It was just noon that Sunday morning when the sheriff reached the jail with Lucas Beauchamp though the whole town (the whole county too for that matter) had known since the night before that Lucas had killed a white man.
He was there, waiting. He was the first one, standing lounging trying to look occupied or at least innocent, under the shed in front of the closed blacksmith's shop across the street from the jail where his uncle would be less likely to see him if or rather when he crossed the Square toward the post-office for the eleven oclock mail.
Because he knew Lucas Beauchamp too – as well that is as any white person knew him. Better than any maybe unless it was Carothers Edmonds on whose place Lucas lived seventeen miles from town, because he had eaten a meal in Lucas' house. It was in the early winter four years ago; he had been only twelve then and it had happened this way: Edmonds was a friend of his uncle; they had been in school at the same time at the State University, where his uncle had gone after he came back from Harvard and Heidelberg to learn enough law to get himself chosen County Attorney, and the day before Edmonds had come in to town to see his uncle on some county business and had stayed the night with them and at supper that evening Edmonds had said to him:
'Come out home with me tomorrow and go rabbit hunting:' and then to his mother: 'I'll send him back in tomorrow afternoon. I'll send a boy along with him while he's out with his gun:' and then to him again: 'He's got a good dog.'
'He's got a boy,' his uncle said and Edmonds said:
'Does his boy run rabbits too?' and his uncle said:
'We'll promise he wont interfere with yours.'

© The Library of America, 1942/1994.

De 16-jarige Charley werd vier jaar geleden geholpen door een zwarte, zwijgzame boer, Lucas Beauchamp. Hij kreeg nooit de kans Lucas echt te bedanken voorzijn hulp.
Maar nu, vier jaar later, krijgt hij die kans wel. In een armoedig en vrij crimineel gehucht in de buurt van de stad Jefferson wordt een man aangetroffen: vermoord met een pistoolschot. Het toeval wil dat Lucas naast de man gezien werd, met een pistool in zijn hand. Lucas wordt onmiddellijk naar Jefferson gebracht en daar opgesloten. De vermoorde man wordt dezelfde ochtend begraven in het gehucht, Beat Four geheten.
Vanuit de gevangenis vraagt Lucas om de steun van de advocaat Gavin Stevens, de oom van Charley. Hij ontkent de moord te hebben gepleegd: de vermoorde is neergeschoten met een ander pistool. Advocaat Stevens kan het bijna niet geloven. Maar Lucas vraagt aan Charley of hij het lichaam van de gedode man wil opgraven en of hij het naar de sheriff wil brengen …
Het verzoek moet snel ingewilligd worden: de inwoners van Beat Four zouden wel eens naar de gevangenis kunnen komen om daar Lucas te lynchen. De slavernij is afgeschaft, maar zwarte mensen hebben nog altijd nauwelijks rechten in Mississippi.
Charley besluit uiteindelijk te gaan, maar dat doet hij niet alleen. En wanneer de grafschenners aan de slag gaan, doen ze een belangrijke ontdekking …

ERK Niveau:

C1

Schrijver:

William Faulkner

Jaar van uitgave:

1948

Aantal pagina's:

190

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1930-1950

Plaats van handeling:

USA, Mississippi, Yoknapatawpha County

Bijzonderheden:

Een roman in 11 genummerde hoofdstukken.
In het Nederlands heet de roman ‘Ongenode gast’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De roman ‘Intruder in the Dust’ is een beetje een vreemde eend in de bijt van het oeuvre van William Faulkner. Het is eigenlijk een soort detective, of in ieder geval een misdaadroman. Maar daarnaast is het thema heel duidelijk discriminatie: een zwarte man wordt beschuldigd van een moord en hij zal waarschijnlijk worden vermoord voordat het tot een proces komt.

WAT MOET JE WETEN?

‘Intruder in the Dust’ speelt zich af in de regio die Mr. Faulkner het beste kende: het noorden van de Amerikaanse staat Mississippi. Hij gaf de regio (Yoknapatawpha County) en de steden (Jefferson, Mottstown) gefingeerde namen en hij beschreef karakters die hij al veel vaker had beschreven – of familieleden daarvan. Dat maakt de roman tot een soort familie-epos, één in een serie van zo’n vijftien romans en tientallen verhalen.

DE TAAL

De taal van ‘Intruder in the Dust’ is moeilijk, Mr. Faulkner gebruikt veel – en ingewikkelde – woorden.
De hoofdstukken zijn van een gemiddelde lengte, maar de zinnen en de alinea’s zijn soms heel lang (regelmatig enkele pagina’s lang).

DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de roman lastig.
Dat geldt zeker niet voor het verhaal zelf. Het is een spannende detective over een moord en over een dader, waarbij heel lang onduidelijk is wie wie heeft vermoord en waarom dat gedaan is.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Intruder in the Dust’ een boek met een literair niveau C 5c en een taal-(ERK-)niveau C1.

Schrijfstijl:

De roman is spannend geschreven. Wat soms verwarrend kan zijn is dat karakters met ‘he’ of ‘she’ worden aangegeven, terwijl er – vaak binnen één zin of alinea – iemand anders met dat persoonlijk voornaamwoord bedoeld wordt.

