The Poacher’s Son

Niveau:
Genre: history
Thema: armoede

Getagd op:
Verkrijgbaar bij bol.com
Het boek is niet via bolcom verkrijgbaar.

SNEL NAAR...





Het begin!

‘Please come all this week. Properly, Arthur!’ Alice pleaded. ‘The rector’s bringing oranges for Empire Day.’
There was to be one orange for every child with good attendance. Oranges were not something we saw more than once a year. So I went with her. The chill spring wind chivvied me along the road. I thought of those oranges, gleaming brighter than the sun. their brassy image lured me into school every day, and lightened the long walk home.
One orange on Empire Day. Perhaps, I suggested to Alice, there might be some spares? Then, as we were a large family, we might get two? When the calico had been given out at Michaelmas we were given the extra yard on the bolt for little Jenny.
The rector’s wife was to hand out the fruit. She waited by Mr Pooley’s high desk. It seemed there were no spares, and not even enough to go round the school once. Attendance had been exceptional all week.
The rector snapped his fingers at Mr Pooley to unlock the book cupboard.
‘The register will be checked again. Those with fewest attendances will be weeded out.’ I was sure that I would be amongst those who were to sit rewardless, orangeless at the back of the class. But, thanks to Alice’s persistence in getting me to school all week, I scraped by. Those absences of days on end, when I’d been out in the woods, were on the preceding page of the register.

© Oxford University Press, 1982.

^ Terug naar boven

Algemeen

Arthur woont met zijn ouders en zijn broertjes en zusjes in een gezellig huisje aan de rand van het bos. Zijn vader is hulpboswachter; om toch zo nu en dan ook eens iets bij te verdienen – en ook om af en toe vlees te eten – stroopt hij soms een haas, een konijn, een patrijs of een fazant. Het liefste zou Arthur ook boswachter worden. Of stroper. Maar voorlopig moet hij naar school. Leren lezen, schrijven en rekenen. En dat kan hij nu, op zijn veertiende, nog steeds niet.
Maar dan slaat het noodlot in het gezin toe: de boswachter, die werkt voor de landeigenaar die het bos en alle land eromheen bezit, betrapt de vader van Arthur. En deze wordt op staande voet ontslagen. Hij raakt zijn boswachtershuisje kwijt, zijn jachtgeweer, zijn moestuin, zijn warme jagersjas, zijn baan: vrijwel alles. Het gezin verhuist naar een bouwvallig hutje aan de rand van het dorp. De moeder moet kleren wassen voor mensen in de omgeving en de vader zoekt fanatiek naar werk.
En Arthur? Het lijkt hem het beste om nu maar zo veel mogelijk te gaan stropen. Dan is er tenminste een beetje geld of vlees in huis.
Het is de vraag of dat een slim idee is …


^ Terug naar boven

Boekinformatie

ERK Niveau:
B2

Schrijver:
Rachel Anderson

Jaar van uitgave:
1982

Aantal pagina's:
140

Tijd waarin het verhaal zich afspeelt:
1910-1920

Plaats van handeling:
UK, het platteland in een gebied dat niet bij naam genoemd wordt

Bijzonderheden:
Een jeugdroman in 15 genummerde hoofdstukken met een nawoord van auteur.


^ Terug naar boven

Het boek - onderwerp

IS HET BOEK VOOR JOU INTERESSANT?

Als je wilt weten hoe het is om kennis te maken met het zware leven van een gezin uit de eerste twintig jaren van de twintigste eeuw, dan is ‘The Poacher’s Son’ vast en zeker een mooi boek voor jou. De hoofdpersonen zijn bijzonder arm, zij zijn vaak ziek en ze hebben gebrek aan van alles en nog wat. Het verhaal zet je aan het denken over het zware leven dat de mensen op het platteland vroeger hadden – met name wanneer ze afhankelijk waren van de grootgrondbezitters die alles voor hen bepaalden.


WAT MOET JE WETEN?

Voor het begrijpen van ‘The Poacher’s Son’ heb je niet veel specifieke kennis nodig. Het gaat over arme mensen die eigenlijk aan alles gebrek hebben. Geld voor een dokter is er niet, vlees wordt er nauwelijks gegeten (vreemd wanneer je bedenkt dat ze midden in een bosrijk gebied met veel wild wonen), het leven wordt bepaald door de adel (en in mindere mate door de kerk).

