Het begin!
I don’t expect you to understand. You have seen none of this, and even if you tried, you could not imagine it. These are the last things. A house is there one day, and the next day it is gone. A street you walked down yesterday is no longer there today. Even the weather is a constant flux. A day of sun followed by a day of rain, a day of snow followed by a day of fog, warm then cool, wind then stillness, a stretch of bitter cold, and then today, in the middle of winter, an afternoon of fragrant light, warm to the point of merely sweaters. When you live in the city, you learn to take nothing for granted. Close your eyes for a moment, turn around to look at something else, and the thing that was before you is suddenly gone. Nothing lasts, you see, not even the thoughts inside you. And you mustn’t waste your time looking for them. Once a thing is gone, it is the end of it.
This is how I live, her letter continued. I don’t eat much. Just enough to keep me going from step to step, and no more. At times my weakness is so great, I feel the next step will never come. But I manage. In spite of the lapses, I keep myself going. You should see how well I manage.
The streets of the city are everywhere, and no two streets are the same. I put one foot in front of the other, and then the other foot in front of the first, and then hope I can do it again. Nothing more than that. You must understand how it is with me now. I move. I breathe what air is given me. I eat as little as I can. No matter what anyone says, the only thing that counts is staying on your feet.
© Faber and Faber, 1988
^ Terug naar boven
Algemeen
Het leven in de stad is een hel. Anna schrijft alles op in een notitieboek, een paar jaar nadat ze in de stad is terechtgekomen. De overheid heeft nauwelijks gemeentelijke diensten: er is geen openbaar vervoer, scholen en ziekenhuizen zijn gesloten, politie is er nauwelijks. Veel mensen zwerven over straat, op zoek naar eten en naar onderdak. Het klimaat is extreem: hete tropische stormen worden afgewisseld door ijskoude poolwinden. Mensen plegen massaal zelfmoord door zich letterlijk dood te lopen of door van hoge gebouwen te springen. Anderen roven en moorden om aan eten, onderdak en kleding te komen.
In deze wereld is Anna terechtgekomen, op zoek naar haar broer (en anders naar zijn opvolger, Samuel). Ze is nog jong en gezond en ze weet handig allerlei gevaren van zich af te houden: dieven, moordenaars, verkrachters. Dan wordt ze opgevangen door een ouder echtpaar, Ferdinand en Isabel. Totdat het daar in huis ernstig misgaat.
En dan ontmoet ze Samuel Farr. Hij woont in een bibliotheek met andere mensen, waar hij een boek schrijft over de hopeloze situatie in de stad. Anna besluit voorlopig bij hem te blijven. Wie weet hoe lang ze nog verder kunnen leven in deze hel op aarde …
^ Terug naar boven
Boekinformatie
ERK Niveau:
C1Schrijver:
Paul AusterJaar van uitgave:
1987Aantal pagina's:
188Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
Een onbepaalde tijd (in de toekomst)Plaats van handeling:
Een niet nader genoemde plaats (New York in de toekomst?)Bijzonderheden:
Een roman zonder afzonderlijke hoofdstukken, met zo nu en dan een witregel.In het Nederlands heet het boek ‘In het land der laatste dingen’.
^ Terug naar boven
Het boek - onderwerp
IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?
Je moet als lezer geïnteresseerd zijn in anti-utopian literature. ‘In the Country of Last Things’ is een modernere versie van Orwells 1984: een wrede, kille, liefdeloze wereld waar wetten niet langer gelden en waar iedereen op zichzelf teruggeworpen is.
De roman is bitter en uitzichtloos; het verhaal geeft een angstaanjagend beeld van een deprimerende wereld.
WAT MOET JE WETEN?
Veel kennis vooraf is niet nodig voor het begrijpen van dit verhaal. De wereld die beschreven wordt bestaat niet echt, zoiets kennen we niet. Toch is er zo nu en dan een flard van een oudere beschaving (dus het zou onze wereld kunnen zijn, maar dan in een toekomst): een studerende groep wetenschappers, een filantropische dokter met een groot landhuis en bedienden, een Joodse gemeenschap van discussiërende mannen.
