4/5 - (1 stemmen)

Jacob Have I Loved

Niveau:
Genre: coming-of-age
Thema: love

Getagd op:
Verkrijgbaar bij bol.com
var bol_sitebar_v2={"id":"bol_1697706747914", "baseUrl":"partner.bol.com","productId":"9200000030283763","familyId":"","siteId":"30874","target":true,"rating":true,"price":true,"deliveryDescription":true,"button":true,"linkName":"Jacob%20Have%20I%20Loved%20%28ebook%29%2C%20Katherine%20Paterson","linkSubId":""};

SNEL NAAR...





Het begin!

As soon as the snow melts, I will go to Rass and fetch my mother. At Crisfield I’ll board the ferry, climbing down into the cabin where the women always ride, but after forty minutes of sitting on the hard cabin bench, I’ll stand up to peer out of the high forward windows, straining for the first sight of my island.
The ferry will be almost there before I can see Rass, lying low as a terrapin back on the faded olive water of the Chesapeake. Suddenly, though, the steeple of the Methodist Church will leap from the Bay, dragging up a cluster of white board houses. And then, almost at once, we will be in the harbor, tying up beside Captain Billy’s unpainted two-story ferry house, which leans wearily against a long, low shed used for the captain’s crab shipping business. Next door, but standing primly aloof in a coat of fierce green paint, is Kellam’s General Store with the post office inside, and behind them, on a narrow spine of fast land, the houses and white picket fences of the village. There are only a few spindly trees. It is the excess of snowball bushes that lends a semblance of green to every yard.
The dock onto which I’ll step is part of a maze of docks. My eye could travel down the planking of any one of them and find at the end a shack erected by a waterman for storage and crab packing. If I arrive in late spring, the crab houses will be surrounded by slat floats that hold and protect peeler crabs in the water of the Bay until they have shed. Then the newly soft crabs will be packed in eel-grass and the boxes taken to Captain Billy’s for shipping to the mainland.
More important than the crab houses, however, are the boats, tied along the docks. Though each has a personality as distinctive as the waterman who owns it, they look deceptively alike – a small cabin toward the bow, washboards wide enough for a man to stand on running from the point of the bow to the stern. In the belly of the hull, fore and aft of the engine are a dozen or so barrels waiting for the next day’s catch, a spare crab pot or two, looking like a box made of chicken wire, and a few empty bait baskets. Near the winch that pulls the line of pots up from the floor of the Chesapeake is a large washtub. Into it each crab pot will be emptied and from it the legal-sized crabs – hard, peeler, and soft – will be culled from their smaller kin as well as from the blowfish, sea nettles, seaweed, shells, and garbage, all such unwelcome harvest as the Bay seems ever generous to offer up. On the stern, each boat bears its name. They are nearly all women’s names, usually the name of the waterman’s mother or grandmother, depending on how long the boat has been in the family.

© Victor Gollancz Ltd / Penguin Books, 1980/1989.

^ Terug naar boven

Algemeen

Louise Bradshaw woont met haar ouders en tweelingzus Caroline op een klein eiland voor de oostkust van de Verenigde Staten. Haar vader verdient zijn geld met vissen, maar een vetpot is het niet. Louise helpt haar vader wanneer het kan, maar visser kan ze nooit worden: ze is een meisje in de jaren veertig van de vorige eeuw in een strenggelovige gemeenschap – meisjes worden geen visser …
Louise heeft een buurjongen met wie ze bevriend is: de veertienjarige Call. De dertienjarige Louise vindt hem maar een sufferd, maar ze kan goed met hem opschieten. Met haar zus is de band minder. Caroline is alles wat Louise niet is: mooi, muzikaal, geliefd.
Misschien verandert er voor Louise iets ten gunste wanneer er een vroegere bewoner naar het eiland terugkeert: Hiram Wallace, een oude man die veel gereisd en veel gezien heeft. Of zal Hiram, ook net als iedereen, ook vallen voor de charmes van Caroline?


