The island is a tiny dot in a vast expanse of ocean. Its name is Halcyon. You would find it hard to get there, for it has neither harbour nor airstrip, and ships steer clear of its dangerous reefs. No travel agency will offer you a ticket. But there is no harm in imagining a visit. You might, if you had plenty of money and knew your way around, get a passage on a tramp steamer with a cooperative captain. The weather might be mild by Halcyon standards, though fierce by any others; an island boat might pluck you perilously from the ship’s side and swirl you past rocks and reefs to the little inlet that serves as a lading-place. You would be soaked with spray, and thankful to be safely ashore.
Having landed on Halcyon, you would scramble up a steep dirt track and find yourself on a green treeless upland, edged with sheer cliffs and dominated by the steep cone of a sleeping volcano. Behind and before you would be a seascape of rolling saltwater hill and valley: a massively-moving sea, endlessly breaking to pieces against the black volcanic coast and foaming around jagged rocks. The winds that blew around you might come, according to season, cold from the Antarctic, warm from the Equator, or rainbearing from a thousand miles of ocean to east or west. Fifteen miles away, if you looked toward the sunset on a clear day, you might see the companion island of Kingfisher, a small dark hump on the horizon.
In a hollow, sheltered from the worst of Halcyon’s gales, you would find the village, with its hundred hardly souls: a last outpost of humanity, surviving precariously on a speck of land as remote and lonely in its southern seas as a planet in space. And on an early spring day, at a time now gone but not so very long ago, you might have found a girl called Molly and a boy called Thomas, sister and brother.

© Random House / Red Fox, 1981/1995.

Op het eiland Halcyon wonen ongeveer honderd mensen. Al een paar eeuwen. Ze hebben een rustig leven: hard werken, gehoorzamen aan de woorden van ‘The Reader’, veel vissen, goed voor elkaar zijn, geen vreemde mensen toelaten.
Maar dan komt er op een dag een bootje op het eiland aan. Met daarin twee uitgehongerde en uitgedroogde kinderen. Ze worden opgevangen door Thomas en zijn zus Molly en door de oude kluizenaar Uncle Abel.
Maar die vreemde kinderen horen hier niet. Tenminste, dat vinden veel mensen. Onbekende ‘incomers’ zorgen voor onrust, voor stormen en misoogsten. Dus de bewoners laten de kinderen even met rust om af te wachten wat er gaat gebeuren.
En dan, een paar maanden later, komen er nog meer ‘incomers’ in een boot aan. En dan is het genoeg: er komen stormen en de aardappelen verrotten op het land. The Reader besluit met de oudsten van het eiland dat de ‘incomers’ weg moeten: naar een verlaten eilandje in de buurt. Waar ze zeker zullen omkomen van honger en dorst …

ERK Niveau:

B1

Schrijver:

John Rowe Townsend

Jaar van uitgave:

1981

Aantal pagina's:

190

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1980-1990

Plaats van handeling:

Een eiland in de Atlantische Oceaan

Bijzonderheden:

Een jeugdroman in 15 genummerde hoofdstukken.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De jeugdroman ‘The Islanders’ bevat een verhaal over overleven op een klein eiland. Maar het gaat ook over liefde, over achterdocht en verraad. En het is de vraag wat hier het sterkst zal wegen …

WAT MOET JE WETEN?

‘The Islanders’ speelt zich af op een denkbeeldig eiland in de Atlantische Oceaan. Uiteraard is het fantasie, maar het is geen fantasy: zoiets zou echt kunnen gebeuren (of kunnen zijn gebeurd): hoe ga je om met nieuwkomers?
De eilandbewoners geloven in een boek – dat zij geen van allen kunnen lezen. Want niemand op het eiland heeft leren lezen: er is geen school. Ze geloven in het boek over The Deliverer, een soort redder van de mensen. En die Deliverer aanbidden ze op Prayer Day. Maar wie is die Deliverer precies?

DE TAAL

De taal van ‘The Islanders’ is nergens erg moeilijk. De zinnen, de alinea’s en de hoofdstukken zijn van een gemiddelde lengte.

DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de jeugdroman heel goed te lezen.
Dat geldt zeker ook voor het verhaal zelf. Het is een heel spannend verhaal over overleven, over vriendschap en achterdocht.
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Islanders’ een boek met een literair niveau B 3b en een taal-(ERK-)niveau B1.

