Een Chinese vrouw vertelt de geschiedenis van haar familie in China: met name die van haar oma, van haar moeder en van haar zelf.
Een Chinees-Amerikaanse vrouw, Olivia, vertelt over de relatie met haar halfzus Kwan. Die halfzus is onverbeterlijk optimistisch – ook wanneer ze geconfronteerd wordt met armoede, honger, ziekte, dood. En met de scheiding van haar halfzusje …
Vier Amerikaanse dochters en drie Chinees-Amerikaanse moeders vertellen afzonderlijk hun levensverhalen. Levensverhalen die hoe langer hoe meer met elkaar vervlochten blijken te zijn.
De jonge Chinees Wang Lung mag gaan trouwen; zijn vader heeft een vrouw voor hem uitgezocht. Samen met haar probeert hij rond te komen van de opbrengsten van het land dat hij bezit. En hij wil meer land kopen. Maar dan zijn er overstromingen, perioden van grote droogte, sprinkhanenplagen en oorlogen …
Als Lulu Minturn, de moeder van de Amerikaans-Chinese Violet, van Shanghai naar San Francisco vaart, blijft het veertienjarige meisje alleen achter. Ze zal moeten proberen in leven te blijven. En dat kan alleen maar door haar lichaam te ‘verkopen’ in een huis voor courtisanes. Misschien dat Violet daar uiteindelijk ook een echtgenoot kan treffen …