It was the summer that men first walked on the moon. I was very young back then, but I did not believe there would ever be a future. I wanted to live dangerously, to push myself as far as I could go, and then see what happened to me when I got there. As it turned out, I nearly did not make it. Little by little, I saw my money dwindle to zero; I lost my apartment; I wound up living in the streets. If not for a girl named Kitty Wu, I probably would have starved to death. I had met her by chance only a short time before, but eventually I came to see that chance as a form of readiness, a way of saving myself through the minds of others. That was the first part. From then on, strange things happened to me. I took the job with the old man in the wheelchair. I found out who my father was. I walked across the desert from Utah to California. That was a long time ago, of course, but I remember those days well, I remember them as the beginning of my life.
I came to New York in the fall of 1965. I was eighteen years old then, and for the first nine months I lived in a college dormitory. All out-of-town freshmen at Columbia were required to live on campus, but once the term was over I moved into an apartment on West 112th Street. That was where I lived for the next three years, right up to the moment when I finally hit bottom. Considering the odds against me, it was a miracle I lasted as long as I did.

© Faber and Faber, 1989

Marco Stanley Fogg is een jongeman die niet goed weet wat hij met zijn leven aan moet. Zijn vader heeft hij nooit gekend, zijn moeder verongelukte toen Marco pas elf was. Hij groeide op bij zijn oom in Chicago. Wanneer hij later gaat studeren in New York, zijn er een paar vrienden die hem trouw blijven.
En dat is wel nodig: Fogg gaat op een gegeven moment als dakloze zwerven door New York City. Zijn vriend Zimmer en een Chinees meisje redden hem het leven.
Wanneer Fogg werk zoekt komt hij bij een oude rijke zonderling te werken. Deze Effing wil aan het eind van zijn lange leven een soort biografie van zijn leven laten maken – en Fogg moet die schrijven. Fogg verbaast zich over de spectaculaire gebeurtenissen die Effing vertelt.
Wanneer Fogg nog later de professor Barber ontmoet, vallen allerlei gebeurtenissen op hun plaats. En Fogg merkt dat er nauwelijks toeval bestaat …

ERK Niveau:

C1

Schrijver:

Paul Auster

Jaar van uitgave:

1989

Aantal pagina's:

298

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

1915-1990

Plaats van handeling:

USA, New York City en een onbevolkt deel van de staat Utah.

Bijzonderheden:

Een roman in 7 genummerde hoofdstukken.
In het Nederlands heet het boek ‘Maanpaleis’.

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

De roman ‘Moon Palace’ beschrijft het vaak tragische en regelmatig eenzame leven van een jongeman die zich koste wat kost alleen wil zien te redden. Familie heeft hij niet meer, een paar heel goede vrienden wel – maar die wil hij liever niet tot last zijn.

WAT MOET JE WETEN?

Voor het waarderen van ‘Moon Palace’ heb je weinig specifieke kennis nodig. Meestal is het verhaal eenduidig, maar soms heeft de roman typische Auster-achtige magisch-realistische trekjes.

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘Moon Palace’ zijn pittig, maar toch goed te volgen. De alinea’s en de hoofdstukken zijn vaak lang. Er zijn veel beschrijvingen, maar ook de nodige dialogen.

DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘Moon Palace’ is soms lastig. Soms beschrijft Auster bepaalde handelingen (gewelddadige, bijvoorbeeld) abrupt hard – dit kan als schokkend worden ervaren.
Het verhaal begint nogal tam, maar later wordt het een heftig verhaal: van een zwerver in New York City naar een reiziger in The Mid-West.
Op basis van deze eigenschappen is ‘Moon Palace’ een boek met een literair niveau C 5a en een taal-(ERK-)niveau C1.

Schrijfstijl:

‘Moon Palace’ is heel mooi geschreven. Er gebeurt in het begin vrij weinig, maar toch word je als lezer geraakt door de ietwat eigenzinnige en vaak trieste hoofdpersoon, Marco Fogg. Later worden er – via Fogg – nog meerdere interessante karakters beschreven: karakters die zeker het een en ander hebben beleefd: gewelddadige handelingen die zij hebben ondergaan of die ze zelf hebben gepleegd. Het verhaal heeft een vrij onverwacht laatste deel.

Actie:

De roman ‘Moon Palace’ is een verhaal dat begint met weinig actie. De hoofdpersoon, Marco Fogg, vertelt achteraf over zijn leven (hij is nu, aan het eind van de jaren tachtig van de twintigste eeuw, een jaar of veertig). Maar wanneer hij over vroeger vertelt, komen we ook het een en ander te weten over zijn moeder en over de oom die hem grotendeels opvoedde. Nog later horen we het levensverhaal van Effing, de oud-schilder voor wie Fogg een tijdje werkt. En daarna volgen er nog enkele onthullingen …

Tijd:

‘Moon Palace’ speelt zich af in de jaren 1915-1990. Marco beschrijft zijn leven, maar ook dat van zo’n twee generaties voor hem (via de 86-jarige Effing en de 50-jarige Solomon Barber).

