4/5 - (1 stemmen)

Silas Marner

Niveau:
Genre: love
Thema: country life

Getagd op:
Verkrijgbaar bij bol.com
var bol_sitebar_v2={"id":"bol_1700245488259", "baseUrl":"partner.bol.com","productId":"9200000093675649","familyId":"","siteId":"30874","target":true,"rating":true,"price":true,"deliveryDescription":true,"button":true,"linkName":"Silas%20Marner%20%28ebook%29%2C%20George%20Elliot","linkSubId":""};

SNEL NAAR...





Het begin!

In the days when the spinning-wheels hummed busily in the farmhouses – and even great ladies, clothed in silk and thread-lace, had their toy spinning-wheels of polished oak – there might be seen in districts far away among the lanes, or deep in the bosom of the hills, certain pallid undersized men, who, by the side of the brawny country-folk, looked like the remnants of a disinherited race. The shepherd’s dog barked fiercely when one of these alien-looking men appeared on the upland, dark against the early winter sunset; for what dog likes a figure bent under a heavy bag? – and these pale men rarely stirred abroad without that mysterious burden. The shepherd himself, though he had good reason to believe that the bag held nothing but flaxen thread, or else the long rolls of strong linen spun from that thread, was not quite sure that this trade of weaving, indispensable though it was, could be carried on entirely without the help of the Evil One. In that far-off time superstition clung easily round every person or thing that was at all unwonted, or even intermittent and occasional merely, like the visits of the pedlar or the knife-grinder. No one knew where wandering men had their homes or their origin; and how was a man to be explained unless you at least knew somebody who knew his father and mother? To the peasants of old times, the world outside their own direct experience was a region of vagueness and mystery: to their untravelled thought a state of wandering was a conception as dim as the winter life of the swallows that came back with the spring; and even a settler, if he came from distant parts, hardly ever ceased to be viewed with a remnant of distrust, which would have prevented any surprise if a long course of inoffensive conduct on his part had ended in the commission of a crime; especially if he had any reputation for knowledge, or showed any skill in handicraft. All cleverness, whether in the rapid use of that difficult instrument the tongue, or in some other art unfamiliar to villagers, was in itself suspicious: honest folk, born and bred in a visible manner, were mostly not overwise or clever – at least, not beyond such a matter as knowing the signs of the weather; and the process by which rapidity and dexterity of any kind were acquired was so wholly hidden, that they partook of the nature of conjuring. In this way it came to pass that those scattered linen-weavers – emigrants from the town into the country – were to the last regarded as aliens by their rustic neighbours, and usually contracted the eccentric habits which belong to a state of loneliness.

© Longman, The Heritage of Literature Series, 1861/1974.

^ Terug naar boven

Algemeen

De wever Silas Marner woont als een gierige kluizenaar eenzaam aan de rand van het bos, vlak bij een oude mijn. De dorpelingen van het dorp Raveloe waarderen zijn werk; Silas verdient veel met zijn weefgetouw - ondanks het feit dat men hem een zonderling vindt.
Het zonderlinge van Master Marner komt door zijn verleden. Lang geleden was hij vriendelijk, geliefd … en verloofd. Maar toen gebeurde er iets en Marner verliet zijn geboortestreek.
In het landhuis van de grootgrondbezitter woont de weduwnaar Squire Cass met zijn vier zonen. De twee oudsten, Godfrey en Dunsley, zijn lapzwanzen die hun geld verkwanselen en de beest uithangen. Bij Godfrey is dat zodanig misgegaan dat hij zich niet eens durft te verloven met de rijke schoonheid uit de omgeving, Nancy Lammeter.
Maar op een avond gebeurt er iets vreselijks dat de wereld in Raveloe op zijn kop zet. Silas Marner verliest al zijn geld bij een inbraak, een jonge vrouw verliest haar leven en een peuter loopt het huisje van Master Marner binnen. En misschien is de dood van de ene persoon het geluk van een ander …


^ Terug naar boven

Boekinformatie

ERK Niveau:
C1

Schrijver:
George Eliot

Jaar van uitgave:
1861

Aantal pagina's:
256

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
1800-1850

Plaats van handeling:
GB, Yorkshire, een dorpje

Bijzonderheden:
Een roman in 2 delen en in 22 genummerde hoofdstukken.
In het Nederlands heet de roman eveneens ‘Silas Marner’.