 




^ Terug naar boven

Het boek - Moeilijkheid

DE TAAL

De woorden en de zinnen in ‘The Poacher’s Son’ zijn regelmatig lastig. Er zijn woorden die we soms niet meer kennen – bijvoorbeeld woorden over stropen en over oude huizen. Het verhaal begint meteen al over de kerk en de overheid die sinaasappelen uitdelen, evenals ‘the extra yard on the calico’ die de kinderen eerder kregen: een extra meter katoen waarmee de vrouwen weer nieuwe kleren konden maken. Dit soort zinnen en woorden maakt het lezen in het begin wel eens moeilijk, maar als je eenmaal in het verhaal zit, zul je wel kunnen raden wat die woorden (‘doe’, ‘measles’, ‘gunpowder’) allemaal betekenen.


DE TAAL EN HET VERHAAL

De taal van ‘The Poacher’s Son’ is zo nu en dan moeilijk (vooral wanneer het oude, minder gebruikelijke woorden betreft). Die woorden geven echter ook wel weer een oud (en klassiek) tintje aan het verhaal.
Het verhaal is het duidelijk. Dit is de harde wereld van de landarbeiders uit het begin van de twintigste eeuw op het Engelse platteland. De dorpen waren klein met weinig voorzieningen, de arbeiders hadden niets te vertellen, het onderwijs stelde weinig voor, als je eenmaal arm was werd je zelden rijker en alle macht was in handen van de grootgrondbezitters en de kerk (die vaak de grootgrondbezitters gehoorzaamde). Zo kon de landeigenaar met zijn verwende kinderen jagen op het wild op zijn uitgestrekte terrein, terwijl de arbeiders – die bijna allemaal voor de landeigenaar werkten – nauwelijks te eten hadden en direct werden ontslagen en/of opgesloten wanneer ze een konijn of een patrijs verschalkten.
Op basis van deze eigenschappen is ‘The Poacher’s Son’ een boek met een literair niveau B 3c en een taal-(ERK-)niveau B2.


Schrijfstijl:

De young adult novel ‘The Poacher’s Son’ is heel mooi, en totaal niet sentimenteel geschreven. De hoofdpersoon, Arthur, heeft een keihard leven met weinig eten, een slechte schooltijd, ziekte en dood, maar het wordt nergens een zielig verhaaltje. De vader wordt ontslagen, de jongen wordt geslagen, er is een gehandicapt broertje, er gaan mensen dood – en toch blijven de overlevers optimistisch en zien ze telkens nieuwe kansen.



^ Terug naar boven

Het boek - het verhaal

Actie:

‘The Poacher’s Son’ is een verhaal met veel actie. Arthur is een avonturier die het liefst door het bos zwerft. Zijn spijbel- en stropersgedrag brengen hem constant in de problemen. Er zijn achtervolgingen, een opsluiting en een vreselijk ongeluk, en dat alles houdt de roman spannend tot het eind. Aan het slot van het verhaal lees je nog iets over de Eerste Wereldoorlog.


Tijd:

De jeugdroman ‘The Poacher’s Son’ speelt zich af in de jaren 1910-1920. Het verhaal duurt in totaal een aantal jaren (een jaar of vijf ongeveer). Het wordt chronologisch verteld.
Het is een tijd van armoede op het Britse platteland, de jaren voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog.


Plaats:

De setting van ‘The Poacher’s Son’ is het Engelse platteland. Een bepaalde streek wordt niet genoemd: Arthur en zijn familie wonen in een heel klein dorpje waar nauwelijks winkels zijn. Ze verbouwen hun eigen groente en vangen zo nu en dan een haas. Voor grotere aankopen moeten ze naar een stadje in de buurt.
Veel gebeurtenissen vinden plaats in het bos of in het armzalige hutje waarin het gezin Betts woont. Er is geen water, gas of elektriciteit. Toiletten en badkamers waren er uiteraard ook niet. Water werd gehaald uit een (oude en door wormen bevolkte) waterton.


Verhaallijn:

Er is één belangrijke verhaallijn in ‘The Poacher’s Son’: zal Arthur ooit een goed leven kunnen leiden in de armoedige omstandigheden waarin hij al zijn hele leven verkeert?


Verteller:

De jeugdroman ‘The Poacher’s Son’ heeft een ik-verteller. Het is de 13-jarige Arthur Betts, een hardwerkende jongen uit een heel arm gezin. Hij moet naar school (hij is leerplichtig), maar dat doet hij zo min mogelijk: het liefste zwerft hij door het bos om daar wat klein wild te verschalken.