Schrijfstijl:

De jeugdroman is heel spannend geschreven, met de nodige cliffhangers.

Actie:

‘The Islanders’ bevat een verhaal met veel actie.

Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in de jaren 1980-1990. Maar uiteraard is het fictie: de tijd is eigenlijk van geen enkel belang in dit verhaal.

Plaats:

De setting van ‘The Islanders’ is een denkbeeldig eiland in de Atlantische Oceaan. Het is een klein, onherbergzaam eiland waar een paar eeuwen geleden muiters van een schip op zijn gaan wonen, op de vlucht voor de Engelse overheid.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘The Islanders’: zal het de eilandbewoners lukken om te overleven?

Verteller:

De roman heeft een alwetende verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Islanders’ zijn:
• Molly Reeves: een jonge meid die veel durft en die ook erg zelfstandig is;
• Thomas Reeves: het jongere broertje van Molly, een iets banger uitgevallen persoon;
• Beth Reeves: de oudere zus van Molly en Thomas. Zij is verloofd met Adam;
• Hester Reeves: de moeder van de drie kinderen;
• Dick Reeves: de vader van de kinderen, een verlegen visser;
• Adam Goodall: de 22-jarige verloofde van Beth, een visser;
• Uncle Abel Oakes: een 83-jarige weduwnaar die al zestig jaar alleen in een grot woont;
• ‘The Reader’ (William Jonas): de 79-jarige leider van het eiland. Hij is een soort dominee/pastoor die predikt over The Book – een boek dat hij zelf niet lezen kan …
• Otipo: een Rikofian, een vluchteling van een ander eiland;
• Mua: een Rikofian, de dochter van de leider van haar haar eiland;
• Charlie Herrick: een zeeman die gestrand is op Kingfisher Island.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Islanders’ zijn:
• Dan Wilde: een stoere jongeman die graag met Molly wil trouwen in de toekomst;
• Rebecca en Jacob Wilde: de ouders van Dan;
• Jemmy (Jeremiah) Kane: een brutaal ventje dat alleen bij zijn vader in huis woont;
• Harry Kane: de vader van Jemmy, een weduwnaar, een niet zo’n betrouwbare visser;
• Abby Jonas: de kleindochter van The Reader, een meid die door hem erg verwend wordt;
• Sarah Jonas: de zus van The Reader, een zeer gelovige vrouw;
• Luke Jonas: de neef van de Reader, een simpele ziel die eenvoudige klusjes mag doen;
• Bob Attwood, Alec Campbell, Len Wilde: vrienden van Harry Kane, tevens vissers;
• Anderen: Aunt Susan Campbell, Seth Attwood, Auntie Annie Jonas, Martha Goodall, Sally Goodall, Wilf Jonas, Cathy Oakes, Mary Wilde;
• Vluchtelingen, bewoners van het eiland Rikofia, zoals Tamaru en Aola;
• Captain Hammond: de kapitein van een Engels schip.

Website:

https://www.fantasticfiction.com/t/john-rowe-townsend/islanders.htm

Film:

‘The Islanders’ is niet verfilmd.

Overig:

‘The Islanders’ werd later gevolgd door een verhaal dat twintig jaar later speelde: ‘The Invaders’.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over John Rowe Townsend.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• A High Wind in Jamaica van Richard Hughes
• Lord of the Flies van William Golding
• Nation van Terry Pratchett

Citaat:

Jemmy Wilde was helping Luke to ring the bell, leaping at the rope, tugging wildly, and shouting all the time at the top of his voice.
‘Sail-oh! Sail-oh!’
Islanders poured from their homes, running first for the Lookout. And from there it could be seen, a high handsome two-masted schooner, fore-and-aft rigged, no more than three or four miles from the island, and moving with stately beauty in an easy breeze. (p.186)

Vragen over het boek:

1. Waarom wil Molly de ‘incomers’ zo graag helpen?
2. Waarom is Uncle Abel zo blij met Otipo en Mua?
3. In de loop van het verhaal verandert Abby Jonas. Op welke manier is dat?
4. Worden de slechteriken gestraft voor hun slechte gedrag? Waar blijkt dat uit?