Nadina, the Russian dancer who had taken Paris by storm, swayed to the sound of the applause, bowed and bowed again. Her narrow black eyes narrowed themselves still more, the long line of her scarlet mouth curved faintly upwards. Enthusiastic Frenchmen continued to beat the ground appreciatively as the curtain fell with a swish, hiding the reds and blues and magentas of the bizarre décors. In a swirl of blue and orange draperies the dancer left the stage. A bearded gentleman received her enthusiastically in his arms. It was the Manager.
‘Magnificent, petite, magnificent,’ he cried. ‘Tonight you have surpassed yourself.’ He kissed her gallantly on both cheeks in a somewhat matter-of-fact manner.
Madame Nadina accepted the tribute with the ease of long habit and passed on to her dressing-room, where bouquets were heaped carelessly everywhere, marvellous garments of futuristic design hung on pegs, and the air was hot and sweet with the scent of the massed blossoms and with more sophisticated perfumes and essences. Jeanne, the dresser, ministered to her mistress, talking incessantly and pouring out a stream of fulsome compliment.
A knock at the door interrupted the flow. Jeanne went to answer it, and returned with a card in her hand.
‘Madame will receive?’
‘Let me see.’
The dancer stretched out a languid hand, but at the sight of the name on the card, ‘Count Sergius Paulovitch,’ a sudden flicker of interest came into her eyes.
‘I will see him. The maize peignoir, Jeanne, and quickly. And when the Count comes you may go.’
‘Bien, Madame.’

© Fontana/Vintage Books, 1924/2014.

Anne Beddingfeld is de dochter van een verstrooide onderzoeker die jarenlang prehistorische dieren (onder)zoekt in Rhodesië, een Britse Zuid-Afrikaanse kolonie. Als hij overlijdt blijft Anne alleen achter; ze besluit naar Londen te vertrekken om werk te zoeken.
In de Londense ondergrondse is Anne getuige van een moord. Omdat ze toch nog geen werk heeft gevonden besluit ze de moord te onderzoeken. De moord in de ondergrondse leidt haar naar een tweede moord: die op een vrouw in een groot herenhuis. En zo komt Anne in contact met de rijke zakenman Sir Eustace Pedler. Misschien heeft deze man (of zijn twee secretarissen) iets te maken met die moord(en) …
Het onderzoek voert Anne terug naar haar geboorteland Rhodesië. Op de lange reis daar naartoe ontmoet ze een nieuwe vriendin, de rijke dame Mrs Blair. Maar ook treft ze meerdere ongure of mysterieuze types. En opnieuw die Sir Eustace met zijn secretarissen. Hebben die allemaal iets met de moorden te maken …?

ERK Niveau:

B2

Schrijver:

Agatha Christie

Jaar van uitgave:

1924

Aantal pagina's:

240

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1920-1930

Plaats van handeling:

UK (Londen), Zuid-Afrika, Rhodesië

Bijzonderheden:

Een misdaadroman in 36 genummerde hoofdstukken.
In het Nederlands heet de roman ‘De man in het bruine pak’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De misdaadroman ‘The Man in the Brown Suit’ is de vierde roman van Agatha Christie – en tevens een roman zonder een detective (zoals meestal bij de misdaadromans van Ms Christie).
Het verhaal kent veel karakters, misschien wel te veel. Een verwarrende bijkomstigheid is dat sommige van die karakters meerdere namen blijken te hebben: er zijn veel pseudoniemen.

WAT MOET JE WETEN?

‘The Man in the Brown Suit’ speelt zich voor een groot deel af in Zuid-Afrika of op het schip dat naar dat land vaart. Die reis was voor veel Britten een logische: Zuid-Afrika was lange tijd een Britse kolonie (nadat het op de Nederlanders was veroverd). Eén van de gebieden die tot Zuid-Afrika behoorden was Rhodesië, het land waar Anne woonde. We kennen het tegenwoordig al jaren als Zimbabwe.

DE TAAL

De taal van ‘The Man in the Brown Suit’ is heel toegankelijk. Dame Agatha Christie schreef een eenvoudig soort Engels dat door vrijwel iedereen te lezen viel – dat maakt haar boeken na zoveel jaar nog altijd heel populair.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn van een gemiddelde lengte.

DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de roman nergens moeilijk.
Dat geldt zeker ook voor het verhaal zelf. Het is een verhaal over moord(en) en – vooral – over het oplossen van die moord(en).
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Man in the Brown Suit’ een boek met een literair niveau C 4d en een taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

Het verhaal is spannend geschreven met heel veel verdachten, veel kleine aanwijzingen en veel afleiders. Voor veel lezers zal het grote aantal karakters (vaak met meerdere namen) wellicht verwarrend zijn.

Actie:

‘The Man in the Brown Suit’ bevat een verhaal met veel actie.

Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in de jaren 1920-1930.

Plaats:

De setting van ‘The Man in the Brown Suit’ is de UK en Zuid-Afrika (vooral het gebied dat we nu kennen als Zimbabwe (maar dat vroeger de Engelse kolonie Rhodesië was). Een deel van de roman is gesitueerd op een passagiersschip dat van Engeland naar Zuid-Afrike vaart.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘The Man in the Brown Suit’: wie heeft (hebben) de moord gepleegd?

Verteller:

De roman heeft twee ik-vertellers wat soms zorgt voor een onbetrouwbaar perspectief.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Man in the Brown Suit’ zijn:
• Anne Beddingfeld: de ik-verteller, de dochter van een verstrooide professor die zijn hele leven zoekt naar sporen van het vroegste leven op aarde. Wanneer Anne, korte tijd logerend in Londen, getuige is van een moord, besluit ze die te onderzoeken. Het onderzoek brengt haar terug naar haar geboortegrond in Zuid-Afrika (Rhodesië);
• Sir Eustace Pedler, M.P.: de tweede ik-verteller, een parlementslid die de eigenaar is van The Mill House. Hij bezit mijnen in Rhodesië en hij woont meestal in Cannes. Om op de hoogte te blijven van zijn bedrijven reist hij regelmatig naar Zuid-Afrika;
• Mrs Suzanne Blair: een rijke, mondaine dame die Anne op de boot naar Zuid-Afrika ontmoet. Zij raken bevriend en Mrs Blair neemt Anne onder haar hoede.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Man in the Brown Suit’ zijn:
• Mr Flemming: een advocaat die Anne na de dood van haar vader uitnodigt om bij hem en zijn vrouw in Londen te komen wonen;
• Guy Padgett: de secretaris van Sir Eustace
• Harry Rayburn: de tweede secretaris van Sir Eustace die hij als extra hulp meeneemt op reis;
• Colonel Race: een mysterieuze man in dienst van de Secret Service;
• Reverend Edward Chichester: een geestelijke die als missionaris/zendeling naar Zuid-Afrika reist;
• Anderen: Nadina (een Russische danseres), Jeanne (de kleedster van Nadina), Count Sergio Paulovitch (een Londense artiest), Detective Inspector Meadows, Lord Nasby (krantenmagnaat), Mrs Caroline James (huishoudster), Augustus Milray (parlementariër), Jarvis (butler).

Website:

https://www.gutenberg.org/cache/epub/61168/pg61168-images.html

Film:

‘The Man in the Brown Suit’ is in 1989 in de USA verfilmd.

Overig:

‘The Man in the Brown Suit’ is de vierde roman van Dame Agatha Christie.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Agatha Christie.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The Murder of Roger Ackroyd van Agatha Christie
• The Incredulity of Father Brown van G.K. Chesterton
• Knock Down van Dick Francis

Citaat:

‘The man in the brown suit,’ she murmured. ‘Who was he, I wonder? Anyway, he was identical with the ‘doctor’ in the Tube. He would have had time to remove his make-up and follow the woman to Marlow. She and Carton were to have met there, they both had an order to view the same house, and if they took such elaborate precautions to make their meeting appear accidental they must have suspected they were being followed. All the same, Carton did not know that his shadower was ‘The Man in the Brown Suit’. (p.137)

Vragen over het boek:

1. In hoeverre lijken Anne en haar overleden vader op elkaar?
2. Wie is ‘the man in the brown suit’?
3. Welke reden heeft Sir Eustace in werkelijkheid om naar Zuid-Afrika te reizen?
4. Heeft het avontuur een happy end voor Anne? Waar blijkt dat uit?