^ Terug naar boven
Het boek - Moeilijkheid
DE TAAL
De woorden zijn niet echt moeilijk: er is weinig in deze kille, lege stad en er valt ook weinig uit te leggen. Er zijn geen hoofdstukken, maar fragmenten worden regelmatig onderbroken door witregels. Het verhaal kent veel dialogen die de spanning erin houden.
DE TAAL EN HET VERHAAL
‘In the Country of Last Things’ is een moeilijk boek qua thematiek. Dat komt niet zozeer omdat het thema zo complex is, maar omdat het zo deprimerend is. Dit is een uitzichtloos verhaal; de lezer weet dat het niet goed kan aflopen met Anna en haar metgezellen. Het verhaal is heel knap geschreven vanuit het perspectief van een – ondanks alles – positief ingestelde jonge vrouw die tot de laatste scene de moed erin houdt. Maar bij jou als lezer slaat regelmatig de wanhoop toe wanneer je leest over de zoveelste tegenslag of de zoveelste beroving.
De woorden zijn niet moeilijk, er zijn veel dialogen. Maar er zijn geen hoofdstukken; het verhaal gaat vrijwel aan één stuk door en het beschrijft een periode van een aantal jaren. De taal is zeer literair. Daarnaast is de manier van vertellen vrij complex; aan het woord is een jonge vrouw, die – een paar jaar later – haar herinneringen opschrijft; die kunnen onbetrouwbaar zijn. Haar verslag wordt door iemand anders – degene aan wie ze het verhaal richtte? – gelezen, zonder dat daar commentaar op wordt geleverd. Zo staat er in de eerste alinea ‘These are the last things, she wrote’ en in de tweede ‘I don’t expect you to understand’. De verteller vertelt dus over een dagboek van een ‘she’; een verwarrend perspectief.
‘In the Country of Last Things’ is hiermee geworden tot een roman met een literair niveau C 5a en een taal-(ERK-)niveau C1.
Schrijfstijl:
Paul Auster is een bijzonder intrigerende schrijver; hij weet zelfs van een deprimerend onderwerp een boeiend geheel te maken. De roman is als een soort persoonlijk verslag geschreven, een dagboek vol notities. Anna is eerlijk over wat ze allemaal meemaakt, maar uiteraard heeft zij ook een heel incompleet beeld van de wereld waarin ze probeert te overleven.
^ Terug naar boven
Het boek - het verhaal
Actie:
Er vindt de nodige actie plaats in het verhaal, maar de roman zit niet vol spectaculaire handelingen. Heftige zaken – zoals de ‘Leapers’ en de ‘Runners’ die zelfmoord plegen, worden afstandelijk beschreven. Ook wanneer Anna zelf gevaar loopt, is er een zekere afstandelijkheid. We krijgen een tamelijk objectief beeld van de stad als een onherbergzame en levensgevaarlijke plaats waar mensen van hot naar her gaan op zoek naar leven, naar voedsel en naar onderdak.
Tijd:
De roman is gesitueerd in een (zeer deprimerende) toekomst. Een toekomst waarin er een grote klimaatverandering is geweest en waarin een grote stad veranderd is in een onherbergzame jungle.
Plaats:
Het verhaal speelt zich volledig af in één plaats die niet verder bij name wordt genoemd. Het zou New York City kunnen zijn, maar dat is niet zeker. Straatnamen en gebouwen hebben onbekende namen. We weten dat Anna uit een land komt op tien uren varen van deze stad, maar welk land dat is? Ook horen we dat Victoria Woburn haar kinderen naar Londen heeft gestuurd. Wat we wel weten is dat de stad van het verhaal ommuurd is; hij ligt aan de zee (aan de oostkust van een continent); de haven wordt afgesloten voor buitenlandse schepen als Anna daarheen gaat om terug te varen naar huis. Later besluiten Anna en haar vrienden naar de randen van de stad te gaan: ten westen en ten noorden van de stad zijn – misschien – veilige streken te vinden.
Verhaallijn:
Er is één verhaallijn: hoe overleeft Anna – met haar vrienden – in deze harde stad? Met deze verhaallijn krijgen we zo nu en dan te horen over de andere bewoners van de stad en de moeilijke levens die ze leiden.
