The Law of the Jungle – which is by far the oldest law in the world – has arranged for almost every kind of accident that may befall the Jungle People, till now its code is as perfect as time and custom can make it. You will remember that Mowgli spent a great part of his life in the Seeonee Wolf-Pack, learning the Law from Baloo, the Brown Bear; and it was Baloo who told him, when the boy grew impatient at the constant orders, that the Law was like the Giant Creeper, because it dropped across every one’s back and no one could escape. ‘When thou hast lived as long as I have, Little Brother, thou wilt see how all the Jungle obeys at least one Law. And that will be no pleasant sight,’ said Baloo.
This talk went in at one ear and out at the other, for a boy who spends his life eating and sleeping does not worry about anything till it actually stares him in the face. But, one year, Baloo’s words came true, and Mowgli saw all the Jungle working under the Law.
It began when the winter Rains failed almost entirely, and Ikki, the Porcupine, meeting Mowgli in a bamboo-thicket, told him that the wild yams were drying up. Now everybody knows that Ikki is ridiculously fastidious in his choice of food, and will eat nothing but the very best and ripest. So Mowgli laughed and said, ‘What is that to me?’
‘Not much NOW,’ said Ikki, rattling his quills in a stiff, uncomfortable way, ‘but later we shall see. Is there any more diving into the deep rock-pool below the Bee-Rocks, Little Brother?’
‘No. The foolish water is going all away, and I do not wish to break my head,’ said Mowgli, who, in those days, was quite sure that he knew as much as any five of the Jungle People put together.
‘That is thy loss. A small crack might let in some wisdom.’ Ikki ducked quickly to prevent Mowgli from pulling his nose-bristles, and Mowgli told Baloo what Ikki had said. Baloo looked very grave, and mumbled half to himself: ‘If I were alone I would change my hunting-grounds now, before the others began to think. And yet – hunting among strangers ends in fighting; and they might hurt the Man-cub. We must wait and see how the mohwa blooms.’

© Penguin Books, 1895/2008.

Het boek bestaat uit de onderstaande verhalen:
1. ‘How Fear Came’ (20 pp.): Dieren zijn soms bang voor elkaar. Maar hoe komt dat eigenlijk?;
2. ‘The Miracle of Purun Bhagat’ (16 pp.): Hoe een rijke Indiase ambtenaar een heilige werd;
3. ‘Letting in the Jungle’ (28 pp.): Mowgli wil met zijn vrienden een stel vervelende dorpelingen afstraffen;
4. ‘The Undertakers’ (23 pp.): Een oude krokodil vertelt over zijn heerschappij over de rivier;
5. ‘The King’s Ankus’ (20 pp.): Mowgli gaat met de slang Kaa op zoek naar een schat ver onder de grond;
6. ‘Quiquern’ (24 pp.): Twee leden van de Canadese Inuit-bevolking gaan op zoek naar voedsel;
7. ‘Red Dog’ (26 pp.): Mowgli probeert zijn Jungle People te beschermen tegen wilde honden;
8. ‘The Spring Running’ (22 pp.): In de lente wil ieder dier wel eens ergens anders naar toe. Mowgli ook trouwens …

ERK Niveau:

C1

Schrijver:

Rudyard Kipling

Jaar van uitgave:

1895

Aantal pagina's:

172

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

Een fantasietijd

Plaats van handeling:

India, het oerwoud.

Bijzonderheden:

Een bundel met daarin 8 verhalen.
In het Nederlands heet het ‘Het tweede jungleboek’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De verhalenbundel ‘The Second Jungle Book’ omvat vijf verhalen over het wolvenjong Mowgli, één van de beroemdste kinderen uit een klassiek kinderboek. Mowgli is dapper, onverschrokken, altijd eerlijk en zeer trouw aan zijn vrienden. Die vrienden zijn vaak ook trouw aan hem (Bagheera en Ballo), maar soms zijn ze ook wel een beetje onberekenbaar (Kaa).

WAT MOET JE WETEN?

‘The Second Jungle Book’ is een soort kinderboek, maar het is zeker niet geschikt voor jonge kinderen. Daarvoor is de taal te moeilijk en daarvoor zijn de avonturen te bloederig en te schokkend.

DE TAAL

De taal van ‘The Second Jungle Book’ is lastig – en niet te lezen door kinderen.
De zinnen, de alinea’s en de verhalen zijn van een gemiddelde lengte.

DE TAAL EN HET VERHAAL

Qua taal is de verhalenbundel vaak moeilijk te lezen: het boek stamt uit 1895 en dat is te merken. Toch blijven de verhalen heel spannend, ondanks hun ouderdom. Veel verhalen zijn een inspiratie geweest voor schrijvers, tekenaars, film- en musicalmakers.
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Second Jungle Book’ een boek met een literair niveau C 3e en een taal-(ERK-)niveau C1.

