It was 7 minutes after midnight. The dog was lying on the grass in the middle of the lawn in front of Mrs Shears' house. Its eyes were closed. It looked as if it was running on its side, the way dogs run when they think they are chasing a cat in a dream. But the dog was not running or asleep. The dog was dead. There was a garden fork sticking out of the dog. The points of the fork must have gone all the way through the dog and into the ground because the fork had not fallen over. I decided that the dog was probably killed with the fork because I could not see any other wounds in the dog and I do not think you would stick a garden fork into a dog after it had died for some other reason, like cancer for example, or a road accident. But I could not be certain about this.
I went through Mrs Shears' gate, closing it behind me. I walked onto her lawn and knelt beside the dog. I put my hand on the muzzle of the dog. It was still warm.
The dog was called Wellington. It belonged to Mrs Shears who was our friend. She lived on the opposite side of the road, two houses to the left.
Wellington was a poodle. Not one of the small poodles that have hairstyles but a big poodle. It had curly black fur, but when you got close you could see that the skin underneath the fur was a very pale yellow, like chicken.
I stroked Wellington and wondered who had killed him, and why.

© Jonathan Cape Ltd, 2003.

Christopher Boone is vijftien, hij woont bij zijn vader, zijn moeder is dood. Hij heeft een vorm van autisme (Asperger) en hij gedraagt zich soms wat vreemd (in de ogen van veel mensen dan). Hij heeft niet alleen autisme, hij heeft ook een enorme kennis van moeilijke onderwerpen zoals wiskunde (meetkunde, priemgetallen, statistische berekeningen), literatuur (de misdaadverhalen van Sir Arthur Conan Doyle kent hij goed), godsdienst, sterrenkunde en de hoofdsteden van de wereld (die hij allemaal kent).
Als hij op een nacht ziet (om 7 minuten na middernacht) dat de hond van de buren gedood is, besluit hij dit misdaadmysterie op te lossen, als een echte detective, zoals Sherlock Holmes dat ook altijd deed. Daar is veel onderzoek voor nodig. Het buurtonderzoek geeft Christopher veel informatie: hij komt bij allerlei buren uit en hij moet ook zijn eigen vader ondervragen. De speurtocht leidt uiteindelijk naar het verre Londen, waar Christopher een grote verrassing wacht.

ERK Niveau:

B2

Schrijver:

Mark Haddon

Jaar van uitgave:

2003

Aantal pagina's:

272

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

2000–2005

Plaats van handeling:

UK, de stad Swindon (en een deel van het verhaal speelt in Londen)

Bijzonderheden:

Een verhaal met priemgetallen als hoofdstuknummers (2, 3, 5, 7, 9, 11, 13, enzovoort).
In het Nederlands heet het boek ‘Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

Het verhaal begint heel simpel en heel spannend: Christopher schrijft wat er in de tuin van de buren gebeurd is. Iemand heeft de hond van de buurvrouw vermoord en Christopher gaat proberen die moord op te lossen. Hij kent veel detectiveverhalen en hij weet precies hoe hij aan de slag moet gaan. Vervolgens vertelt hij duidelijk wie hij is, waar hij woont en wie zijn vrienden en familieleden zijn. Een heel simpel verhaal.
Pas later wordt dat verhaal ingewikkelder. Maar dan zijn de meeste lezers al verkocht aan het verhaal (en verknocht aan Christopher): iedere lezer zal dit verhaal willen uitlezen.

WAT MOET JE WETEN?

Veel specialistische kennis heb je niet nodig voor het begrijpen van dit verhaal. Het gaat over ernstige onderwerpen: een scheiding, een ernstige persoonlijkheidsstoornis, de nodige agressie zo nu en dan. Maar Mark Haddon is zo informatief en hij weet zo simpel de meest aangrijpende zaken duidelijk te maken, dat enige kennis vooraf niet noodzakelijk is.

DE TAAL

De woorden zijn over het algemeen erg simpel, mede te danken aan het feit dat hier een bijzondere jongen als Christopher aan het woord is. Soms wordt het vocabulaire ingewikkeld en specialistisch; dat is het geval wanneer Christopher schrijft over onderwerpen waar hij heel veel van weet: autisme, priemgetallen, literatuur, astronomie en andere specialistische onderwerpen.
De zinnen zijn over het algemeen kort, evenals de alinea’s en de hoofdstukken.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De young adult novel ‘The Curious Incident of the Dog in the Night-time’ lijkt een vrij simpel boek zo op het eerste gezicht. Een jongen van 15 vertelt hoe hij een moord (op een hond) wil oplossen. Maar al snel heeft de lezer door dat hier het een en ander niet klopt: hoofdstukken zijn raar genummerd, de jongen is geobsedeerd door getallen, hij schrijft vreemd over zichzelf en over de mensen om hem heen. Daarnaast is de taal heel wisselend: zo nu en dan lijkt het alsof er een jongere aan het woord is die niet al te slim is en die niet al te goed kan schrijven; even later lezen we hele verhandelingen over wiskundige problemen (zoals priemgetallen), misdaadliteratuur (The Hound of the Baskervilles) of mentale problemen (autisme).
Op grond van deze eigenschappen is de roman een verhaal op literair niveau en op taal-(ERK-)niveau B2.