^ Terug naar boven

Het boek - de karakters

Hoofdkarakters:

De hoofdkarakters in ‘The Poacher’s Son’ zijn:
• Arthur Betts: een 13-jarige jongen die met zijn ouders bij het bos ergens op het Engelse platteland woont. Hij zwerft het liefst door de bossen; naar school gaan doet hij liever niet (hij kan ook niet lezen of schrijven);
• Mr Betts: de hulpboswachter (‘underkeeper’) van Mr Wilkins (die weer verantwoording schuldig is aan de landeigenaar). Hij is een harde, maar goede en optimistische man die alles voor zijn gezin doet;
• Mrs Elsie Betts: de moeder van Arthur. Zij is hardwerkende vrouw die met moeite haar gezin van kleding en voedsel kan voorzien;
• Alice Betts: de 14-jarige zus van Arthur. Zij helpt haar broertjes zo veel ze kan. Ze wil graag dat Arthur zich goed gedraagt en dat hij naar school gaat. Zelf is het haar droom om onderwijzeres te worden.


Bijfiguren:

De belangrijkste bijfiguren in ‘The Poacher’s Son’ zijn:
• Humphrey Betts: het 10-jarige jongere broertje van Arthur;
• Jonas Betts: het gehandicapte broertje van Arthur. Hij kan niets: hij ligt maar wat op de vloer of in een bed en hij moet in alles verzorgd worden;
• Jenny: het kleine zusje van Arthur;
• Mr Pooley: de onderwijzer van Arthur en zijn broertje en zus. Het is een vriendelijke man, die altijd doet wat de gouverneur van hem wil;
• Mr Wilkins: de hoofdboswachter. Hij is een harde kerel die het vaak op Mr Betts voorzien heeft;
• Wilf Wilkins: de zoon van Wilkins. Hij is een paar jaar ouder dan Arthur;
• Jo (Joseph) Plumb: zijn officiële baan is mollenvanger voor de landheer (maar eigenlijk is hij stroper – die ook gestroopt wild van andere stropers opkoopt en doorverkoopt);
• Mrs Craske: een oud vrouwtje dat in de buurt van de familie Betts woont. Zij is vroedvrouw maar ook legt ze de doden af;
• De rector: hij is degene die bepaalt wat er op school gebeurt. Hij wordt ook wel de ‘Governor’ genoemd.





^ Terug naar boven

Het boek - verder


Film:

‘The Poacher’s Son’ is niet verfilmd.


Overig:

‘The Poacher’s Son’ is een fictieverhaal, maar het geeft je heel veel informatie over een bepaalde tijd: het Engeland van de jaren 1910-1920. Het zijn de jaren van – en voorafgaand aan – de Eerste Wereldoorlog: het geld, het land en de macht is in handen van een kleine groep zeer rijken. De meerderheid van de bevolking op het platteland werkt voor de rijken; de mensen zijn over het algemeen heel arm, vaak ziek en slecht opgeleid (ze kunnen vaak niet lezen of schrijven).



^ Terug naar boven

Auteur en Werken

Link naar pagina over auteur
-->Informatie over Rachel Anderson.

Auteur:

Werken:


^ Terug naar boven

Meer

Leessuggesties:

Als je dit een mooi boek vond, zou je ook kunnen lezen:
Danny, the Champion of the World van Roald Dahl
Bottle Boy van Stephen Elboz
Street Child van Berlie Doherty


Citaat:
‘You know that Wilkins doesn’t care for trespassers unsettling the game. Moreover, the season has begun and you're in danger of being shot. I can take no responsibility for trespassers who are accidentally shot.’
‘Yes, sir.’
‘What’s your name, boy?’
Everywhere you went the gentry always wanted to know your name, as though keeping some mental record. Yet we had to know and remember who they were without asking.
‘Betts, sir.’
‘The poacher’s son?’
‘He was mistakenly dismissed, sir.’
‘Gamekeepers, Betts, can be divided into three categories: good, bad and indifferent. Your father comes into the last category.’ (p.69)

Vragen over het boek:

1. Beschrijf het karakter van de vader van Arthur.
2. Beschrijf het karakter van de moeder van Arthur.
3. Wat vind je van Alice, de zus van Arthur? Maak je mening duidelijk met een voorbeeld uit het verhaal.
4. Waarom zou Ms Anderson de Eerste Wereldoorlog er bij hebben gehaald in dit verhaal? Vind je dit een goede keus? Waarom vind je dat?

 




^ Terug naar boven

Comments are closed.