^ Terug naar boven

Het boek - onderwerp

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De roman ‘Silas Marner’ vertelt het verhaal van een zonderlinge vrek die heel alleen bij een verlaten mijn bij een klein dorpje in Yorkshire woont. Hij werkt hard; en hij verdient veel met het weven dat hij doet. Maar na een tijdje wordt hij beroofd van zijn geld en hij realiseert zich dat geld niet het belangrijkste in het leven is. Dat zijn mensen: mensen die hij jarenlang heeft leren wantrouwen.
Deze roman is een verhaal over eenzaamheid, over relaties en over opnieuw vertrouwen krijgen in de ander.


WAT MOET JE WETEN?

‘Silas Marner’ speelt in een tijd dat in afgelegen dorpen in Engeland (zoals op sommige plaatsen in het graafschap Yorkshire) de verhoudingen al eeuwenlang vast lagen: de adel was rijk en onbenaderbaar, de vele bewoners van het gebied waren arm – en dat bleven ze ook. Toch heerste ook bij die bewoners argwaan: niet alleen tegenover die weinige rijken, maar ook tegenover nieuwelingen: zwervers, rondtrekkende kooplieden, vreemde en zonderlinge figuren. Eigenlijk is de roman ook een aanklacht tegen vooroordelen.




^ Terug naar boven

Het boek - Moeilijkheid

DE TAAL

De taal van ‘Silas Marner’ is lastig. De alinea’s en de hoofdstukken zijn vrij lang; de zinnen zijn dat met name. Ook de woorden zijn vaak complex en Ms Eliot is exact maar ook heel breedsprakig in haar beschrijvingen. Dat maakt de roman soms moeilijk leesbaar.


DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de roman vaak moeilijk.
Dat geldt minder voor het verhaal zelf. Dat is een aangrijpend verhaal over bedrog, vooroordelen en vooringenomenheid. De hoofdpersoon, Silas Marner, is een kluizenaar: een man die in een zelfgekozen isolement leeft, alleen met zijn werk (als wever) en met zijn geld. Pas wanneer hij dat geld kwijt raakt, beseft hij dat er dingen in het leven zijn die belangrijker zijn dan aardse bezittingen.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Silas Marner’ een boek met een literair niveau C 5e en een taal-(ERK-)niveau C1.


Schrijfstijl:

De roman is heel nauwkeurig geschreven: Ms Eliot wist precies hoe mensen zich tegenover elkaar gedroegen. En ze beschrijft de dorpsbevolking met heel veel ironie.



^ Terug naar boven

Het boek - het verhaal

Actie:

‘Silas Marner’ bevat een verhaal met een beperkte hoeveelheid actie.


Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in de jaren 1800-1850 (Ms Eliot noemt het begin van ‘this century’). Het verhaal omvat een periode van ongeveer achttien jaar, in twee delen verteld. Er zijn flashbacks naar het verleden van Silas Marner, toen hij nog in Lantern Yard woonde, een wijk in een grote stad (zoals Manchester).


Plaats:

De setting van ‘Silas Marner’ is een denkbeeldig dorpje ergens in Yorkshire, Raveloe.


Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Silas Marner’: hoe zal het eenzame leven van Silas Marner verlopen?


Verteller:

De roman heeft een auctoriale verteller.




^ Terug naar boven

Het boek - de karakters

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘Silas Marner’ zijn:
• Silas Marner, linen weaver: een wever die buiten het dorp Raveloe woont. Silas woonde als respectabele burger in een arbeiderswijk in een stad in het noorden. Maar hij werd onterecht beschuldigd van diefstal. Hij verloor zijn baan, zijn verloofde en vertrok verbitterd naar het afgelegen dorpje Raveloe. Nu woont hij al vijftien jaar in een huisje bij een oude mijn; hij verdient de kost als wever. Het geld dat hij verdient geeft hij zo min mogelijk uit. Het eenzame leven heeft hem tot een zonderlinge kluizenaar gemaakt;
• Sir Godfrey Cass: de oudste zoon van de landheer, een jongeman die vaak financiële problemen heeft. Wat zijn vader bovendien niet weet is dat hij getrouwd is (met een ‘gewoon’ meisje) terwijl hij min of meer gekoppeld is aan een rijke jongedame;
• Mrs Dolly Winthrop: de vrouw van de wagenmaker (‘wheelwright’). Dolly ontfermt zich regelmatig over de kluizenaar Silas;
• Squire Cass: de voornaamste landeigenaar uit de omgeving, een grootgrondbezitter. Squire Cass is een weduwnaar die vier zoons heeft. De Squire heeft een hekel aan zijn twee oudste zonen omdat ze veel geld verkwisten en verder niets doen. Hij is echter zelf ook niet het toonbeeld van ijver;
• Eppie (ofwel: Hephzibah): het dochtertje van Molly. Zij kent haar vader niet en ze heeft als tweejarige peuter uiteraard geen idee waar ze terechtkomt wanneer ze het huisje van Silas Marner binnenstapt;
• Aaron Winthrop: de zoon van Ben en Dolly. Aaron is een verlegen jongetje, maar later groeit hij uit tot een harde en betrouwbare werker.


Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Silas Marner’ zijn:
In het dorp Raveloe:
• Sir Dunstan Cass (‘Dunsey’): de tweede zoon van de Squire. Een losbol die veel geld in kroegen uitgeeft en die eigenlijk alleen maar wil feesten. Een kerel met een onaangenaam karakter;
• Mr Lammeter: een aanzienlijke grondbezitter, een weduwnaar die twee dochters heeft;
• Priscilla Lammeter: de oudste dochter van Mr Lammeter – ze is vijf jaar ouder dan Nancy. Ze vreest ongetrouwd te blijven vanwege het gebrek aan schoonheid (wat haar overigens weinig deert);
• Nancy Lammeter: de tweede dochter van Mr Lammeter, een kennis van Sir Godfrey. Godfrey zou graag met haar willen trouwen, maar dat is onmogelijk (vindt Godfrey). Daarom behandelt hij Nancy afwisselend met veel of met weinig aandacht;
• Mr Osgood: een voorname inwoner van het dorp;
• Mrs Osgood: de tante van Priscilla en Nancy (en zus van de Squire), een dame van stand;
• Mr Macey, clerk of the parish: een notabele die zichzelf al jaren ziet als één van de steunpilaren van het dorp;
• Mr Crackenthorp, the rector: de geestelijke van het dorp;
• Mrs Crackenthorp: zijn echtgenote;
• Jem Rodney: een stroper en mollenvanger. Hoewel hij soms illegale dingen doet (zoals stropen) wordt hij in het dorp volledig geaccepteerd;
• Andere dorpelingen: Sally Oates (vrouw van de schoenlapper), Doctor Kimble (de huisarts en apotheker), Mrs Kimble (de echtgenote van de arts), Mr Snell (landlord van ‘The Rainbow’), Bob Lundy (butcher), Dowlas (farrier, smid), Ben Winthrop (wheelwright), Tookey (deputy clerk, choir leader), Master Kench (constable), Justice Malam (judge), Jinny Oates (daughter of the cobbler), Jane (servant van de familie Cass).
In Lantern Yard (vijftien jaar geleden):
• William Dane: jarenlang de beste vriend van Silas, later degene die hem beschuldigt van diefstal en die er met de verloofde van Silas vandoor gaat;
• Sarah: de verloofde van Silas die later trouwt met William.
In andere dorpen:
• Molly Farren: een meisje van simpele komaf dat enkele jaren geleden in het geheim getrouwd is met Sir Godfrey. Ze heeft een dochtertje gekregen dat niet door de vader wordt erkend. Godfrey wil niets met haar te maken hebben – mede vanwege de opiumverslaving van Molly;
• Bryce and Keating: paardenhandelaren;
• The two Miss Gunns: kennissen van de Squire uit de ‘grote stad’.





^ Terug naar boven

Het boek - verder


Film:

‘Silas Marner’ is meerdere malen verfilmd, zowel voor de bioscoop als voor de TV.


Overig:

‘Silas Marner’ is derde roman van George Eliot. De roman is simpeler van structuur en korter dan de andere romans van Ms Eliot – maar daarom zeker niet minder geslaagd.



^ Terug naar boven

Auteur en Werken

Link naar pagina over auteur
-->Informatie over George Eliot.

Auteur:

Werken:


^ Terug naar boven

Meer

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
Emma van Jane Austen
Oliver Twist van Charles Dickens
Jane Eyre van Charlotte Brontë


Citaat:
‘Anybody ’ud think the angils in heaven couldn’t be prettier,’ said Dolly, rubbing the golden curls and kissing them. ‘And to think of its being covered wi’ them dirty rags – and the poor mother – froze to death; but there’s Them as took care of it, and brought it to your door, Master Marner. The door was open, and it walked in over the snow, like as if it had been a little starved robin. Didn’t you say the door was open?’
‘Yes,’ said Silas, meditatively. ‘Yes – the door was open. The money’s gone I don’t know where, and this is come from I don’t know where.’ (p.142)

Vragen over het boek:

1. Waarom laat Godfrey zijn paard verhandelen door zijn broer?
2. Waarom is Sir Dunstan Cass heel lang onvindbaar?
3. Waarom denkt Silas dat hij Eppie kreeg in ruil voor zijn goud?
4. Welk besluit neemt Eppie aan het eind van het verhaal?




^ Terug naar boven

Comments are closed.