouwde in 1601 en hij kreeg samen met zijn vrouw twaalf kinderen (waarvan er twee al in het kraambed overleden). Het leven als gehuwd man, vader en kostwinner maakte hem ernstiger en zeker veel geloviger. Na zijn huwelijk beterde hij zijn leven en hij werd een zeer vrome godsdienstige dichter, wiens scabreuze dichtwerken nog altijd (illegaal) verkocht werden. Hij diende zelfs een aantal jaren als parlementslid in the House of Commons.

Werken:

Non-fictie:
‘Biatanatos’ (1608)
‘Pseudo-Martyr’ (1610)
‘Ignatius His Conclave’ (1611)
‘Devotions upon emergent Occasions’ (1624)

Poëzie (posthuum uitgebracht):
Poems (1633)

Website:
https://www.gutenberg.org/ebooks/author/8886