Plaats:

De setting van ‘Moon Palace’ is meerdere plaatsen. Eigenlijk gaat het hele verhaal over karakters die voornamelijk in New York City wonen, maar meerdere scenes spelen in andere delen van het land: In Chicago, in de Mid-West. Een belangrijk deel van het verhaal speelt in de woestijn van de staat Utah.

Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘Moon Palace’: hoe zal het leven van Fogg zich ontwikkelen en welke mensen hebben daar een belangrijke rol in?

Verteller:

De roman ‘Moon Palace’ heeft een ik-verteller, wat soms zorgt voor een onbetrouwbaar perspectief. Later lijkt er een auctoriale verteller te zijn; deze beschrijft de gebeurtenissen die (door Effing en later door Barber) aan Fogg worden verteld.

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘Moon Palace’ zijn:
• Marco Stanley (M.S.) Fogg: de ik-verteller, een nogal ongelukkige jongeman. Zijn vader heeft hij nooit gekend, zijn moeder overleed toen hij elf was. Fogg woonde lang bij zijn oom in Chicago. Later ging hij studeren in New York, waar het eigenlijke verhaal begint;
• Arthur Zimmer: de beste vriend van Marco. Hij was zijn kamer- en studiegenoot en hij gaf hem onderdak toen Marco geen geld meer had;
• Kitty Wu: een Chinees meisje dat Marco toevallig ontmoet. Zij doet een dansopleiding. Zij helpt Marco zijn leven weer een beetje op de rails te krijgen;
• Thomas Effing: een 86-jarige oud-schilder. Effing is chagrijnig, onbeschoft, maar heel rijk. Hij kan al jaren niet lopen en Fogg vermoedt dat hij volledig blind is – zijn geest is echter zeer scherp;
• Solomon Barber: een professor die aan verschillende universiteiten in de Mid-West colleges heeft gegeven. Barber heeft een aantal historische boeken geschreven. In de liefde is hij maar heel kort gelukkig geweest: zijn enige liefde raakte hij heel snel kwijt.

Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘Moon Palace’ zijn:
In Chicago:
• Victor Fogg: de oom van Marco. Hij is de broer van Marco’s moeder en hij neemt de jongen in huis wanneer diens moeder overleden is. Uncle Victor is een weinig succesvolle beroepsmuzikant (klarinettist) die het grootste deel van zijn leven vrijgezel is. Victor overlijdt op zijn tweeënvijftigste;
• Dora Schamsky Katz: de vrouw die een tijdje met Uncle Victor samenwoont.
In New York City:
• Rita Hume: de verpleegster en huishoudster van Effing, een vriendelijke en zeer ervaren verpleegkundige;
• Kennissen en bekenden van Effing: Ralph Blakelock (schilder), Nikola Tesla (uitvinder en wetenschapper) en Thomas Moran (een schilder);
• Elizabeth Wheeler: de echtgenote van Effing, een nogal kille en instabiele vrouw;
• Charlie Bacon: de broer van Rita Hume. Charlie heeft een stoornis waarvoor hij al jaren verpleegd wordt; hij ziet overal terroristische dreigingen en gevaren voor de mensheid.
In The Mid-West:
• Edward Byrne (student topografie) en Jack Scoresby (gids): mannen met wie Effing op ontdekkingsreis door de Mid-West gaat;
• George ‘Ugly Mouth’: een vriend van Tom, de kluizenaar. George is een Native American.

Website:

https://archive.nytimes.com/www.nytimes.com/books/99/06/20/specials/auster-moon.html?scp=1&sq=Kitty%2520W%25C3%25BA&st=cse

Film:

De roman ‘Moon Palace’ is niet verfilmd.

Overig:

‘Moon Palace’ is de derde roman van Paul Auster, volgend op ‘The New York Trilogy’ (City of Glass, Ghosts, The Locked Room) en In the Country of Last Things.

Link naar pagina over auteur

-->Informatie over Paul Auster.

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
• Riders of the Purple Sage van Zane Grey
• Butcher’s Crossing van John Williams
• The Son van Philipp Meyer

Citaat:

Once the dishes had been cleared away, we all opened our fortune cookies and analyzed them with mock solemnity. Oddly enough, I can remember mine as though I were still holding it in my hands. It read: ‘The sun is the past, the earth is the present, the moon is the future.’ As it turned out, I was to encounter this enigmatic phrase again, which in retrospect made it seem that my chance discovery of it in the Moon Palace had been fraught with a weird and premonitory truth. (p.94)

Vragen over het boek:

1. Waarom is Zimmer belangrijk voor Fogg?
2. Wat zouden de redenen kunnen zijn dat Effing zo’n gevoelloze, harde man is?
3. Wat is de relatie tussen Fogg, Effing en Solomon Barber?
4. In hoeverre hebben de contacten met Effing en Barber de jonge Fogg gevormd?