SINCLAIR LEWIS
De Amerikaanse roman- en toneelschrijver Sinclair Lewis (1885-1951) werd bekend als criticus van de Amerikaanse samenleving tussen de twee wereldoorlogen (het interbellum). Harry Sinclair Lewis werd in 1885 in een dorp in de staat Minnesota geboren. Hij was als kind al een zeer fanatieke lezer en schrijver. Lewis voelde zich als kind vaak een lelijk eendje vanwege zijn uiterlijk en zijn onsportieve lichaam. Ook thuis en bij zijn studie ging het niet goed: Sinclair Lewis liep van huis weg, hij maakte zijn studie niet af en hij had meerdere baantjes. Toen hij echter in de journalistiek ging werken werd het beter: hij schreef zijn eerste romans en die werden grote successen. In zijn werk neemt Lewis de Amerikaanse samenleving van zijn tijd op de hak en hij bekritiseert de politiek, het zakenleven en de kerk. Veel van zijn romans werden succesvol verfilmd. Desalniettemin was zijn leven niet altijd even rooskleurig: hij scheidde twee maal, zijn oudste zoon sneuvelde in de Tweede wereldoorlog en Lewis had een groot drankprobleem.
In 1930 won Sinclair Lewis als eerste Amerikaan de Nobelprijs voor literatuur.
Werken:
Romans:
‘Hike and the Aeroplane’ (1912)
‘Our Mr. Wren’ (1914)
‘The Trail of the Hawk’ (1915)
‘The Job’ (1917)
‘The Innocents’ (1917)
‘Free Air’ (1919)
‘Main Street’ (1920)
Babbitt (1920)
‘Arrowsmith’ (1925)
Mantrap (1926)
‘Elmer Gantry’ (1927)
‘The Man Who Knew Coolidge’ (1928)
‘Dodsworth’ (1929)
‘Ann Vickers’ (1933)
‘Work of Art’ (1934)
‘It Can’t Happen Here’ (1935)
‘The Prodigal Parents’ (1938)
‘Bethel Merriday’ (1940)
‘Gideon Planish’ (1943)
‘Harri’ (1943)
‘Cass Timberlane’ (1945)
‘Kingsblood Royal’ (1947)
‘The God-Seeker’ (1949)
‘World So Wide’ (1951)
Verhalenbundels:
De vele korte verhalen van Sinclair Lewis werden gepubliceerd in verzamelbundels.
Toneel:
‘Hobohemia’ (1919)
‘Jayhawker’ (1934)
‘Angela Is Twenty-two’ (1938)
Non-fictie:
Sinclair Lewis schreef veel non-fictie.