Een vader maakt met zijn zoon een reis door het noorden van de USA. Onderweg wordt duidelijk dat er in de loop van het leven van de vader van alles en nog wat lijkt te zijn misgegaan.
Het gezin Lambert leek lange tijd een gelukkige familie te zijn. Maar schijn bedriegt: de oudste zoon is depressief, de andere zoon werkt voor een maffiabaas en de dochter kan het geluk in de liefde niet vinden. En de overbezorgde moeder moet ook nog zorgen voor een man die hoe langer hoe vergeetachtiger wordt …
De bekende Amerikaanse auteur Jonathan Franzen schrijft over zijn leven: zijn jeugd in een voorstad van St. Louis, de relatie met zijn ouders en zijn broers en zijn ervaringen op school, op een zomerkamp en op de universiteit.
Bob Dylan vertelt hoe hij zijn eerste successen kreeg en zijn eerste album mocht opnemen. Later gaat hij verder in de tijd en bespreekt hij de samenwerking met andere grote artiesten.
Stoner is een man van simpele komaf: zijn ouders hebben een klein boerderijtje en vrijwel geen geld. Toch laten ze hem naar de universiteit gaan, naar een wereld waarvan Stoner en zijn ouders nauwelijks iets begrijpen. En daar ontdekt hij de literatuur. En hij wordt een goede student, en later universitair docent aan diezelfde universiteit. Die universiteit is de plek waar hij het geluk denkt te vinden …
Will Andrews voelt zich onrustig in het nette Boston waar hij studeert en bij zijn vader woont. Hij besluit er op uit te gaan en de wereld in het westen te verkennen. Vanuit een dorpje, Butcher’s Crossing, gaat hij op bizonjacht. Die jacht zou een paar weken duren. Maar het wordt een overlevingstocht van meer dan een half jaar …
Sal reist met een auto door de Verenigde Staten, samen met haar opa en oma. Ze zijn op zoek naar de moeder van Sal, die zo maar op een dag verdween. Onderweg vertellen ze elkaar verhalen en ze vinden van alles en nog wat. Maar of ze Sals moeder ook zullen vinden?