De verteller van dit laatste deel van ‘The New York Trilogy’ wordt gebeld door een weduwe met het verzoek om de literaire nalatenschap van haar man uit te zoeken. Die nalatenschap blijkt indrukwekkend te zijn. Maar het zorgt ook voor de nodige problemen bij de hoofdpersoon.
Een voormalige klassieke componist gaat op zoek naar een extreem populaire, volkomen anonieme popster. Daarbij krijgt de componist hulp van een jonge studente. En de popster denkt dat een ongrijpbare jongedame naar hem op zoek is. En dan is er ook nog een getalenteerde pianiste …
Blue moet voor zijn werk een zekere Black in de gaten houden. Black leidt een heel saai bestaan: hij schrijft, hij leest boeken en hij verlaat zijn kamer maar zelden. Blue vraagt zich af waarom hij dit werk eigenlijk moet doen.
Als de schrijver Daniel Quinn 's nachts een aantal malen wordt gebeld omdat iemand zijn diensten als privé detective wil inroepen, besluit hij er op een gegeven moment op in te gaan: hij laat zich inhuren om een zekere Peter Stillman te beschermen. Maar vanaf dat moment wordt zijn nieuw gekozen baan een obsessie.