Schrijfstijl:

De verhalen zijn heel spannend geschreven. Voor kinderen zij ze soms nogal heftig – er vallen ook nog eens de nodige doden …

Actie:

‘The Second Jungle Book’ bevat verhalen met heel veel actie.

Tijd:

De gebeurtenissen in de roman spelen zich af in een fantasietijd met waargebeurde elementen (de verdwijning van kinderen door dieren die later door wolven worden groot gebracht).

Plaats:

De setting van ‘The Second Jungle Book’ is het oerwoud van centraal India. Eén verhaal speelt aan de noordoostkust van Canada, in het land van de Inuit.

Verhaallijn:

Er zijn veel verschillende verhaallijnen in ‘The Second Jungle Book’.

Verteller:

De bundel heeft een alwetende verteller.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Second Jungle Book’ zijn:
In de verhalen ‘How Fear Came’, ‘Letting in the Jungle’, ‘The King’s Ankus’, ‘Red Dog’, ‘The Spring Running’:
• Mowgli (the Frog): een jongen die als peuter wordt geroofd door een tijger, waarna hij door een wolvenpaar wordt opgevoed. Mowgli kan de talen van de meeste dieren spreken; ook leert hij later de mensentaal. Verder leeft hij bij de wolven als een echte ‘wolfsjongen’;
• Bagheera, the Black Panther: ongetwijfeld de beste vriend van Mowgli, een kalme, betrouwbare panter die Mowgli tegen alles en iedereen beschermt;
• Baloo, the brown Bear: één van de beste vrienden van Mowgli, een grote beer die Mowgli heel veel leren kan over het leven in het oerwoud;
• Kaa, the Rock Snake/Rock Python: een tien meter lange python die Mowgli helpt als dat nodig is. Aan de andere kant is Mowgli ook wel voorzichtig met deze levensgevaarlijke wurgslang.
In de andere verhalen:
• ‘The Miracle of Purun Bhagat’: de rijke ambtenaar en later heilige man Purun Bhagat;
• ‘The Undertakers’: de krokodil Mugger of Mugger-Ghaut, de vogel Adjutant en the Jackal;
• ‘Quiquern’: De jonge Inuit Kotuko en zijn huisgenoot (en vriendin), ‘The Girl from the North’.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Second Jungle Book’ zijn:
In de verhalen ‘How Fear Came’, ‘Letting in the Jungle’, ‘The King’s Ankus’, ‘Red Dog’, ‘The Spring Running’:
• The young wolf Phao, the ‘dholes’ (‘red hunting-dogs of the Dekkan’), Won-tolla, the Lone Wolf, the wild bees (‘the Little People of the Rocks’), the peacock Mor, Chil the Kite, Jacala the crocodile, Mysa, the wild buffalo, the woman (‘mother’) Messua.
In de andere verhalen:
• ‘The Miracle of Purun Bhagat’: de rijke ambtenaar en later heilige man Purun Bhagat;
• ‘The Undertakers’: de krokodil Mugger of Mugger-Ghaut, de vogel Adjutant en the Jackal;
• ‘Quiquern’: De Inuit Amoraq en zijn vrouw Kadlu.

 

Website:

https://www.gutenberg.org/files/1937/1937-h/1937-h.htm

Film:

Verhalen uit ‘The Second Jungle Book’ zijn meerdere keren verfilmd. Met name de tekenfilms uit 1967 en uit 2016 werden heel beroemd.

Overig:

‘The Second Jungle Book’ is het tweede deel ‘The Jungle Books’. Veel van de verhalen gaan over de wolvenjongen Mowgli, anderen hebben daar echter niets mee te maken.
De verhalen over Mowgli werden ongelooflijk populair en ze hebben veel mensen over de hele wereld beïnvloed. Liedjes uit de musical van 1967 werden heel beroemd. Een leidster van de Scouts werd een ‘Akela’ genoemd en musicalschrijvers en popsterren maakten liedjes over verschillende verhalen.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Rudyard Kipling.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Captains Courageous van Rudyard Kipling
• King Solomon’s Mines van Sir Rider Haggard
• The Return of Tarzan van Edgar Rice Burroughs

Citaat:

Mowgli’s Song against People

I will let loose against you the fleet-footed vines—
I will call in the Jungle to stamp out your lines!
The roofs shall fade before it,
The house-beams shall fall,
And the Karela, the bitter Karela,
Shall cover it all!

In the gates of these your councils my people shall sing,
In the doors of these your garners the Bat-folk shall cling;
And the snake shall be your watchman,
By a hearthstone unswept;
For the Karela, the bitter Karela,
Shall fruit where ye slept! (p.60)

Vragen over het boek:

Analyseer de onderstaande verhalen:
1. ‘How Fear Came’
2. ‘Letting in the Jungle’
3. ‘The King’s Ankus’
4. ‘The Spring Running’