Actie:

‘Intruder in the Dust’ bevat een verhaal met vrij veel actie.

Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in de jaren 1940-1950.

Plaats:

De setting van ‘Intruder in the Dust’ is het stadje Jefferson en omgeving: het platteland van Noord-Mississippi, een gebied dat Mr. Faulkner definieerde als Yoknapatawpha County.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Intruder in the Dust’: wie heeft de moord gepleegd en welk motief had de moordenaar?

Verteller:

De roman heeft een auctoriale verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘Intruder in the Dust’ zijn:
• Lucas Beauchamp: een zwarte man, afstammeling van de blanke Carothers McCaslin en de zwarte bediende Tennie Beauchamp. Hij herinnert zich als één van de weinigen nog dat de vrijgezelle broers Uncle Buck en Uncle Buddy leefden. Lucas had een vrouw, Molly, die kortgeleden overleden is. Sindsdien woont hij alleen: zijn kinderen wonen elders. Lucas is een beetje een ‘loner’, een boertje dat zijn eigen gang gaat – maar wel een trots boertje;
• Charley (Charles, ‘Chick’) Mallison: de verteller, een 16-jarige jongen. Charles voelt zich vaak de mindere van zijn stoere bediende, Aleck Sander. Charley heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel;
• Aleck Sander: de 16-jarige zwarte bediende van Charley, de jongen met wie hij samen is opgegroeid. Aleck Sander steunt zijn blanke baas (en vriend) op allerlei manieren;
• Miss Eunice Habersham: een 70-jarige vrijgezelle dame die samen met twee zwarte bedienden op een boerderijtje woont waar zij kippen houdt en eieren verkoopt. Zij kende Molly, de overleden echtgenote van Lucas, heel goed;
• Gavin Stevens: de advocaat die in Jefferson werkt. Stevens heeft – ondanks zijn drukke praktijk – altijd oog voor de zwarte bevolking van Jefferson en omstreken. Stevens is een vrijgezel die bij zijn zus, zwager en neef in huis woont.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Intruder in the Dust’ zijn:
• Edmonds: een blanke landeigenaar die een huisje verhuurt aan Luca Beauchamp;
• Joe: een zwarte knecht van Edmonds;
• Mr. Mallison: de vader van Charley;
• Mrs. Maggie Stevens Mallison: de moeder van Charley;
• Paralee: de bediende van de familie Mallison, de moeder van Aleck Sander;
• Sheriff Hope Hampton: de sheriff van Jefferson;
• Will Legate: een boer die de sheriff soms helpt om gevangenen te bewaken;
• Leden van de Gowrie familie: Nub (Gowrie Sr.), Forrest, Crawford, Bryan, Vardaman, Bilbo, Vinson;
• Andere ‘poor white trash families’: Ingrum, Workitt (zoals Sudley) en McCallum – kleine criminelen die buiten de stad wonen in een armoedig kamp dat ‘Beat Four’ genoemd wordt;
• Inwoners van Jefferson: Squire Doyle Fraser (eigenaar van een winkel), constable Skipworth, Mr. Lilley (winkelier), Mr. Tubbs (jailer), politieman marshal Willy Ingrum;
• Handhavers van de wet in Mississippi: Jim Halladay, Judge Maycox;
• Jake Montgomery: een kleine crimineel uit Tennessee.

 

Website:

https://archive.org/details/in.ernet.dli.2015.263193

Film:

‘Intruder in the Dust’ is in 1949 verfilmd.

Overig:

‘Intruder in the Dust’ is een soort van vervolg op Go Down, Moses: het heeft sowieso enkele karakters die in dat boek ook voorkomen.
Tussen neus en lippen door bekritiseert Mr. Faulkner niet altijd de kortzichtigheid van zijn eigen zuidelijke medebewoners, maar hij levert ook kritiek op de noordelijke Yankees, op de internationale politiek en zelfs op de Europese koningshuizen: ‘… a Beat Four Ingram come to town as the apostate sons of Beat Four occasionally did to marry a town girl and become barbers and bailiffs and night-watchmen as petty Germanic princelings would come down out of their Brandenburg hills to marry the heiress to European thrones …’ (p.103)

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over William Faulkner.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Requiem for a Nun van William Faulkner
• To Kill a Mockingbird van Harper Lee
• The Confessions of Nat Turner van William Styron

Citaat:

Someday Lucas Beauchamp can shoot a white man in the back with the same impunity to lynch-rope or gasoline of another white man; in time he will vote anywhen and anywhere a white man can and send his children to the same school anywhere the white man’s children go and travel anywhere the white man travels as the white man does it. But it wont be next Tuesday. (p.118)

Vragen over het boek:

1. Waarom werd de vermoorde Vinsom Gowrie zo snel begraven?
2. Wat is de connectie van Miss Habersham met Lucas en diens familie?
3. Hoe zou je vader Gowrie kunnen karakteriseren?
4. Wie heeft de moord(en) gepleegd en wat was het motief?