^ Terug naar boven

Boekinformatie

ERK Niveau:
B2

Schrijver:
Katherine Paterson

Jaar van uitgave:
1980

Aantal pagina's:
176

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
1940-1950

Plaats van handeling:
USA, een eiland aan de oostkust (Chesapeake Bay)

Bijzonderheden:
Een jeugdroman in 20 genummerde hoofdstukken.
In het Nederlands heet de roman ‘Jacob heb ik liefgehad’.


^ Terug naar boven

Het boek - onderwerp

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De young adult novel ‘Jacob Have I Loved’ gaat over een pubermeid die veel tegenzit in het leven. Ze wil visser worden, net als haar vader (maar dat kan niet – ze is een meisje); ze heeft een knappe, muzikale, lieve tweelingzus; ze heeft een onnozele buurjongen als vriend (hij snapt geen enkele mop) en haar oma moppert altijd op haar. Kortom: veel ingrediënten voor een moeilijk leven. Toch is dit een prachtig en ook wel humoristisch verhaal over een meid die opgroeit in een kleine gemeenschap (een eiland, streng kerkelijk, weinig inwoners).

 


WAT MOET JE WETEN?

‘Jacob Have I Loved’ gaat over een kleine gemeenschap met zo’n veertig gezinnen. Het zijn allemaal vissersfamilies die op oesters en krab vissen in een grote en vaak gevaarlijke baai: Chesapeake Bay, de monding van veel rivieren aan de Amerikaanse oostkust, ter hoogte van de hoofdstad Washington. Maar steden kennen de eilandbewoners niet: ze leven eenvoudig, ze blijven vrij arm maar voelen zich gelukkig, ze zijn strenggelovig (Methodists) en ze hebben weinig contacten met de rest van het land: het vasteland is een soort buitenland voor hen.




^ Terug naar boven

Het boek - Moeilijkheid

DE TAAL

De taal van ‘Jacob Have I Loved’ stelt redelijk hoge eisen aan de lezer. Dit is een young adult novel, maar je zou het met even veel recht ook een adult novel kunnen noemen, een soort coming-of-age verhaal dat volwassenen zeker ook zullen waarderen.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn van een gemiddelde lengte.


DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de roman soms lastig.
Dat geldt zeker niet voor het verhaal zelf. Het verhaal is vermakelijk, spannend soms, humoristisch vaak en je wilt weten hoe het afloopt met Louise, haar buurjongen en haar tweelingzus.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Jacob Have I Loved’ een boek met een literair niveau B 4a en een taal-(ERK-)niveau B2.


Schrijfstijl:

De jeugdroman is heel mooi geschreven met de ik-verteller als hoofdfiguur: spannend en humoristisch, met heel veel compassie voor de hoofdpersonen.



^ Terug naar boven

Het boek - het verhaal

Actie:

‘Jacob Have I Loved’ bevat een verhaal met vrij veel actie.


Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in de jaren 1940-1950. De ik-verteller vertelt jaren later over haar jeugd op het eiland.


Plaats:

De setting van ‘Jacob Have I Loved’ is Rass Island, een heel klein eiland voor de oostkust van de USA waar zich zo’n veertig huizen bevinden. De eilandbewoners zijn vrijwel allemaal vissers (de mannen dan). Voor een eventuele studie of andere baan moet je naar een groter eiland of naar het vasteland – wat vrijwel niemand dus doet. Het eiland is vlak en het klimaat is soms hard: hitte en kou, stormen en onweer. De vissers vangen hun krabben en oesters op de bodem van de Chesapeake Bay, soms vanaf oesterbanken en soms in potten op de bodem.


Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Jacob Have I Loved’: hoe zal Louise haar leven vorm kunnen geven? Ze is minder mooi en talentvol dan haar tweelingzus, ze mag het beroep van haar vader niet uitoefenen omdat ze een meisje is en aan de (weinige) jongens op het eiland heeft ze ook niet veel …


Verteller:

De roman heeft een ik-verteller wat soms zorgt voor een onbetrouwbaar perspectief.




