It is cold at six-forty in the morning of a March day in Paris, and seems even colder when a man is about to be executed by firing squad. At that hour on March 11th, 1963, in the main courtyard of the Fort d’lvry, a French Air Force colonel stood before a stake driven into the chilly gravel as his hands were bound behind the post, and stared with slowly diminishing disbelief at the squad of soldiers facing him twenty metres away.
A foot scuffed the grit, a tiny release from tension, as the blindfold was wrapped around the eyes of Lieutenant-Colonel Jean-Marie Bastien-Thiry, blotting out the light for the last time. The mumbling of the priest was a helpless counterpoint to the crackling of twenty rifle bolts as the soldiers charged and cocked their carbines.
Beyond the walls a Berliet truck blared for a passage as some smaller vehicle crossed its path towards the centre of the city; the sound died away, masking the ‘Take your aim’ order from the officer in charge of the squad. The crash of rifle fire, when it came, caused no ripple on the surface of the waking city, other than to send a flutter of pigeons skywards for a few moments. The single ‘whack’ seconds later of the coup-de-grace was lost in the rising din of traffic from beyond the walls.
The death of the officer, leader of a gang of Secret Army Organisation killers who had sought to shoot the President of France, was to have been an end – an end to further attempts on the President’s life. By a quirk of fate it marked a beginning, and to explain why it must first be necessary to explain why a riddled body came to hang from its ropes in the courtyard of the military prison outside Paris on that March morning …

© Hutchinson & Co Ltd / Penguin Books, 1971/1979.

Zes aanslagen zijn er gepleegd op de Franse president Charles De Gaulle wanneer een groepje terroristen van de Franse Secret Army Organisation (OAS) besluit een zevende te plegen. Maar ditmaal een aanslag die moet lukken …
President De Gaulle was een houwdegen: een stoere reus van een kerel (hij was 1.96 meter lang) die zich door zijn grote moed onderscheidde in twee wereldoorlogen. Na die Tweede Wereldoorlog werd hij politicus – en uiteindelijk president van de Franse republiek. Dat bleef hij van 1959 tot 1969. De Gaulle was razend populair bij miljoenen Fransen – maar hij werd ook gehaat. En wel door een kleine groep Fransen die zich door hem verraden voelde. Na de oorlog leverde Frankrijk veel koloniën – al of niet gedwongen – in. Toen Frans Indochina uiteenviel in Vietnam (Noord en Zuid), Laos en Cambodja moesten veel Franse militairen en zakenlieden gedwongen terug naar Frankrijk, al hun bezittingen vaak achterlatend. De Gaulle werd daar verantwoordelijk voor gehouden. Maar hij beloofde de Fransen Algerije te behouden voor Frankrijk. Maar ook dat land werd onafhankelijk - na een bloedige strijd. Opnieuw raakten veel Fransen hun geld en bezittingen in het Afrikaanse land kwijt. Vandaar dat het geheime Franse leger (de OAS) uit woede en teleurstelling bloedige aanslagen pleegde: eerst in de voormalige koloniën, maar later in Frankrijk. En hun ultieme doel werd President De Gaulle.
En omdat het nu tijd voor de zevende aanslag was, besloten drie OAS-leden een anonieme buitenlandse huurmoordenaar in te huren: de gewetenloze, maar zeer succesvolle man die niemand kende. Behalve onder zijn pseudoniem: ‘Le Chacal’, ‘The Jackal’…

ERK Niveau:

C1

Schrijver:

Frederick Forsyth

Jaar van uitgave:

1971

Aantal pagina's:

351

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1960-1965

Plaats van handeling:

Frankrijk, Parijs.

Bijzonderheden:

De roman bestaat uit 3 delen (‘Anatomy of a plot‘, ‘Anatomy of a manhunt‘ en ‘Anatomy of a kill‘) en uit 21 genummerde hoofdstukken.
In het Nederlands heet het boek ‘De dag van de jakhals’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De thriller ‘The Day of the Jackal’ is een waargebeurd misdaadverhaal over de (zevende) aanslag op President De Gaulle, de generaal die president van Frankrijk was van 1959 tot 1969. Hoewel het een waargebeurde geschiedenis betreft, is het ook een fictieverhaal: Frederick Forsyth is in de huid van veel hoofdpersonen gekropen en heeft zo zijn verhaal geconstrueerd.

 

WAT MOET JE WETEN?