Schrijfstijl:

Haddon schrijft een zeer ontroerend verhaal in eenvoudige woorden. Langzamerhand geeft hij prijs waar het verhaal over gaat.
In eerste instantie lijkt het een beetje een kinderlijk verhaaltje van een niet al te slimme jongen die de dood van de hond van de buren gebruikt om er een misdaadmysterie van te maken. Maar gaandeweg het verhaal beseft de lezer dat hier veel meer aan de hand is: de vader weet meer dan Christopher en de lezer denken, en langzamerhand worden veel mysteries opgelost, die maar heel zijdelings met de dood van Wellington te maken hebben.

Actie:

De roman leest als een misdaadverhaal (de titel van het boek zou de titel van een Sherlock Holmes-verhaal kunnen zijn). Zo nu en dan wordt het verhaal onderbroken door wetenswaardigheden die Christopher vertelt over van alles en nog wat: meetkunde, priemgetallen, de letterlijke betekenis van uitdrukkingen (‘They had a skeleton in the cupboard …’), God en het geloof, enzovoort.

Tijd:

Het verhaal speelt zich af rond de tijd waarin het boek uitkwam: de periode tussen 2000 en 2005.

Plaats:

Het grootste deel van de roman speelt zich af in Swindon, een grote stad in Zuid-/Midden-Engeland. Voor een klein deel van het verhaal verplaatsen de handelingen zich naar Londen.

Verhaallijn:

Het lijkt alsof er één verhaallijn is: het oplossen van de ‘moord’ op de hond Wellington. Maar schijn bedriegt, dat beseft Christopher ook al snel. De dode hond leidt van een buurvrouw naar Christophers vader en vandaar naar plaatsen waar Christopher nooit had durven dromen te komen (zoals een treinstation in Londen).

Verteller:

Er is een ik-verteller, Christopher Boone. Hij is een jongen van 15 jaar oud. Het verhaal wordt verteld door deze onbetrouwbare verteller. Dat onbetrouwbare perspectief komt niet alleen omdat hij jong en vaak subjectief is, maar vooral ook omdat hij leidt aan een autistische stoornis, het syndroom van Asperger. Dat beïnvloedt zijn schrijven, zijn gedrag en de levens van hem en van de mensen om hem heen.

Hoofdkarakters:

De hoofdpersoon van het verhaal is 15-jarige een jongen met het syndroom van Asperger (een autistische stoornis), Christopher John Francis Boone.

Bijfiguren:

Andere karakters in de roman zijn:
• Ed Boone: de vader van Christopher. Christopher woont bij hem in huis;
• Judy Boone: de moeder van Christopher. Als het verhaal begint, is zij er niet meer. Christopher treurt nog altijd om haar dood;
• Siobdan: de begeleidster op de school voor speciaal onderwijs waar Christopher naar toe gaat;
• Mrs Alexander: een buurvrouw;
• Mr en Mrs Shears: andere buren;
• Een aantal dieren: Toby (de rat), Sandy (de hond) en Wellington (de dode hond).

Website:

http://markhaddon.com

Film:

The Curious Incident of the Dog in the Night-time‘ is niet verfilmd.

Overig:

‘The Curious Incident of the Dog in the Night-time’ was vanaf het moment van uitkomen een enorm succes. Lezers lazen het in één ruk uit en iedereen had het over dit boek. Maar uitgevers wisten niet precies wat voor soort boek dit was. Was het nu een boek voor young adults of voor adults? Een probleem dat door de lezers werd opgelost: het boek was geschikt voor beide groepen …
Iets dergelijks gebeurde later met dat succesvolle boek van John Green, The Fault in Our Stars. Het zijn de boeken die iedereen, jong en oud, zou moeten lezen.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Mark Haddon.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The Hound of the Baskervilles van Sir Arthur Conan Doyle
• I Am the Cheese van Robert Cormier
• A Time to Keep Silent (a.k.a. The Silence Trap) van Gloria Whelan

 

Citaat:

‘Lots of things are mysteries. But that doesn’t mean there isn’t an answer to them. It’s just that scientists haven’t found the answer yet.’ (p.125)

Vragen over het boek:

1. Waaruit blijkt dat Christopher anders is dan andere jongeren? Geef een drietal voorbeelden uit de tekst waaruit dit anders-zijn blijkt.
2. Christopher besluit de moord op de hond Wellington te onderzoeken. Als hij de dader vindt, vindt hij ook iets anders. Wat? Wat vind je van de manier waarop de schrijver deze onderdelen van de roman aan elkaar gekoppeld heeft?
3. Geeft Mark Haddon in zijn boek een bepaalde visie op de manier waarop men in Engeland omgaat met personen zoals Christopher? Waaruit blijkt dat?
4. Tot welke genres zou je ‘The Curious Incident of the Dog in the Night-time’ kunnen rekenen volgens jou? Kies ten minste drie genres om je antwoord duidelijk te maken.