Verteller:
Het verhaal wordt verteld door de ik-verteller Anna Blume; een onbetrouwbaar perspectief. Anna bekijkt deze vreemde stad vanuit haar beschaafde optiek; ze is aan luxe en overdaad gewend en ze heeft moeite zich aan te passen in deze keiharde wereld. In haar ‘brieven’, de teksten die in haar notitieboek staan, is ze heel eerlijk over haar overleven, haar vrienden, de gebeurtenissen om haar heen. Maar toch krijgt de lezer het idee dat Anna niet weet hoe haar toekomst zal zijn.
Lastiger is dat het verhaal van Anna wordt gelezen door iemand anders. Deze verteller heeft het over ‘she’, terwijl het verslag van Anna in de eerste persoon geschreven is. Zo nu en dan komt die andere verteller kort aan het woord; deze geeft weer wat Anna heeft geschreven, maar geeft daar geen commentaar op.
De roman gaat over eenzaamheid, wetteloosheid, tekorten aan van alles en nog wat. De stad is een stadsstaat geworden: ommuurd en afgesloten van alles en iedereen. Het is zeker dat er klimaatveranderingen zijn geweest: de winters zijn bar koud met enorme poolwinden, maar soms is het ook erg heet. De overheid (regering?) bestuurt de stad met harde hand, maar ze kan niet verhinderen dat de misdaad welig tiert en dat het hier een survival of the fittest is. Bovendien wisselen leiders elkaar in een snel tempo af; de bewoners van de stad hebben meestal geen idee wie hen bestuurt. Dit is anti-Utopia in optima forma.
^ Terug naar boven
Het boek - de karakters
Hoofdkarakters:
De belangrijkste karakters in de roman zijn:
• Anna Blume: een jonge vrouw (van een jaar of 25). Ze is op zoek naar haar broer William. We weten niet veel over haar: ze woonde nog bij haar ouders in een plek over het water (op 10 dagen varen). Ze is joods, maar niet religieus. Ze schrijft aan een vriend (vriendin? geliefde?);
• Samuel (Sam) Farr: de journalist die William verving. Hij was achterdochtig tegenover Anna, maar al snel vertrouwt hij haar.
Bijfiguren:
Er zijn niet zo veel bij name genoemde bijfiguren. Een aantal belangrijke karakters zijn:
• Isabel: een oude, zwakke dame die aan Anna onderdak verleent;
• Ferdinand: de man van Isabel. Hij is een zonderling en een kluizenaar;
• Dujardin: een inwoner van de bibliotheek;
• Victoria Woburn: de eigenaresse van Woburn House, en een filantroop;
• Frick: de klusjesman en chauffeur van Woburn House;
• Willie: de kleinzoon van Frick;
• Maggie Vine: de kokkin van Woburn House;
• Boris Stepanovich: de slimme handelaar van Woburn House.
^ Terug naar boven
Het boek - verder
Website:
Film:
‘In the Country of Last Things’ is verfilmd. Je kunt de roman vergelijken met een film uit dezelfde tijd of over hetzelfde thema (zoals ‘Brazil’ van Terry Gilliam).
Overig:
Vergelijk de roman met een dystopisch pop album (zoals het album ‘Diamond Dogs’ van David Bowie).
^ Terug naar boven
Auteur en Werken
Link naar pagina over auteur
-->Informatie over Paul Auster.^ Terug naar boven
Meer
Leessuggesties:
Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Nineteen Eighty-four (1984) van George Orwell
• Fahrenheit 451 van Ray Bradbury
• This Perfect Day van Ira Levin
Citaat:
Strangely enough, I am writing in that same blue notebook now. Isabel never managed to use very much of it, no more than five or six pages, and after she died I could not bring myself to throw it out. (p.79)Vragen over het boek:
1. Verklaar de titel van het boek.
2. Waarom zou William naar deze stad gegaan zijn? En waarom blijft Anna er eigenlijk zo lang?
3. Wat is de functie van het boek van Samuel en van het notitieboek van Anna?
4. Wat kun je zeggen over de leiders van de stad? In hoeverre zijn zij een bescherming en hoeverre zijn zij een bedreiging voor de bewoners?
^ Terug naar boven
Comments are closed.