When Peter Fortune was ten years old grown-up people sometimes used to tell him he was a ‘difficult’ child. He never understood what they meant. He didn’t feel difficult at all. He didn’t throw milk bottles at the garden wall, or tip tomato ketchup over his head and pretend it was blood, or slash at his granny’s ankle with his sword, though he occasionally thought of these things. Apart from all vegetables except potatoes, and fish, eggs and cheese, there was nothing he would not eat. He wasn’t noisier or dirtier or more stupid than anyone he knew. His name was easy to say and spell. His face, which was pale and freckled, was easy enough to remember. He went to school every day like all other children and never made that much fuss about it. He was only as horrid to his sister as she was to him. Policemen never came knocking at the front door wanting to arrest him. Doctors in white coats never offered to take him away to the madhouse. As far as Peter was concerned, he was really quite easy. What was difficult about him?
It was not until he had been a grown-up himself for many years that Peter finally understood. They thought he was difficult because he was so silent. That seemed to bother people. The other problem was he liked being by himself. Not all the time, of course. Not even every day. But most days he liked to go off somewhere for an hour to his bedroom, or the park. He liked to be alone and think his thoughts.

© Penguin Random House Company / Vintage, 1995

Peter is een dromer. Hij droomt niet alleen ’s nachts, maar ook overdag: hij is dus een 'daydreamer'. En wat hij droomt is niet altijd even leuk. Soms denk hij dat hij een vechtersbaas geworden is, soms denk hij dat hij zichzelf onzichtbaar kan maken – maar soms krijgt hij ook contact met sprekende poppen of met een heel gevaarlijke buurvrouw …

ERK Niveau:

A2

Schrijver:

Ian McEwan

Jaar van uitgave:

1994

Aantal pagina's:

144

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1990-2000

Plaats van handeling:

GB, Londen en Cornwall

Bijzonderheden:

Een kinderboek in 7 hoofdstukken, voorafgegaan door een hoofdstukje waarin Peter wordt voorgesteld.
In het Nederlands heet het boek ‘De dagdromer’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

Het kinderboek ‘The Daydreamer’ bestaat uit een zevental spannende verhalen over een jongen met een heel grote fantasie. Door die fantasie kan hij zichzelf veranderen, of met poppen en met dieren praten en een stoere vent worden.

WAT MOET JE WETEN?

Voor het begrijpen van ‘The Daydreamer’ heb je geen specifieke kennis nodig. Het boek is een soort modern sprookje, een aantal gekke avonturen die een jongen beleeft.

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘The Daydreamer’ zijn zo nu en dan lastig. Je moet wel een paar jaar Engelstalige verhaaltjes hebben gelezen om dit verhaal goed te begrijpen. Gelukkig maken de illustraties veel duidelijk.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn van een gemiddelde lengte en er zijn veel dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘The Daydreamer’ is soms moeilijk. Mr McEwan gebruikt soms moeilijke woorden.
De verhalen zijn gek en absurd, vol fantasie. Je zult vast vaak moeten grinniken om de vreemde strapatsen van Peter.
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Daydreamer’ een boek met een literair niveau A 2c en een taal-(ERK-)niveau A2.

Schrijfstijl:

‘The Daydreamer’ is grappig geschreven; een leuk verhaal van een schrijver die eigenlijk alleen maar voor volwassenen schrijft.

Actie:

Het kinderboek ‘The Daydreamer’ is een verhaal met veel actie. Eigenlijk zijn het zeven losse verhalen (zeven hoofdstukken); je zou ze door elkaar kunnen lezen (maar Peter wordt wel telkens iets ouder).

Tijd:

‘The Daydreamer’ speelt zich af in de jaren 1990-2000. Maar eigenlijk is het een fantasietijd: wat hier wordt verteld kan meestal niet – het zijn de (dag)dromen van een jongen.

Plaats:

De setting van ‘The Daydreamer’ is een stad in Engeland, waarschijnlijk Londen. Het laatste hoofdstuk speelt zich af aan de zuidwestkust van Groot-Brittannië, in Cornwall.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘The Daydreamer’: hoe zal Peter de dingen die hij meemaakt kunnen overleven: vreemde figuren ontmoeten, veranderen, met pestkoppen vechten …?

Verteller:

De roman ‘The Daydreamer’ heeft een alwetende verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Daydreamer’ zijn:
• Peter Fortune: een 10-jarige jongen. Aan het eind van het verhaal is hij twaalf jaar oud. Peter is een slimme jongen, maar hij is ook een dagdromer – vaak weet hij niet wat er om hem heen gebeurt, zo gaat hij op in zijn dromen;
• Thomas Fortune: de vader van Peter;
• Viloa Fortune: de moeder van Peter;
• Kate Fortune: het 7-jarige zusje van Peter. Ze pest Peter vaak (en hij pest haar uiteraard ook) – toch houden ze veel van elkaar.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Daydreamer’ zijn:
• ‘The Bad Doll’: een lelijke, kapotte pop van Kate. Maar ook een heel bijzondere pop;
• William Cat: de kat van de familie: een luie, slaperige kat. Hij is ouder dan Peter en Kate samen;
• Barry Tamerlane: een klasgenoot van Peter, de pestkop van de school;
• Mrs Burnett: de juf van Peter;
• Mrs Goodgame, Mrs Farrar: buurvrouwen;
• Aunt Laura: een tante van Peter en Kate;
• Kenneth: de baby van Aunt Laura;
• ‘The Beach Gang’: de kinderen die net als Peter en Kate op vakantie zijn aan de kust van Cornwall (zoals Charlie, Harriet, Toby en Gwendoline).

Website:

https://www.independent.co.uk/voices/book-review-imaginary-journeys-of-a-daydreamer-the-daydreamer-ian-mcewan-cape-899-1441466.html 

Film:

Het kinderboek ‘The Daydreamer’ is niet verfilmd.

Overig:

‘The Daydreamer’ is een boek voor en over dromers en dromen – een leuk boek met gekke verhalen.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Ian McEwan.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Peter Pan van J.M. Barrie
• The Witches van Roald Dahl
• A Series of Unfortunate Events, Book I: The Bad Beginning van Lemony Snicket

Citaat:

The trouble with being a daydreamer who doesn’t say much is that the teachers at school, especially the ones who don’t know you very well, are likely to think you are rather stupid. Or, if not stupid, then dull. No one can see the amazing things that are going on in your head. A teacher who saw Peter staring out the window or at a blank sheet of paper on his desk might think that he was bored, or stuck for an answer. But the truth was quite different. (p.20)

Vragen over het boek:

Welke avontuur beleeft Peter met:
1. William Cat?
2. The Bad Doll?
3. Barry Tamerlane?
4. Mrs Goodgame?