^ Terug naar boven

Het boek - de karakters

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘Jacob Have I Loved’ zijn:
• Louise (Sara Louise, ‘Wheeze’) Bradshaw: een 13-jarige, lange, dunne meid. Louise is een beetje een jongensachtig type: ze vist en vaart graag en doet vaak stoere dingen met haar buurjongen. Ze heeft een mooie tweelingzus op wie ze vaak jaloers is;
• Call (McCall Purnell): de 14-jarige vriend en buurjongen van Louise. Call is dik en hij draagt een bril. Dapper is hij zeker niet. Hij woont bij zijn moeder en oma in huis die hem het ontzag voor de Heer heel goed heeft bijgebracht. Zijn vader verdronk tijdens een storm op zee;
• Mother Susan Bradshaw: de moeder van Louise en Caroline. Ze kwam als onderwijzeres naar Rass eiland, waar ze verliefd raakte op de visser Truitt;
• Father Truitt Bradshaw: de vader van de tweeling. Truitt raakte gewond in de Eerste Wereldoorlog en hij kan met veel pijn en moeite zijn vak uitoefenen. Hij vist zoals de andere eiland-bewoners: ‘crabbing’ en ‘oyster catching’. Zijn boot is een oude motorboot. Maar ze hebben ook een ‘skiff’, een platbodem die soms geroeid en soms geboomd moet worden. Louise vaart meestal met de ‘skiff’;
• Caroline Bradshaw: de 13-jarige tweelingzus van Louise. Caroline is alles waar zus niet is: muzikaal (piano en zang), mooi en populair. Het lijkt ook nog alsof de ouders en oma van de tweeling Caroline liever hebben dan Louise …;
• Grandmother Bradshaw: een 63-jarige, nukkige en soms nogal vergeetachtige weduwe. Zij woont bij de Bradshaws in huis en ze denkt eigenlijk dat ze daar de baas is;
• Hiram Wallace: een 70-jarige man die jaren buiten het eiland woonde. Hij komt uit een oud en rijk vissersgeslacht dat een groot huis aan het eind van het eiland bezat. Na de dood van de ouders en het vertrek van de zoon Hiram stond het huis jaren leeg. Nu is Hiram terug: Louise en Call helpen hem regelmatig om zijn huis op te knappen.

 


Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Jacob Have I Loved’ zijn:
• Eilandbewoners: Mr. Rice (teacher), Captain Billy (ferryman), Otis, Edgar en Richard (fishermen), Auntie Trudy Braxton (een zonderlinge kattenliefhebster), Betty Jean Boyd en Myrna Dolman (klasgenoten), Miss Letty, Dr. Walton (doctor), Little Buddy Rankin (waterman), Mr. Kellam (storekeeper), Mrs. Kellam (post mistress), Miss Hazel Marks (teacher), Widow Johnson,
• Anderen: bewoners van de Appalachian bergen, de weduwnaar Joseph Wojtkiewicz en zijn kinderen Stephen (6), Mary (8) en Anna (5).





^ Terug naar boven

Het boek - verder


Film:

‘Jacob Have I Loved’ is in 1989 voor de TV verfilmd.


Overig:

‘Jacob Have I Loved’ won meerdere literaire prijzen. Het werd één van bekendste boeken van Ms Paterson.



^ Terug naar boven

Auteur en Werken

Link naar pagina over auteur
-->Informatie over Katherine Paterson.

Auteur:

Werken:


^ Terug naar boven

Meer

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
The Man without a Face van Isabelle Holland
Appointment with a Stranger van Jean Thesman
Telling the Sea van Pauline Fisk


Citaat:
'Jacob have I loved ...' Suddenly my stomach flipped. Who was speaking? I couldn't remember the passage. Was it Isaac, the father of the twins? No. Even the Bible said that Isaac had favoured Esau. Rebecca, the mother. perhaps. It was her conniving that helped Jacob steal the blessing from his brother. Rebecca – I had hated her from childhood, but somehow I knew that these were not her words. (p.131)

Vragen over het boek:

1. Waarom gebruiken de vissers soms ‘skiffs’ en niet ‘gewone’ zeil- of motorboten?
2. Wat is er zo geheimzinnig aan die ‘Captain’ Wallace?
3. Welke toekomst blijkt er uiteindelijk voor Louise te zijn?
4. Verklaar de titel van het boek.




^ Terug naar boven

Comments are closed.