‘I tell you it’s all because of the woodman’s son.’
‘The cripple?’
‘You think he’s the cause of what happened?’
‘More than that – he cast a spell on us.’
‘A spell?’
‘What does Petr say?’
’Tell us, Petr!’
‘Let Petr speak!’
These appeals were directed at a thick-set, middle-aged man sitting on a rough stool. Behind him stood his wife – a quiet, shy woman who anxiously watched her husband while he hesitated, tugging at his grizzled beard. He cast troubled eyes over the sea of faces caught in the flickering rush dips placed around the room – faces like so many cold ghosts in the thick smoky atmosphere from the open fire and the odorous breath of so many people crammed together in a small space.
The village of Bletz was a community of just over two hundred people, living in low, single-storey buildings made of wood and mud with crudely thatched roofs. Many were little more than hovels, barely adequate to keep out the harsh winter weather. Petr’s dwelling was larger than most, but like the rest it contained living quarters for its human occupants and a stall for animals during winter with a storage loft above. None of the buildings had windows and the only means of heating and cooking was an open fire in the middle of the living area with a hole in the roof to let out the smoke.

© Marilyn Malin Books / Andre Deutsch Ltd. / Kelpies, 1986/1988.

Stephan woont tot zijn achtste jaar bij zijn ouders in een armzalig hutje in het bos. Hij schijnt daar zelf geen last van te hebben: Stephan heeft een lam been en hij kan nauwelijks spreken. Maar gepest wordt hij wel door de kinderen van het dorp in de buurt.
Volwassen dorpelingen moeten ook niets van Stephan hebben: ze denken dat door hem alle oogsten mislukken. Vandaar dat ze de edelman die het gebied regeert vragen Stephan te doden.
Maar voordat zoiets kan gebeuren, vlucht Stephans vader met de jongen naar de bergen. Daar moet hij zich alleen zien te redden.
Gelukkig krijgt hij hulp: eerst van zijn ouders die hem voedsel geven, dan van een haas die zijn speelkameraadje wordt en daarna van een adelaar (die eerst de haas opeet). En tenslotte komt hij bij een kluizenaar in huis.
Maar zal hij zijn ouders ooit terugzien ..?

ERK Niveau:

A1

Schrijver:

Rodney Bennett

Jaar van uitgave:

1986

Aantal pagina's:

163

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

Een niet nader genoemde tijd.

Plaats van handeling:

Een niet nader genoemde plaats, maar het is ergens in een berglandschap.

Bijzonderheden:

Een jeugdroman in 2 delen en in 25 genummerde hoofdstukken.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De jeugdroman ‘Eagle Boy’ vertelt een verhaal over een jongen die als een soort wolvenkind wordt opgevoed. Maar in dit geval niet door een wolf, maar door een adelaar …
Het verhaal leert je het een en ander over het leven van een adelaar (vliegen, uitrusten, jagen), maar ook over een wrede, barre wereld waarin macht het heel vaak wint van de medemenselijkheid.

WAT MOET JE WETEN?

‘Eagle Boy’ speelt in een soort Oost-Europa, maar dat wordt nergens gezegd: alleen de namen suggereren die regio. En het speelt in een soort Middeleeuwen – maar ook dat wordt niet duidelijk vermeld.

DE TAAL

De taal van ‘Eagle Boy’ is regelmatig lastig. De auteur gebruikt zo nu en dan moeilijke woorden terwijl het verhaal echt bedoeld is voor young adults.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn over het algemeen kort.

DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de jeugdroman niet eenvoudig.
Het verhaal is dat wel. Het is een spannend verhaal dat een aantal jaren uit het leven van een gehandicapte jongen beschrijft. Je volgt Stephan van zijn achtste tot aan zijn twaalfde jaar en je voelt met hem mee. Stephan maakt heel veel mee: eerst als gepeste mismaakte jongen, en later als eenzame, verlaten jongere die zich moet zien te redden in de wrede natuur, slechts geholpen door een haas en later door een adelaar.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Eagle Boy’ een boek met een literair niveau B 4d en een taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

De jeugdroman is heel mooi geschreven: spannend en vaak heel ontroerend.