‘The Day of the Jackal’ is gedeeltelijk gebaseerd op de waarheid. Er waren hoge Franse politici en politiemensen en leden van de geheime dienst. En er waren leden van die mysterieuze terroristische beweging, de OAS. En zij allen bewogen zich rond de figuur van Charles De Gaulle.
President De Gaulle was een oud-militair: een dappere vent die zich door zijn grote moed had onderscheiden in twee oorlogen. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij politicus – en uiteindelijk president van de Franse republiek. De Gaulle was razend populair bij miljoenen Fransen – maar hij werd ook gehaat. En wel door een kleine groep Fransen die zich door hem verraden voelde. Na de oorlog leverde Frankrijk veel koloniën – al of niet gedwongen – in. Toen Frans Indochina uiteenviel in Vietnam (Noord en Zuid), Laos en Cambodja moesten veel Franse militairen en zakenlieden gedwongen terug naar Frankrijk, soms al hun bezittingen achterlatend. De Gaulle werd daar in veel gevallen verantwoordelijk voor gehouden. Hij beloofde later Algerije te behouden voor Frankrijk. Maar ook dat land werd onafhankelijk na een bloedige strijd. Opnieuw raakten veel Fransen veel geld en bezittingen in het Afrikaanse land kwijt. Vandaar dat het ondergrondse geheime Franse leger (de OAS) veel bloedige aanslagen pleegde: eerst in de voormalige koloniën, maar later in Frankrijk. En hun ultieme doel werd President De Gaulle.

 

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘The Day of the Jackal’ zijn goed te begrijpen, maar de taal is soms specialistisch. Dit doet zich met name voor wanneer Mr Forsyth uitgebreid schrijft over onderwerpen die hij heel goed kent: de (geheime) politie en het omgaan met wapens.
De alinea’s en de hoofdstukken zijn van een gemiddelde lengte.

 

DE TAAL EN HET VERHAAL

Wat taal betreft is ‘The Day of the Jackal’ zeker niet eenvoudig, maar het verhaal blijft altijd leesbaar.
Zoiets geldt ook voor het verhaal zelf. Het is spannend, maar je moet je soms door veel (theoretische) informatie heen worstelen. Deze informatie is nodig om alles te vertellen wat je als lezer nodig hebt om het hele verhaal te kunnen begrijpen – maar het doet soms nogal omslachtig aan.
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Day of the Jackal’ een boek met een literair niveau C 4d en een taal-(ERK-)niveau C1.

 

Schrijfstijl:

‘The Day of the Jackal’ is spannend geschreven. Maar je moet er wel op voorbereid zijn dat het begin heel traag is: Mr Forsyth legt uitgebreid uit hoe en waarom er zo veel aanslagen op President De Gaulle werden gepleegd en hij schroomt daarin niet om heel veel namen te noemen.

Actie:

De thriller ‘The Day of the Jackal’ is een verhaal met veel actie. Die actie begint eigenlijk pas goed na het eerste, introducerende hoofdstuk.

 

Tijd:

‘The Day of the Jackal’ speelt zich af in de jaren 1960-1965. Het exacte jaartal wordt gegeven: 1963, het jaar waarin de zevende aanslag op President De Gaulle wordt gepleegd.

 

Plaats:

De setting van ‘The Day of the Jackal’ is voornamelijk de Franse hoofdstad Parijs. Enkele scenes spelen in Brussel, Oostenrijk en Rome. Meerdere scenes – met name die waarin de tocht en de vlucht van en de jacht op de Jackal worden beschreven – spelen op het platteland van Frankrijk of in de Britse hoofdstad Londen.

 

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘The Day of the Jackal’: hoe zal de aanslag op President De Gaulle voorbereid – en kan deze worden verijdeld?

 

Verteller:

De roman ‘The Day of the Jackal’ heeft een auctoriale verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Day of the Jackal’ zijn:
• ‘The Jackal’ (‘Le Chacal’): een Britse huurmoordenaar. Niemand kent zijn identiteit. De leden van de OAS weten alleen dat hij betrouwbaar is, gewetenloos – en duur;
• Lieutenant-Colonel Marc Rodin: hoofd van de groep die de (zevende) aanslag op De Gaulle wil plegen;
• Major René Montclair: de penningmeester van de OAS, een vertrouweling van Rodin;
• André Casson: het hoofd van de ondergrondse verzetsbeweging in Parijs, een vertrouweling van Rodin;
• Corporal Viktor Kowalski: de 36-jarige bodyguard van Marc Rodin, een Poolse immigrant;
• Colonel Rolland, head of the Action Service Geheime Dienst, de SDECE: de militair die de geheime dienst leidt, een 54-jarige man die alles doet om de Franse President te beschermen;
• Commissaire Claude Lebel: een nuchtere, maar zeer talentvolle detective, Hoofd Moordzaken van de Parijse politie;
• General De Gaulle: de Franse President (1959-1969): een imposante man, ook fysiek (hij was 1.96 meter lang …). Een gevierde oud-strijder uit de eerste en Tweede Wereldoorlog. Miljoenen droegen hem op handen, dankzij zijn vaderlandsliefde en doorzettingsvermogen. Zijn buitenlandpolitiek bezorgde hem echter ook vijanden: velen – met name (oud-)militairen – voelden zich verraden toen Frankrijk na de Tweede Wereldoorlog eerst Indochina (Vietnam, Laos, Cambodja) onafhankelijk liet worden en daarna de vrijheidsstrijd in Algerije verloor.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Day of the Jackal’ zijn:
• Tegenstanders van de Franse regering, de OAS (Secret Army Organisation): Lieutenant-Colonel Jean-Marie Bastien-Thiry, Lieutenant Alain Bougrenet, George watin (‘The Limp’), Serge Bernier, Colonel Antoine Argaud, Valmy;
• Leden van de Franse overheid en/of politie: Francis Marroux (chauffeur), Colonel Alan de Boissieu (Chief of Staff), Henry d’Jouder (bodyguard), Jean Ducret (chief Presidential Security Corps), General Eugene Guibaud (directeur van de geheime dienst – SDECE), Pierre-Denis Magade, Jacques Foccart (assistent De Gaulle), Maurice Bouvier (chief of police), Colonel Saint-Clair Villauban, Directeur-General Maurice Grimbaud, Direct1or of Police Max Fernet, Lucien Caron (politie Parijs), Commissaire Valentin (politie Clermont Ferrand), Pierre Valremy (een Parijse politieman).
• Leden van de Londense politie en andere gezagsdragers: Assistant Commissioner Anthony Mallinson, Assistant Commissioner Dixon, Superintendent Bryn Thomas, Barrie Lloyd (Foreign Office), Sir Jasper Quigley (Head of France), Superintendent James Harrowby,
• Pastor Per Jensen: een reiziger, een geestelijke uit Kopenhagen, Denemarken;
• Marty Schulberg: een reiziger, een student uit Syracuse, New York;
• Paul Goossens: een ontwerper en verkoper van (illegale) wapens in Brussel;
• ‘The Belgian’: een vervalser van paspoorten uit Brussel;
• Jacqueline Dumas: een jonge vrouw die illegaal verzet pleegt;
• Josef Grzybowski (‘Jo-Jo the Pole’): een oud-militair van het Vreemdelingenlegioen, een vriend van Kowalski;
• Ministre Roger Frey: de Franse Minister van Binnenlandse Zaken;
• Alexandre Sanguinetti: de ‘Chief of cabinet’ van President De Gaulle;
• Madame La Baronne de la Chalonnière: een adellijke dame die de Jackal ontmoet;
• Ernestine en Louison: de bedienden van Madame La Baronne;
• Charles Bobet: een taxichauffeur;
• Jules Bernard: een rijke homoseksuele man.

Website:

https://www.theguardian.com/books/booksblog/2014/aug/08/book-beach-day-of-jackal-frederick-forsyth

Film:

De roman ‘The Day of the Jackal’ is twee maal verfilmd: in 1973 (met in de hoofdrollen Edward Fox, Michael Lonsdale en Derek Jacobi) en in 1997 (met Bruce Willis, Richard Gere en Sidney Poitier in de hoofdrollen).

Overig:

De thriller ‘The Day of the Jackal’ is de eerste thriller van Frederick Forsyth. Het boek was een onmiddellijk commercieel succes.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Frederick Forsyth.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• The Odessa File van Frederick Forsyth
• Deception Point van Dan Brown
• 11/22/63 van Stephen King

Citaat:

The day of the Jackal was over. (p.351)

Vragen over het boek:

1. Waarom wordt door de OAS een Engelsman ingehuurd voor veel geld (en niet een Fransman gevraagd)?
2. Welke voorzorgsmaatregelen neemt ‘The Jackal’ om de aanslag te laten slagen? Noem in elk geval drie maatregelen.
3. In welk opzicht helpt de Britse politie de Fransen?
4. Waarom is Commissaire Claude Lebel de beste man om de Jackal op te sporen?