Actie:

‘Eagle Boy’ bevat een verhaal met veel actie. Die actie is soms hard, vooral wanneer het handelingen betreft die Stephan moet ondergaan van mens en dier.

Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in een niet nader genoemde tijd. Het is duidelijk dat dit een oud verhaal is: een Lord heerst over een dorp en de wijde omgeving, gesteund door soldaten die zwaarden en speren dragen.

Plaats:

De setting van ‘Eagle Boy’ is eveneens onbekend. Het lijkt erop dat dit verhaal ergens in Oost-Europa speelt: de namen en het landschap doen hieraan denken. Het zou de Balkan kunnen zijn, maar ook de Kaukasus of de Oeral.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Eagle Boy’: hoe zal het leven van Stephan zich ontwikkelen?

Verteller:

De roman heeft een alwetende verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘Eagle Boy’ zijn:
• Stephan: een gehandicapte jongen, een ‘cripple’. Spreken kan hij niet, zich soepel bewegen kan hij nauwelijks. Wanneer we hem ontmoeten woont hij als achtjarige jongen bij zijn ouders in een hutje in het bos. We volgen hem een aantal jaren van zijn leven, jaren waarin hij verandert in een totaal ander persoon;
• Joseph, woodman: de vader van Stephan, een oersterke houthakker;
• Marta: de moeder van Stephan, een overbezorgde vrouw;
• Petr, miller: de molenaar van Bletz – tevens de ‘headman’ van het dorp. Petr heeft het beste met iedereen voor, ook met de arme Josef en zijn gezin. Zij kennen elkaar al hun hele leven;
• Bartholomew, hermit: een kluizenaar die aan de andere kant van de bergen woont. Bartholomew was ooit de zoon van een rijke edelman, maar hij koos voor armoede en voor het bestuderen van de Bijbel.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Eagle Boy’ zijn:
• Count Boleslav, Lord of Bletz: de wrede heerser uit de streek. Hij behandelt zijn personeel en zijn dorpelingen als slaven;
• Hans, blacksmith: de smid van het dorp, een achterdochtige jaloerse man, die zelf graag ‘headman’ zou willen worden;
• Father Vilem: de priester van het dorp. Hij predikt goedheid en gematigdheid, maar zelf eet hij het liefst bij de Count in het kasteel;
• Andere dorpelingen uit Bletz: Vislav (peasant), Lobvic (carpenter), Matthias (peasant);
• Personeel van de Lord: soldaten en bedienden in het kasteel;
• Dieren: een haas (‘hare’) die vriendschap sluit met Stephan en een adelaar (‘eagle’) die Stephan beschermt en veel leert.

Website:

https://www.librarything.nl/work/4831017

Film:

De jeugdroman ‘Eagle Boy’ is niet verfilmd.

Overig:

‘Eagle Boy’ is een boek van Rodney Bennett. De schrijver blijft anoniem, evenals de plaats en tijd van de jeugdroman onvermeld blijven.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Rodney Bennett.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The Goshawk van T.H. White
• A Kestrel for a Knave (Kes) van Barry Hines
• Run with the Wind van Tom McCaughren

Citaat:

The clouds were high and moving swiftly across the patches of blue. On top of this, his mind superimposed another image, clearer than the sky itself and one that he knew would stay with him for the rest of his life – a boy and an eagle flying together. (p.164)

Vragen over het boek:

1. Waarom gaat Hans naar de Lord toe met zijn klachten?
2. Waaruit blijkt dat Father Vilem een slimme man is?
3. Welke van de twee mannen vind je het meest bezorgd over Stephan: Josef of Petr? Waaruit blijkt dat volgens jou?
4. Wat heeft Stephan van de adelaar geleerd en op welke manier helpt hem dat?